Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXXVII.

De agenda voor de najaarszitting der Staten van Zeeland, is ditmaal wel zeer* kort en bevat ook weinig voorstellen van groot belang. Als de begroting voor 1949 er niet bijgevoegd was, dan zou er bijna geen aanleiding geweest zijn om te vergaderen. De begroting is echter altijd een gewichtig voorstel, want daarin wordt eigenlijk het beleid voor het volgen­ : de jaar, of volgende jaren, bepaald. Niet altijd wordt daaraan, bij lagere publiekrechterlijke lichamen, inzonderheid in de kleine gemeenten, voldoende aandacht geschonken. Er is wel onderscheid tussen de bestuursvorm van een provincie en een gemeente, maar de begroting bepaalt toch in elk in grote lijnen wat gedaan kan en moet worden. Het is een machtiging aan de dagelijkse besturen, in de provinciën aan de Gedeputeerde Staten en in de gemeenten aan burgemeesters en wethouders. Dank zij de bijzondere uitkering uit 's rijks kas sluit de begroting van de provincie Zeeland ook voor 1949, zoals die voor 1948 sluitend was.

De financiële regeling tussen rijk en provinciën is op de helling en, naar verwacht mag worden zal binnen niet al te lange tijd een meer vaste regeling worden verkregen. Het zal niet gemakkelijk zijn om een regeling te treffen, want het onderscheid tussen de provinciën is groot. Dat onderscheid mag groot zijn tussen de gemeenten onderling, maar het is ook opmerkelijk zo tussen de provinciën. Ligging en aard, dichtheid van de bevolking, het al dan niet belast zijn met het onderhouden van technische werken, zoals verkeersverbindingen en zeeweringen, geven een onderscheiding die ook tot uiting komt in de provinciale begrotingen. De kosten van het algemeen bestuur drukken in een provincie met minder inwoners meer dan in de andere. Toch gaat dat ook niet geheel op, want de provincie Noord-Holland is het laagst met een percentage van 7, 66-en dan volgt Groningen met 11, 91. Het hoogste is Drenthe met 18.80 en dan volgt Zeeland met 17.62 %.

De. uitgaven voor Waterstaat en Verkeer zijn het hoogst in Groningen, met 64, 03 % van de totale uitgaven, dan volgt Overijssel met 58, 46 en daarna Zeeland met 57, 47. Het laagst is Noord-Brabant met 41.06 % De grootste verschillen komen voor in de uitgaven voor Economische aangelegenheden, waarvoor Utrecht en Limburg niets uitgeven, en Zeeland 10, 02 % op de begroting heeft gesteld.

Ook in Arbeid, Maatschappelijke steun en voorzorg is er verschil. Daarvoor geeft Zeeland het minste uit, namelijk 4, 92 % en Zuid-Holland het meeste, want daar is 25, 40 % voor die doeleinden gesteld.

De cijfers welke boven zijn gegeven zijn niet ontleend aan de begrotingen voor 1949, maar uit die voor 1948. Het verschil is wel treffend en wijst ook wel op 'n groot verschil in de op­ vatting van de besturende colleges ten opzichte van de taak die ze hebben te vervullen. Of, zou dat niet ge. heel juist zijn? Het is ook niet uitgesloten dat de mogelijkheid tot 't doen van uitgaven en de noodzakelijkheid in sommige provincie voor het doen van bepaalde uitgaven hier een groter invloed oefenen dan de wil van de bestuurders. Ook zal het niet zonder invloed zijn hoe de ontwikkeling is geweest in de loop der jaren.

Het is de financiële toestand geweest die invloed heeft gehad en nog heeft op het bedrag, dat Zeeland uitgeeft voor Arbeid, Maatschappelijke steun rm Voorzorg. Immers, reeds geruime tijd terug Is de bijdrage die de provincie gaf voor de verpleging van armlastige krankzinnigen, aanmerkelijk verlaagd. Dat is nu nog van invloed, en het is niet te verwachten, dat daarin zo spoedig verandering zal komen.

Dat alles wijst er wel op welk een moeilijke taak het wezen zal een regeling te ontwerpen voor de finan-: .ciële verhouding tussen rijk en gemeenten en rijk en provinciën. Immers, als in de ene provincie een hoge bijdrage voor de verpleging van armlastige krankzinnigen wordt gegeven, en in een andere provincie een lage, dan is daar alweer het onderscheid tussen de gemeenten.

Er zal dan ook een taakomschrijving moeten komen. Dat is echter vlugger geschreven dan gedaan. Provinciën en gemeenten, alhoewel op zichzelf geen levende lichamen, zijn toch wel ' verzorgers van levende organismen. Waar leven is, is groei, daar is verandering. Dat zal het juist zo moeilijk maken. Dan komt er nog bij dat het niet mogelijk zal zijn het eenmaal historisch gegroeide met een handomdraai of met een wetsvoorschrift te veranderen. En toch zal er wat gedaan moeten worden wil het weer niet scheef lopen m.et de financiën van de provinciëën en de gemeenten. Naast een taakverdeling, zal het ook onontbeerlijk zijn een eigen belastinggebied te hebben. Dat zal kunnen helpen om de verantwoordelijkheid der bestuurders, en ook die van hen die de bestuurder* kiezen, op te voeren.

Hier kruisen lands-en provinciaal beleid elkaar. De provinciën kunnen hun zienswijze geven, maar het landsbestuur zal de beslissing hebben.

Uw Zeeuwse Briefschrijve

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1948

De Banier | 8 Pagina's

BRIEF uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 1948

De Banier | 8 Pagina's