Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

De 23 Februari 1572 werd ah VVouterszoon voor het eerst door e inquisiteur een scherp verhoor afenomen. Men begon daarbij met de aag wie zijn onderwijzer was ge-/eei st in de leer der doopsgezinden. Fouterszoon gaf daarop een ontwijend antwoord. Hij zeide: „God eeft mij geleerd de dwalingen van lome te ontwijken en Hem alleen te ienen". k t k v E m

'e inquisiteur bleef echter bij zijn raag en wilde weten welke predier hem verleid had. v d m

i^outerszoon gaf ten antwoord: „Wil aarop geen antwoord van mij veren, waartoe zal ik namen noemen baat het niet en het brengt hen , ellende". d z n

Wij willen het toch weten, hernam e inquisiteur. „Wie zijn uw vrienen! Antwoord, anders zullen wij öt andere middelen overgaan!" Doe wat ge wilt", sprak Woutersoon, „God is met mij. Hij zal my iet verlaten". •

ieen vleitaal, geen belofte, geen bereiging kon hem van gedachte doen eranderen. Tenslotte zei de inquiiteur: „meester, doe uw plicht". e scherprechter ontblootte het boenlijf van de gevangene tot. op de ^upen, bond zijn handen op de rug an het touw, dat door een katrol van e zolder nederhing, bond zijn voeten aneen door een touw, dat aan een aak in de grond bevestigd was, deed hem een blinddoek voor de ogen en draaide toen aan een lier, die het touw van de katrol opwond, waardoor heel het lichaam van de martelaar allengs werd uitgerekt. De hevigste pijnen folterden de ongelukkige. De schout was ook tegenwoordig en daar hij ondanks de ketterij toch achting voor de schilder had gekregep, gevoelde hij medelijden met de gemartelde. Hü liep onder de pijniging naa^' hem toe en zeide: „Noem ons toch de namen uwer vrienden, dan eindigt dit lijden!"

Even opende Wouterszoon de ogen en stamejde: „Jk lijd veel, zeer vfeel, maar mijn Heiland leed nog meer, vooral aan het kruis. Neen, ik mag de namen mijner broeders niet noemen en hen aan u niet overleveren". Daarna kwam een van de minrebroeders op de gemartelde toelopen en zei tot hem: „Gij moogt gerust de namen uwer geloofsgenoten noemen, gij lijdt zonder oorzaak; zo gij het rechte volk van God zijt en ook uw broeders en zusters gedood worden, dan zullen zij immers met u de kroon der martelaren ontvangen; maar naardien ge het niet zijt, zo haat ook de boze, gelijk God hem haat!" W'outerszoon zweeg op deze schampere taal.

Nu werd het touw, dat door de katrol liep, vastgebonden en het uitgerekte lichaam, dat reeds onuitsprekelijke pijnen te lijden had gehad, werd met roeden gegeseld. De meeste slagen kwamen op de buik aan en na weinige minuten vloeiden grote bloeddruppels liangs het gepijnigde lichaam op de grond.

Eindelijk werd de lijder neergelaten.

„Wilt ge ons de namen uwer geloofsgenoten noemen? " vroeg de inquisiteur.

„Neen mijnheer", sprak de gevangene „dat mag, dat kan ik niet!" Weer werd hij opgetrokken en opnieuw gegeseld.

Een hellebaardier kon het wrede schouwspel niet langer aanzien. „Ik moet vertrekken", zei hij, „anders ben ik nog eer dood dan de ketter.

Aanhoudend striemden de geselslagen de borst van de martelaar; gedurig werd hem dezelfde vraag voorgelegd, maar steeds was het antwoord ontkennend en voortdurend was zijn bede tot de Heere om ondersteuning.

„Gij hebt een stomme duivel", sprak de scherprechter, „maar ik zal u wel aan het spreken krijgen. Ik heb meer volk van uw soort onder handen gehad. Wacht maar!" En weer sloeg hij er met vernieuwde woede op los, zonder zich aan het zuchten van zijn slachtoffer te storen.

Eindelijk gebood de inquisiteur de marteling te staken. Wij zullen u tijd van beraad geven, zei hij tot Wouterszoon. Maandag moet ge weer voor onze vierschaar verschijnen, maar weet wel, dat hetgeen ge nu geleden hebt, maar kinderspel is bij hetgeen ge zult ondergaan, als ge hardnekkig blijft!"

VVouterszoon werd daarop naar zijn cel teruggebracht. Door de vreselijke marteling was het hem echter onniog-elijk om te lopen. Hij moest gedragen worden en werd op zijn hard leger van stro neergelegd. Het bloed gutste met grote druppels uit zijn lichaam; een felle koorts woedde door zijn aderen, zijn tong kleefde aan zijn gehemelte. Maar in die nacht kwam niemand hem bezoeken. Niemand bood hem enige lafenis; eerst de volgende morgen kwam men zijn wonden afwassen en omzwachtelen.

De Maandag, waarop de gevangene andermaal zou worden voorgebracht, ging voorbij zonder dat de kerker ontsloten werd. De schout begreep, dat de martelaar nog te zwak was, om opnieuw te lijden. Eerst Dinsdags M'erd hij andermaal op de pijnigingszolder gebracht. Biddende betrad hij dat afschuwelijke verblijf. De woorden: „o Heere, laat mij, Uw dienstknecht, niet verzocht worden boven vermogen ! Vergeef mijne beulen !" werden door zijn rechters gehoord en met spot en gelach beantwoord.

Het verhoor begon.

j.Hebt ge u bedacht? " was de eerste vraag.

, .Mijn geweten kan dat niet. Ik kan niet doen , wat gij begeert!"

„Wij nemen die schuld op ons. Gij moogt wel de namen uwer vrienden noemen!"

„Dat kunt ge niet op u nemen, vyant ieder zal eenmaal voor zichzelven aan God verantwoording verschuldigd zijn!"

Maar hoe kan uw meester bezwaard worden of uw huisvrouw, die zijn immers toch al weg. Wat kan het de plaats schaden, waar ge gedoopt zijt? "

Allen vielen nu tegelijk op de gevangene met vragen aan.

Welk een geweldige jacht naar macht geven ons onze dagen niet te aanschouwen! Het komt er daarbij veelal niet op aan, hoe deze verkregen wordt, als zij maar verkregen v/ordt. k a T d i k

De middelen, welke men daartoe aanwendt, zijn soims te schandelijk om ze bij name te noemen. b t z

Werd nu geloofd, dat aan alle onrechtvaardig verkregen goed of macht de vloek kleeft, dan zou men niet zo belust zijn om deze te verkrijgen. v t a

Het laatste wordt meestal over het hoofd gezien of in het geheel niet geloofd en nochtans is dit een zekere en' vaste waarheid, welke door geen menselijke kunstgreep of macht te niet gedaan kan worden. t t h h

Het conflict toch tussen Sovjet-Rusland en Yoego-Slavië, waarop de ogen van zo velen thans gericht zijn, neemt steeds scherper vormen aan en niet zonder enige vrees heeft men zich af te vragen, waarop dit conflict uiteindelijk nog zal uitlopen. m t v

Op Maandag 29 Augustus heeft de Sovj et-regering weer een nota aan de Yoego-Slavische regering doen toekomen, welke al de vorige nog in scherpte en in bittere en schampere bewoordingen verre overtreft. Het is een nota van zes duizend woorden, waarin planken van dik hout worden gezaagd en welke als antwoord op de nota van 20 Augustus van de Yoego-Slavische regering imoet dienen. Niet alleen ontbreekt elke vorm van hoffelijkheid in de Russische nota, maar daarin wordt de Yoego-Slavische regering in ronde bewoordingen naar het hoofd geslingerd, dat zij lastert en liegt. En daar is het zelfs niet eens bij gebleven, de Yoego-Slavische regering wordt daarin voorts als „de vijand" als „kwaadaardige deserteurs" en als „een jong hondje, dat zich zo groot voelt, dat het tegen een olifant durft te blaffen, betitelt, terwijl haar onder meer nog lafheid en verraad ten laste gelegd wordt. K m z k z p t t T d s h r s g g s z v h s s d d

En stellig ook al om de nota kracht bij te zetten, hebben er nieuwe Russische troepenconcentraties in Roemenië plaats gehad in een gebied, dat slechts 40 kilometer van de grens van Yoego-Slavië ligt. Deze versterkingen, die aldaar in de laatste dagen zijn samen getrokken, omvatten minstens twee gepantserde divisies en 'n aantal gevechtsvliegtuigen. De tanks zouden bij een eventuele aanval in één dag in Belgrado, de hoofdstad van Yoego-Slavië kunnen zijn, terwijl Bulgarije het enige land aan de oost-grens van Yoego-Slavië is, waar nog geen troepenconcentraties geconstateerd zijn. d s v d g e t B l m h a b w n v g

Geen wonder, dat de internationale diplomatieke wereld steeds meer in beroering komt, naar mate de berichten over de Russische militaire voorbereidingen talrijker en dreigender worden. Van Engelse officiële zijde is aan Tito's regering de vraag gesteld of deze werkelijk van plan is de Sovjet-regering voor de Veiligheidsraad te dagen onder beschuldiging van bedreiging van de wereldvrede, een vraag, die tot dusverre onbeantwoord is gebleven. Dat de toestand enigermate gespan­ D z o i r b z f h 1 b t e

nen is, blijkt wel hieruit, dat de Westerse ambassadeurs te Belgrado in voortdurende verbinding staan met hun regeringen, die zij van elke nieuwe ontwikkeling in de situatie nauwkeurig op de hoogte houden. Ook moeten de regeringen van de w v s c a d a v

Verenigde Staten van Amerika, Engeland en Frankrijk met elkander in overleg getreden zijn om gemeenschappelijk op te treden en de Sovj et-Unie te waarschuwen tegen verstoring van de vrede op de Balk O d g W w kan en inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Yoego-Slavië. Tevens is het niet zonder betekenis, dat de Yoego-Slavische ambassadeur in allerijl naar Amerika is teruggekeerd en zich naar Lake Succes heeft begeven om in geval de Russische troepen een aanval op Yoego-Slavië zouden ondernemen, direct deze aanval ter kennis van de Veiligheidsraad te kunnen brengen.

"\''olgens zijn verklaring was deze ambassadeur naar Yoego-Slavië gekomen om aldaar zijn vacantie door te brengen, maar hij had echter zijn vacantie doorgebracht op het ministerie van buitenlandse zaken, waar hij de ene conferentie op de andere had bijgewoond.

Voor maarschalk Tito kan het tot bemoediging strekken, dat de nationale burgerwacht en ettelijke legerafdelingen aan hem in speciale boodschappen hun onvoorwaardelijke trouw hebben toegezegd. Elke aanval, die die vreemde apostelen van de Kominform zullen ontketenen, zal met alle middelen worden gekeerd — zo hebben deze mannen Tito verzekerd. Bovendien is het voor Tito een zeer gunstig teken, dat de arbeidsprestaties in het land in de laatste tijd zeer aanmerkelijk zijn gestegen, terwijl het sterk in het voordeel van Tito is, dat vele vroegere tegenstanders van hem zich thans achter hem scharen van oordeel als zij zijn, dat het Yoego-Slavische communisme rog ver te verkiezen is boven de Russische overheersing.

Over het algemeen houdt men in de grote wereldpers het er voor, dat er geen oorlog, althans niet direct, tussen Sovjet-Rusland en Yoego-Slavië zal uitbreken, zonder dat die pers voor haar mening echter deugdelijk bewijs aanvoert. De u, i'i? komst kan haar zeer wel mogelijk in het gelijk stellen, maar hoe het ook zij, dit ene staat wel boven alle bedenking vast, dat er in het Yoego-Slavische geschil danig met vuur gespeeld wordt en dat in een zo vol geladen kruitvat slechts een enkele vonk behoeft te vallen om het met al de gevolgen van dien in lichte laaie te zetten. En die gevolgen kunnen waarlijk van zeer ernstige aard zijn. Meer dan eens toch zijn de verwikkelingen op de Balkan het begin van een grote oorlog geweest en zij kunnen dit o zo gemakkelijk weer opnieuw worden. De huidige toestand aldaar is van die aard, dat er een ogenblik kan aanbreken, waarop Stalin het niet bij woorden alleen zal laten. Te meer niet, daar hy in de jongste tijd al verschillende diplomatieke nederlagen, , voor lief heeft moeten nemen. Dit is onder meer het geval ten opzichte van de termijn, welke destijds op de conferentie van de Kominform in Polen gesteld was. Op die conferentie werd vastgesteld, dat September 1949 de uiterste termijn moest zijn, waarop het met het Tito-regiem finaal afgelopen moest zijn. En ziet, het is inmiddels reeds September 1949 geworden en nog is Tito aan 't bewind. En wat Griekenland betreft, Stalin heeft ook in die kwestie en nederlaag te slikken gekregen, want hij heeft het moeten aanschouv/en, dat het Griekse leger op ondercheidene belangrijke punten met de. ommunistische opstandelingen heeft fgerekend. Daarbij komt nog, dat e mogelijkheid bestaat, dat binnen fzienbare tijd een definitief vredeserdrag met Oostenrijk tot stand e an komen. m

p 1 September moeten volgens geane afspraak de vertegenwoordiers der vier grote mogendheden te enen een nieuw rapport met onterp-regelingen aangaande het Oosv z t a tenrijks vredesverdrag aan hun regeringen overleggen. Komt dit vredesverdrag tot stand, dan zullen de Russen hun verbindingstroepen uit Hongarije en Roemenië moeten terugtrekken, waardoor hun imilitaire macht belangrijk zou verzwakken.

Met dit al blijft nochtans Tito's positie hachelijk. De scherpe economische blokkade, welke Yoego-Slavië van de zijde van de Sovj et-Unie en haar aanhang heeft te verduren, heeft Tito gedwongen om zich met een aanvrage om financiële steun naar het Westen te wenden. Hij heeft namelijk een aanzoek bij de Amerikaanse Export-Importbank gedaan om een lening van 25.000.000 dollar van haar te verkrijgen. Bovendien wordt het rijk nog altijd bedreigd door een binnenlandse opstand of een zogenaamde bevrijdingsactie, welke met Russische steun ernstig genoeg kan zijn. Met het oog op alle mogelijke gebeurtenissen heeft maarschalk Tito, hoewel hij daar meer dan elders bloot staat aan een aanslag op zijn leven, zich naar Belgrado begeven om de leiding van leger en politie geheel in eigen handen te nemen. Een officieel antwoord op de laatste Russische nota is nog niet gegeven. Maar uit het officiële coonmunistische regeringsblad valt wel af te leiden, hoe dit er uit zal zien. Daarin staat te lezen, dat Yoego-Slavië beslist weigert onder het Russische juk te buigen en zich met alle kracht en middelen zal verzetten als de Sovjetunie zal proberen het op de knieën te krijgen.

ehalve dan over de Russisch-Y oego-Slavische kwestie, die wel in het brandpunt van de belangstelling der wereld staat, valt er weinig belangrijk nieuws te vermelden.

De Engelse ministers Bevin en Cripps zijn naar Amerika vertrokken om de conferentie in zake de valuta en andere belangrijke financiële aangelegenheden bij te wonen.

Dat het in Engeland alles behalve rooskleurig gesteld is, blijkt onder meer wel duidelijk uit het rapport, dat de Algemene Raad van het Trade Union Congress, het top-orgaan van de Engelse vakbeweging, heeft uitgegeven. Daarin wordt onomwonden gezegd, dat als de vakverenigingen blijven ijveren voor de onmogelijke verhogingen van de lonen, daardoor niet alleen de binnenlandse economische politiek van de regering in gevaar komt, maar ook het gehele plan voor het herstel van Europa.

De sociale maatregelen en de tegenwoordige lonen en prijzen kunnen alleen gehandhaafd worden als de vakverenigingen geen verdere eisen stellen. Nu is er geen werkloosheid. De Raad meent, dat als haar rapport niet zal worden aanvaard, werkloosheid het gevolg zal zijn. De Raad is in zijn rapport van oordeel, dat de belastingen op winsten niet meer verhoogd kunnen worden. Er worden geen grote winsten meer gemaakt en de loonbelastingen kunnen niet worden verlaagd. Het rapport verklaart bovendien, dat geen grote prijsverlagingen meer verwacht m.oeten worden en laat doorschemeren, dat men blij mag wezen, als men houdt wat men op het ogenblik heeft. Dit rapport zal op het congres van alle vakbewegingen, dat binnenkort te Beidlington gehouden zal worden, en onderwerp van besprekingen uitaken. Het is te verwachten, dat communistisch georiënteerde vakerenigingen zich daar heftig tegen ullen keren, gelijk het communisisch blad de Daily Worker dit nu l doet.

I n Duitsland gaat het de Ru5j| ook al niet voor de wind. Telki^ Kei weer proberen Duitsers uit de Rj sische zone naar die van het Westj uit te wijken, zelfs de politie-maim doen daaraan mee. Geen wondet Want niet alleen gaat men daar g bukt onder de Russische druk, mg, ook is het leven er in vergelijkij met het Westen van Duitsl; ilai schreeuwend duur.

"^'rij algemeen verwacht men, dat ^ Russische leger in de komende herfi uit Duitsland teruggetrokken v/orden, hetgeen zonder bezw kan geschieden, want Rusland hf aldaar een sterk en goed gewap politie-leger op de been gebrack Bovendien heeft Rusland in Duitse zone een comité „Vrij Duiti land" ingesteld, dat nu zal proben hetgeen de Duitse communisten gelukt is, het Duitse volk voor h communisme te winnen. Het is ec ter vrij zeker, dat het comité daar evenmin zal slagen, want behali heel het Russische optreden heelt onder het Duitse volk ontzaggejjj veel kwaad bloed gezet, dat zovel duizenden Duitse krijgsgevangene nog steeds niet vrijgelaten zijn gi worden en meestal slaafse dwaiii arbeid moeten verrichten. Tegen feit zullen op 14 October in geha Vv'est-Duitsland protestvergaderij gen worden gehouden. Dit Aaar a leiding van een bidweek, welke Evangelische Kerk voor de krijt vangenen zal houden. De bevolhiii zal alsdan op verschillende manii ren, onder andere door het luide van de klokken en door het gedurei de enkele minuten stopzetten van verkeer er bij bepaald woij^en, i r.og ontelbare Duitse krijgsgevang nen en ontvoerde burgers gedwongi in de Sovjet-Unie moeten verblijvei

T en slotte nog een korte oprae king over de Europese Raad. In ( laatste tijd heeft deze in commii sies vergaderd, waarvan, sommis een rapport over door hen verricht werkzaamheden hebben uitgebrach Eén van die commissies heeft tot Amerikaanse regering het verzoel gericht om de invoer-tarieven te vei Jagen, opdat de Europese lar' goedkoper en meer naar Amé zullen kunnen uitvoeren. Een ander commissie heeft zich bezig gehoudei met de toelating van nieuwe leden Het is opmerkelijk, dat in het daar over uitgebrachte rapport met woord melding gemaakt wordt ove de toelating van het West-Duits rijk. Het is volstrekt niet onmoge lijk, dat Frankrijk daaraan debet ii want daar zijn in de laatste tijd hei wat, waaronder die van gezaghei) bende Fransen, stemmen opgegaan die zich met alle beslistheid tegei een spoedige toelating van West Duitsland tot de Raad van Europ verzet hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1949

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1949

De Banier | 8 Pagina's