VACCINATIE
In het Januari-nummer van het blad, dat uitgaat van de Anti-Vivisectie-Stichting Stadhoudersplein 27 's-Gravenhage, treffen wij een artikel aan van de hand van Dr. Gerard Bakker, arts te Arnhem, over de Vaccinatie en Inentingswet van 1939 Wij achten dit artikel belangrijk genoeg om daaraan ook in de kring van onze lezers bekendheid te geven en daaruit het een en ander mede te delen.
Genoemde dokter stelt dan — gelijk wij dat in de Banier ook reeds bij herhaling gedaan hebben — in het begin van zijn artikel vast, dat de vaccin^tiedwang bij de wet van 1939 niet weder is ingevoerd. Hij brengt daarbij de woorden, welke Minister van den Tempel bij de behandeling ïezer wet sprak, nog e'éns in herin»; - . nenng, waar deze minister y^r-' klaarde :
„Zolang er aan de vacci^^atie nog gevaren verbonden blijven van de aard, zoals deze thans bestaan, (moet) de beslissing over het al dan niet vaccineren uiteindelijk bij de ouders blijven berusten."
Op het einde van zijn artikel zet dr. Bakker nog eens uiteen, wat ouders ten aanzien van de vaccinatie-wet van 1939 hebben na te komen. Aangezien wij dit reeds een en andermaal in De Banier hebben gedaan, kunnen wij met een louter vermelding van dit feit volstaan.
Wat in het bijzonder onze aandacht in het artikel van Dr. Bakker getroffen heeft, is wat daarin over de koepokstof als entstof geschreven is. Dienaangaande lezen wij:
„Koepokstof is een entstof, die in wetenschappelijk opzicht ongeveer zeventig jaar bij de hygiëne ten achter is."
„Koepokstof wordt ten onzent gekweekt op de buikhuid van een kalf, door afschrappen daarvan verwijderd en met wat glycerine gemengd als entstof gebruikt. Het is levend, niet gestereliseerd materiaal."
Het kost voor een medicus, die hieraan enige aandacht wil schenken, niet de minste moeite om te begrijpen, dat dit materiaal, juist even in de bloedbaan gebracht, in staat is ontstekingen op te wekken. Ook behoeft de vermenigvuldiging van het koepokvirus en 't verder aanwezige niet alleen plaats te vinden op de plaats van inenting. Volgens sommigen is in de pathologie een analogon van verspreidingsmogelijkheid bekend (spirochaeta pallida). Ruim 20 jaar geleden is een poosje het konijn(!) als leverancier van de koepokstof ingeschakeld geweest, met Utrecht als enige leverancier en bekend van de toenmaals nog verplichte vaccinatie van schoolkinderen. Dit grote experiment, waarbij als het ware het gehele Nederlandse volk in de stallen van een Utrechts laboratorium werd geplaatst, leidde slechts tot teleurstelling. Mogelijk heeft het de opschorting van de toenmalige vaccinatiedwang verhaast. Het experiment mag een brutale aanslag op de noodzakelijke vrijheden van het Nederlandse volk worden genoemd. Men verloor de grenzen der betamelijkheid geheel uit het oog. Men durfde een entstof, ontleend aan fijngemalen, besmette konijnenhersenen, zonder dat men wist wat deze massa in Nederlandse onderdanen uitwerkte, algemeen verplicht te stellen als „vaccine"."
Wij hebben aan het bovenstaande citaat weinig toe te voegen. Het zegt ons genoegzaam, dat de vaccinatie nog altijd een gevaarlijke, zelfs levensgevaarlyke operatie is. Hierbij kunnen wij het thans laten, te meer, waar wij onze principiële bezwaren tegen de inenting reeds gedurig in De Banier uiteengezet hebben.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1948
De Banier | 8 Pagina's