MOORDRECHT

De Kiesvereniging der S.G.P. te Moordrecht hield Maandag 19 April j.l. haar huishoudelijke vergadering. De voorzitter, G. Anker, opende met te laten zingen Ps. 79:4 en Schriftlezing uit Hebr. 11 en heette daarna de aanwezigen welkom. Met voldoening werd door hem op de gestadige aanwas der leden gewezen. Ook het financieel gedeelte werd in orde bevonden. Een der leden refereerde over art. 1 en 2 van het Program van Beginselen der S.G.P., waarin de nadruk gelegd werd dat het naar voren brengen van de beginselen die Calvijn op grond der Heilige Schrift fundeerde juist in onze dagen niet overbodig is. De roep „wij Calvinisten" dekt immers niet altijd Calvijns leer. Spreker staalde dit met enkele bewijzen. De souvereiniteit van dfe mens wordt aangebeden, ook in onze dagen weer. Een geest van revolutie golft over ons land en volk heen en velen buigen zich voor de tijdgeest. Calvijn wist van geen afbuigen van de Heilige Schrift. Gods recht en eer moet zegevieren over alle geledingen van het leven. Het is de S.G.P. die dit mede voorstaat. Het program wijst dit duidelijk uit en kiest stelling tegen de revolutie op de grondslag van Schrift en belijdenis. De S.G.P. wil er de nadruk op leggen dat de reformatie maar gefen afgetrokken begrip is, maar deze reformatorische beginselen ook aan de overheid als taak voorhouden.

Spreker wijst in dit verband op de Institutie van Calvijn waar hij zegt, dat de overheid te regeren heeft tot Gods eer, zich heeft te laten leiden door het Woord Gods, de ware Godsdienst te beschermen en het burgerlijk leven te vrijwaren van godslasterlijke uitingen, opdat de algemene rust niet gestoord worde.

De staat heeft weliswaar een eigen terrein en mag niet heersen over de ccnsciëntie, maar mag ook niet achter blijven om voor-de naleving van Gods wet te waken. Zij is stedehouderesse Gods. Daaruit vloeit voort, dat alle wetten gebaseerd moeten zijn op de wet Gods als regel der gerechtigheid. Velen menen dat Calvijn hier op een dwaalspoor is. Hij bestreed dit door te wijzen op Israels historie. God heeft de overheid niet aangesteld om slechts aardse geschillen te beslechten maar ook om het geestelijk welzijn der onderdanen te bevorderen. De zedenwet is eeuwig. Daarom neemt de S.G.P. geen getuigenis van mensen als basis, maar Gods Woord en ook de belijdenis der vaderen niet als afgeleid gezag, maar als omschrijving van 't ware geloof. Dus ook art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Alleen daarin/ ligt de waarborg van ware vrijheid. Hoe ver is van dit alles afgeweken. Het heilloos beginsel der vrij-geesterij treedt al dries­ ter op de voorgrond en de ontkenning dat Gods wet de grondwet moet zijn van de staat wordt al luider gehoord. Maar juist daarom is ook het bestaansrecht der S.G.P. gewettigd, die daartegen stelling neemt.

Met de wens dat de S.G.P. verwaardigd moge worden een Bijbelse staatkunde maar veel te propageren en te mogen opkomen voor Gods eer, dag en Naam en Wet besloot spreker deze leerzame en duidelijke uiteenzetting.

Op gebruikelijke wijze werd de vergadering gesloten nadat voorbereidende werkzaamheden voor de aanstaande verkiezingen waren besproken.

De secretaris.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen