Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor Studie en Leidraad

De tegen de S.G.P. ingebrachte bezivaren. 111.

Zij is anti-pastisch — zo is en wordt als bezwaar tegen haar ingebracht. Welk. een schrikkelijk misbaar is over dat anti-papisme van de S.G.P. al niet gemaakt! Welk een menigte jammerklachten zijn daarover al aangeheven! Hoe vreselijk verontwaardigd heeft men zich daarover al niet betoond!

Die akelige S.G.P.-ers toch, die met de Gereformeerde vaderen het nog durven onderstaan om Rome principieel te bestrijden! Hoe zijn zij daarover al niet over de hekel gehaald! Hoe zijn zij deswege zelfs buiten de christelijke gemeenschap gestoten en bij de mannen der linkerzijde ingedeeld !

Neen, neen, zij mochten en konden daarom niet als waardige leden van de christelijke rechterzijde worden aangemerkt en zijn daarom gedurig als links staande lieden uitgekreten. Rome, dat was christelijk, maar de S.G.P.-ers, al beleden zij onvoorwaardelijk al de geloofsartikelen der aloude Nederlandse geloofsbelijdenis, die werd geen plaats onder de Christelijken toegekend.

Alzo heeft men het toch een tijdlang in een zekere pers ten dage van de coalitie-regeringen voorgesteld. Rome daarentegen werd daarin als onvervalst christelijk aangediend, zelfs als zodanig bewierookt en bezongen.

Die S.G..P-ers echter, die het onomwonden en onvervaard voor de Hervorming, de Reformatoren en hun leer waagden op te nemen, wat waren zij anders dan lieden, die drie honderd jaar te la^t waren geboren? Gedroegen zy zich, waar zij het heilig huisje des coalitie durfden aan te randen, naar anti-revolutionnaire uitspraak niet erger dan de communisten? Ja, ja, zo werd over hen geschreven en geoordeeld.

Inmiddels drong Rome met behulp van de door de A.R. en G.H. zo hoog verheerlijkte coalitie steeds meer en meer op, nam post na post in bezit, bezette de ene sleutelpositie na de andere en kwam er steeds driester en openlijker voor uit, dat het de coalitie gebruikte om ons oude geuzenland te verroemsen.

Doch dit scheen noch de Anti-Revolutionnairen, noch de Christelijk-historischen te deren. Zij zwoeren trouw bij de coalitie.

De enige partij, welke tegen dat onverholen streven van Rome scherp scherp en cordaat in verzet kwam, dat was de S.G.P.

Moet het iemand verwonderen, dat zulk een beslist principieel verzet by Rome en diens coalitie-genoten in slechte aarde viel ? Wie moet het ver­ bazen, dat de A.R. en de C.H. daarover ten hevigste verbolgen waren, dat de S.G.P. hun coalitie met Rome als een monsterverbond verwierp? Het is te verstaan, dat de S.G.P.-ers daarom weldra als anti-papisten van het ergste soort door heel het land gedragen werden.

Doch eilieve, wat zegt dit? Sedert wanneer — zo vragen wij — is Rome pro-ref örmatorisch geworden ? Sedert wanneer en waar ooit is de uitspraak van Thomas van Aquino, dat de ketter in zijn bloed getroffen moet worden, door Rome herroepen? Sedert wanneer en waar ooit zyn de vreselijke vervloekingen, welke het concilie van Trente over de Hervorming en haar leer heeft uitgesproken, ingetrokken? Hebben ook na dat concilie onderscheidene Pausen hun banvloeken over het Protestantisme en over «de Protestanten als vermaledijde ketters niet de wereld ingeslingerd?

Leert de jongste geschiedenis in Spanje en Peru ons niet, dat waar Rome de macht heeft het Protestantisme op allerlei wijze onderdrukt wordt?

Mag men daar niet meer tegen opkomen? Is het niet hoog tijd, waar Rome steeds meer en meer opdringt, dat alle Protestanten daar eenparig tegen op komen?

En als de S.G.P. zulks in de loop der jaren deed, wat deed zij dan anders dan haar Protestantse plicht vervullen? Wat anders dan daarmede in het voetspoor onzer gereformeerde vaderen te treden? Mag dit nu niet meer? Hebben onze voorouders zich dan misgaan, als zy trots de vreselijke inquisitie, brandstapels en schavotten voor Rome en zijn dwaalleer niet hebben willen bukken? Handelden zij daarmede in strijd met Gods Woord en Wet? Rome beweert dit wel. Doch welke rechtgeaarde nazaat der Hervorming kan het dit toegeven? Ziet hy in het optreden onzer voorouders — en dit terecht — niet een van God geboden handelwijze en stryd tegen het bijgeloof? Moet en wil hij niet eren de nagedachtenis en het bloed van zo vele edele martelaten, die om der waarheid wille wreedaardig ter dood zyn gebracht?

En dewijl Rome nog hetzelfde Rome van weleer is, daar is ook de principiële stryd van de S.G.P. ten volle gerechtvaardigd.

De A.R. en de C.H. hebben wel in de waan verkeerd, dat er in de loop der tijden bij Rome heel veel ten guste veranderd was. Doch dit was niets dan een ydele inbeelding. In werkelijkheid is het niet veranderd. Ook de A.E. en de C.H. hadden dit, door de historie geleerd, kunnen weten. En zo zij het daaruit geleerd niet m v t w t n z R wisten of op de lessen der historie al geen acht sloegen, dan is hun dit zowel in het Parlement als in „De Banier" bij voortduring door de woordvoerders der S.G.P. gezegd. Zelfs Dr. Nolens liet hun dit weten als hij zijn befaamde woorden, „wy kunnen ook anders", waarschuwend verricht tegen de A.R. en C.H., eenmaal in de Tweede Kamer sprak. Maar trots dit alles hielden de A.R. en C.H. hardnekkig vast aan de coalitie. Dit leek in hun oog wel een eeuwig verbond te zijn. Doch hoe zyn zij in die mening bedrogen. De coalitie • werd verbroken. De R.K. zwenkten af naar de socialisten en lieten de A.R. en de C. H. in de kou staan. En daar bleef dan ook letterlijk niets over van de zo vaak geuite bewering der A.R. en C.H., n.l., dat de wasdom van het communisme en socialisme 't best in bondgenootschap met Rome te bestrijden vieL Het werd alstoen recht duidelijk, dat de redenering, waarmee men onder meer in het kamp der A.R. en C.H. de coalitie steeds verdedigd had, dat de coalitie 'n hecht bolwerk tegen de groei en bloei der ongeloofspartij was, niet opging. De R.K. gingen arm in arm met de socialisten en de A.R. en de C.H. hadden het toekyken. Rome bleek nog hetzelfde Rome als van ouds te zijn. Het let er zo nauw niet op, wie het tot bondgenoot heeft, als met deze de opmars naar de verroomsing van Nederland maar voortgezet en tot een goed einde gebracht kan worden.

Tegen de verroomsing van Nederland nu heeft de S.G.P. zich van stonde af gekeerd. Daartegen is zij steeds opgekomen. Moet zij daarom als anti-papistisch gedoodverfd worden? Welnu, dan strekt haar dit niet tot schande, maar tot ere.

Van een harer woordvoerders of leidslieden is niet te verwachten, dat zij, zoals mr. v. d. Goes v. Naters onlangs, een reis naar Rome ondernemen, om daar, zoals hij verklaar-, de, met de paus als staatshoofd een bespreking te voeren. Dat is wel wat heel wonders, die reis van mr. v. d. Goes V. Naters, de voorzitter van de kamerfractie van de Partij van de Arbeid, naar Rome. De reis zelf is even merkwaardig als het motief, dat deze vooraanstaande socialist daarvoor opgaf. Het was volgens hem om een staatshoofd te bezoeken. Nu, als zodanig heeft de paus al totaal niets in de melk te brokkelen. Wat wonder, dat men in de kringen van de R.K. hier te lande met grote instemming en vreugde van die reis kennis heeft genomen! Zoals reeds geschreven, is van de zijde van de S.G.P.-ers zulk een huldiging en eerbewijs als mr. v. d. Goes V. Naters de paus bewees, niet te wachten. Van die kant is evenmin te verwachten dat zij ooit in 't Parlement haar stem zal geven aan het gezantschap bij de paus, zoals de socialisten bij de laatste stemming, in onderscheiding met vorige stemmingen in de Tweede Kamer, deden. Zulk een fameuze zwenking als de socialististen in deze maakten, wenst de S.G.P. tot geen prijs te maken. Het Reformatorisch beginsel verbiedt haar dit ten enenmale. Het Reformatorisch beginsel eist

Het Reformatorisch beginsel eist toch, dat de S.G.P. optrekt tegen Rome, haar leer en streven. En dit niet, zoals het ook wel voorgesteld is, ujt haat tegen enig R.K.-medemens. Deze haat zij en blyve verre van de S.G.P. Haar strijd is en dient te blijven een principiële, ook .al wordt zij deswege als anti-papistisch gesmaad. Die smaad mag haar niet weerhouden het voorbeeld onzer vaderen te volgen, te meer waar Rome in den lande zo geducht op­ dringt. De burgemeesters-benoemingen zowel die van Haarlem als die van Arnhem, leggen daarvan 'n onwedersprekelijk getuigen/is af. Be-j nevens dit bezet het in het corps van ambtenaren en in het college van rechters steeds meer plaatsen. In de winkel-en handelstand zoekt het op winkel na winkel, onderneming na onderneming, magazyn na magazijn beslag te leggen. De millioenen vloeien weder rijkelijk via de kloosterlingen-onderwijzers naar de kassen der kloosters. Kortom, alom waar gij uw oog in den lande en ook in Indië laat gaan, grijpt Rome naar de macht. Steeds driester, steeds brutaler, steeds openlijker. Die dit vroeger nog niet zagen, zien het heden ten dage; die het eer-, tij ds niet erkenden, bekennen het thans volmondig. Trouwens, dat opdringen van Rome is ook geweldig. Vrijwel in heel het land zicht-enwaarneembaar. Diegenen, die er tot dusverre nog nooit verontrust over waren, gaat het thans benauwen.

Dat opdringen nu heeft de S.G.P. al jaren lang waargenomen. Daartegen heeft zij al van het begin van haar bestaan af gestreden. Hare Kamerleden hebben daartegen iii de Kamer hun stem verheven. De partij en ook hare kamerleden hebben dit ondanks het feit, dat zij met de smaad van anti-papisme overgoten warden, gedaan. Rome ging bij die uitgieting voorop en tal van Protestanten, vooral in de dagen der coalitie, deden in zijn gezelschap daaraan braaf mee. Het was en het is een heel koor, dat met zijn geroep van anti-papisme de S.G.P. en hare woordvoerders in de Kamer en in andere openbare colleges het pad zocht bijster te maken. Het is daarby zelfs reeds zo ver gekomen, dat er moed voor nodig is, om in ons oud geuzenland het vdor de Reformatie in 's lands vergaderzaal openlijk op te nemen. Te meer, daar de S.G.P. zulks gemeenlijk alleen heeft te doen. Zo was het in de dagen der coalitie en zo is het nog. Ja, geheel alleen hebben de afgevaardigden der S.G.P. tegen de aanslag van Rome op ons in de gouden eeuw zo Protestans land, moeten optrekken. En ook bij de algemene beschouwingen der Rijksbegroting voor 1948 had Ds. Zandt geheel alleen met Ir. van Dis in de Tweede Kamer de strijd aan te binden tegen Rome's aanmatigingen. Hij was toen de enige van al de Kamerleden, die, herinnerend aan hetgeen in Spanje nog in de jongste tijd geschied was en aan de/ Inquisitie hier te lande, zijn stem verhief tegen de steeds voortgaande verroomsing van Nederland. Hij was de enige, die er scherp tegen protesteerde dat onze militairen in Maastricht het geweer voor Kardinaal de Jong hadden moeten presenteren en zijn gegronde afkeuring openlijk uitsprak over hetgeen in Maastricht' bij de Maria-feesten was voorgevallen en over het gebed tot Maria, hetgeen Prof. Miskotte uit Leiden zelfs aanleiding had gegeven om in 't blad „In de Waagschaal" te spreken over 'n vreemde Godsdienst in Nederland. Hij was in heel de Kamer de enige, die ten scherpste geprotesteerd heeft over het feit, dat bij de beëdiging van Prinses Juliana kardinaal de Jong vlak achter de Ministers en de Raad van State.in een eenpersoonsrij gezeten was. Zeer naar waarheid heeft hij dienaangaande gezegd, dat honderdduizenden Protestanten in dat aan kardinaal de Jong gebrachte eerbewijs een schandelijke ten achter stelling hunner kerken en een eenzijdige bevoorreqhtingj van Rome's kerk zien. Ook was hij de enige, die er tegen opgekomen is, dat de onthulling van het standbeeld van Willibrordus in Utrecht een volkomen rooms-katholiek karakter had verkregen en geheel en al ontaard was in een rooras-katholieke plechtigheid.

Men moge desvs^ege de S.G.P. al smadelijk in de hoek willen neerzetten als anti-papistisch. Maar nogmaals, wat zegt dat? Wat wordt door Rome al njet als „anti-papistisch" gebrandmerkt? Anti-papisme, dat krijgt men van zijn aanhangers onmiddellijk te horen, wanneer men Rome ook maar een strobreed in de weg legt of het niet op slag en stoot op zijn wenken bedient. Daarvan levert een recente gebeurtenis in Delft een klaar bewijs. Anti-papisjne — zo weerklonk het in een deel van de r.k.-pers, hoofdzakelijk tegen de toenmalige Anti-revolutionnaire burgemeester van Delft, omdat de r.k. studentenvereniging aldaar niet op de eerste aanvrage direct het voormalige 3arbara-kloos-. ter als haar verenigingsgebouw ter beschikking werd gesteld. Anti-papisme — met dat geroep en geschreeuw zoekt men welhaast een ieder in verdenking te brengen, die daden verricht of woorden spreekt, die de r.k. niet^naar de .zin zijn. Anti-papisme heet het in het bijzonder als men voor de beginselen der Reformatie opkomt, krachtens deze tegen ^ Rome en zyn leer in verzet komt en tegen zijn verder en verder opdringen de Protestanten uit hun slaap ''en verdwazing wakker gaat schudden.

Ja, zo ver is het in Nederland reeds gekomen! Daarvoor moesten de slaperige Protestanten toch wel eens ter dege de ogen opengaan. Dit wordt meer dan hoog tijd."Het is zelfs dringend nodig. Het gevaar, dat Nederland van deze zijde bedreigt, is ontstellend groot. Als Rome in ons land de baas wordt, dan is het met de "rechten en vrijheden van de Protestanten gedaan. Dit heeft ons de historie van ons eigen land wel geleerd. Dit loert ons nog de geschiedenis van de jongste tijden in Spanje, Peru en andere rooms-katholieke landen. Daarom roepen wy dan ook met alle vrijmoedigheid en beslistheid alle Protestanten op om de S.G.P. en hare woordvoerders in de Tweede Kamer te steunen. De S.G.P. moge hare zetels in de Tweede Kamer behouden, liefst vermeerderd zien, opdat de stemmen van hare vertegenwoordigers in de Tweede Kamer zullen blijven gehoord worden. De Protestanten mogen zich niet als bastaardzonen der Hervorming gedragen en zich niet door het geroep en geschreeuw van anti-papisme van de wijs laten brengen. Het is van het hoogste landsbelang, dat de S.G.P. haar zetels in de Tweede Kamer blijft behouden, zo hét kon uitgebreid zien, dewijl de S.G.P.-afgevaardigden dg enigen zijn, — zelfs buiten de S.G.P. staande personen hebben het ons, in hun ons toegezonden brieven verklaard, — die tegen het opdringen van' Rome hun stem hebben verheven.

Niemand late zich het hoofd op hol brengen door de door Rome zo loos bedachte en door tal van Protestanten zo onnadenkend overgenomen leuze van „anti-papisme"., Ten derde male zij het u gevraagd, wat die leuze toch eigenlijk te betekenen heeft? Rome is toch ook niet pro-reforma; torisch ? En moet de S.G.P. dan wel pro-Rome zijn? Dit zou niet minder dan een schandelijke verloochening van heel de reformatie zijn. Dit zou niet anders betekenen dan een laaghartig verraad van haar gezegende beginselen. Dit zou een belediging en smadelijke krenking zijn van het vergoten martelaarsbloed. Dr. Kuyper heeft eenmaal in dier voege geschreven, dat Rome van de ure der landsgeboorte af onze erfvijandin is. Het is onloochenbaar waar, dat Rome het Protestantisme van Neerlands grond liever vandaag dan, morgen voor goed verbannen wilde zien. Daartegen roepen wij alle Protestanten in het geweer. Daartegen heeft een iegelijk Protestant zich te verzetten. Daartegen roepen wij hen dan ook ten strijde op. En dit volstrekt niet uit enige haat tegen de r.k. als onze medemensen. Neen, neen, het geldt een principiële bestrijding. Doch in die strijd blijve ook geen enkele Protestant ten achter. Niemand late zich van deze zo hoog nodige strijd aftrekken door de luid opklinkende kreten van „anti-papisme". Stellig mag dit bij geen enkele S.G.P.-er het geval zijn. Elke S.G.P.-er is reeds aan zijn naam verplicht in die strijd in de voorste rij te staan. Hij zij zijn vaandel getrouw. Hij verloochene de zo zware kamp, die onze vaderen eenmaal met opoffering van hun goed en bloed gestreden hebben, niet. Hij-wekke zijn vrienden en geburen op om straks bij de verkiezingen op de lijst der S.G.P. te stemmen. Elk hunner moge om des beginsels wille zijn dure plicht verstaan. 5,

Wij roepen tot die strijd nog te meer op, dewijl de C.H. in dit jaar in de Tweede Kamer ten aanzien van de subsidies aan de bijzondere hoge scholen in de Tweede Kamer over stag zijn gegaan. Jaren aaneen hadden de C.H.-Kamerleden zich tegen de toekenning van die subsidies verzet. Dit jaar echter hebben zij hun houding ten aanzien daarvan geheel gewijzigd. Zij hebben namelijk hun stem uitgebracht voor het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Hoger-Onderwijswet. Bij die wijziging voeren de R.K. hoge scholen door toekenning van subsidies zeer wel. Het hek is daarmede van de dam. Het begin is er en straks zal de voortzetting daarvan door de toekenning van nog al grotere en meerdere subsidies wel plaats vinden. De C.H. kunnen daar dan op principiële gronden niet meer tegen stemmen. Principieel is toch bij deze stemming de beslissing gevallen.

Ook uit deze beslissing blijkt wel hoe zeer Rome in ons land aan macht en aanzien wint en evenzeer dat het verzet daartegen in bepaalde Protestantse kringen steeds slapper en slapper wordt.

De S.G.P. Kamerleden hebben uit principiële overwegingen hun stem aan bovenvermeld wetsontwerp onthouden. Zij hebben bij de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer niet het woord gevoerd, hetgeen ook geheel overbodig was, daar zij hun standpunt in dezen nog kort te voren bij de behandeling van de hoofdstukken I en VI (dat van onderwijs der Rijksbegroting) in den breede uiteengezet hadden. Zij hebben daarbij de zeer wijze raadgeving van mr. Groen van Prinsterer ter harte genomen, waar hij een kleine fractie de raad geeft om niet te veel in de Kamer het woord te voeren en niet door overbodige redevoeringen de tijd der Kamer in beslag te nemen en in het vervullen van haar werkzaamheden door het houden van redevoeringen die niet strikt noodzakelijk zijn, op te houden en te hinderen. De kamerfractie der S.G.P. kon dan ook zeer wel volstaan met tegen het wetsontwerp te stemmenen 'door, alvorens de stemming plaats had, een korte verklaring af te leggen, welke bij monde van Ds. Zandt gedaan werd en welke in de navolgende bewoordingen geschiedde:

„Mijnheer de Voorzitter!

Uit principiële overwegingen, welke wij nog kort geleden bij de behandeling van de hoofdstukken I en VI der Rijksbegroting in de Kamer in den breede , uiteengezet hebben, zullen wij onze stem noch aan het ontwerp tot wijziging en aanvulling! van de Hoger-Onderwijswet, noch aan, zijn considerans kunnen geven".

Ziet hier, lezers, weder een bewijs te meer, hoe noodzakelijk het en hoe zeer het in 's lands belang is, dat de S.G.P. haar zetels in de Tweede Kamer behoudt en ook hoe gewenst het zou zijn, indien het aantal dier zetels vermeerderd kon worden.

De S.G.P^j afgevaardigden verspillen niet hun kracht in het houden van overbodige redevoeringen en houden daarmede de Kamer in hare werkzaamheden als kleine partij niet op, doch wanneer de geschikte tijd en gelegenheid daar waren, dan mochten zij krachtig en onversaagd voor de beginselen der Reformatie uit-' en opkomen. Ook al stonden zy daarbij geheel alleen. Zelfs, als zij met de smaad overladen werden, dat zij anti-papisten van je-welste soort waren. Die smaad aanvaardden en trotseerden zij waar het het welzyn van het Protestantisme en het landsbelang gold. En wij vragen aan een iegelijk Protestant of zij alzo handelende, hun Protestantse plicht niet vervuld hebben? En wij spreken hier de oprechte wens uit, dat God de Heere geve, dat er nog tal van jaren in de hoge Landsvergaderingszaal en in andere openbare colleges vrij en onvervaard voor de gezegende Hervorming en haar leer het pleit gevoerd mag worden. Dit achten wij, dewijl Rome steeds aanmatigender optreedt en het er geheel op toelegt om in ons oud geuzenland de heerschappij te voeren, dringend noodzakelijk. Daarbij biede elke Protestant de S.G.P. en haar Kamerleden zijn steun en geve bovenal de Heere die afgevaardigden der S.G.P. daarvoor wijsheid en krachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1948

De Banier | 8 Pagina's

De Beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1948

De Banier | 8 Pagina's