Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands Overzicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands Overzicht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het jaar 1949 ligt weder achter ons. Dit jaar sluit een halve eeuw af. In het begin daarvan leek het een vreedzaam verloop te zullen hebben. Hoog steeg de lof over de beschaving op. Men waande in een verlichte eeuw aangeland te zijn. Het vredespaleis te Den Haag was kort geleden voltooid. Men koesterde de stoutste verwachtingen van de beschaafde mensheid. Deze zou met haar redf de wereld opperbest besturen. Om God noch Zijn gebod bekommerde men. zich vrij algemeen niet. De mens was immers beschaaf di en verlicht geworden. Hij zou een tijdperk van algemene vrede en ongekende welvaart doen dagen.

Hoe gans anders is het echter in die halve eeuw verlopen. Ook daarin werd het voor aller oog zichtbaar bewaarheid, dat God Zich niet laat, bespotten en dat de mens zal maaien hetgeen hij zaait.

In dat tijdperk hebben er twee oor logen gewoed, vreselijker dan de historie ze te voren ooit had gekend. Stromen bloeds heeft de aarde daarin ingedronken. Onbeschrijfelijke ellende is daardoor over de aarde en hare bewoners uitgestort. Hele «treken zijn verwoest en tal van steden geheel of gedeeltelijk tot puinhopen gemaakt. Millioenen vrouwen zijn dientengevolge zonder man, millioenen kinderen zonder vader. Voorspoed was voorspeld, maar onbeschrijfelijke armoede is gekomen. Het ene wee was nauwelijks gegaan en het andere was al weer gekomen. Hoe is het in deze halve eeuw bevestigd, dat wie God verlaat smart op smart te vrezen heeft en dat de wijsheid dezer wereld niet dan kwelling en teleurstelling baart.

Ook het jaar 1949 legt daar getuigenis van af. Het is een jaar van teleurstelling geworden. Het heet vrede te zijn, maar het is nog in der werkelijkh3id volop oorlog. Aller, bereiden zich voor op een nieuwe wereldoorlog. Milliarden bij milliarden worden voor een wapenuitrusting besteed , waarmee men elkander op het dodelijkst kan vernietigen. In de werkplaatsen en laboratoria zet men er alles op om wapens en vliegtuigen te fabriceren, waarmee men met bommen en atoombommen hele provincies in een oogwenk tij ds met de de grond gelijk kan maken, waarbij noch mens noch dier het leven bespaard wordt.

De machtigen der aarde weten zulks nog veel beter dan wij, die daarover schrijven, doch hun ontbreekt de kracht om het onheil te bezweren. Zij beleggen confelrentie qip conferentie, roepen de ene Raad na de andere in het leven, sluiten pacten en verbonden telkens weer opnieuw, beraadslagen een heel deel van het jaar dag bij dag in de vergaderingen van de Organisatie van de Verenigde Naties, maar dat alles brengt de heilzame uitkomst niet, in tegendeel, juist daardoor krijgt alles een nog al veel dreigender en gevaarlijker aanzien.

In de vergaderingen van even te voren genoemde Organisatie is het toch ruzie op ruzie, heerst een wrange geest, worden bitse woorden gesproken, gaat men elkander op een ongegeneerde, krenkende, bepaald beledigende wijze te lijf, die ongetwijfeld kwaad bloed moeten zetten, zodat de oorlog in stede van de vrede er wordt gediend.

Het gevolg daarvan is, dat van de vele bestaande problemen er ook in 1949 geen enkele is opgelost of slechts een goede oplossing een schrede nader is gekomen. Integendeel.

De~machtigen der aarde, om het eens in plat, rond Nederlands te zeggen, schelden elkander de huid vol. Zij zetten elkander de voet dwars, waar zij dit maar even kunnen. Getuige de vele in hechtenis nemingen en uitwijzingen van officiële of meer of min officiële personen. Nu eens wijst Polen onder beschuldiging van spionnage zulke personen uit en dan weer op zijn beurt Frankrijk of Yoego-SIavië of Tsjecho-Slowakije. Bovendien worden in tal van landen — men denke slechts aan Tsjecho- Slowakije — mensen gearresteerd, die men ten laste legt of er van verdenkt, dat zij de politieke gezindheid van de regering niet delen. Zo zitten er millioenen bij millioenen van onze medemensen in gevangenis of kampement opgesloten, waarin zij dikwerf nog minder dan als slaven behandeld worden, terwijl er ook duizenden bij duizenden, onder meer in Oost-Duitsland, zijn, die met achterlating van al hun hebben en houden uit het land hunner geboorte naar een voor hen veiliger oord, waar hun leven niet bedreigd wordt, vluchten of zoeken te vluchten en er daarenboven geloofsvervolgingen niet alleen in Sovj et-Rusland of diens vasal-staten, maar ook in Italië en Spanje aan de orde van de dag zijn.

En het allerergste van dit al zo erge is nog wel, dat de verharding onder de mensheid steeds toeneemt. Bij al de ontzettende oordelen Gods bespeurt men geen bukken of buigen, geen vertedering of vernedering onder Gods slaande hand. Zelfs van een Ninevitische bekering ontwaart men geen spoor of zweem. En niet minder is het als een geducht oordeel te beschouwen, dat Jacob dun is geworden, Sion onder een wolk gaat, de rechtvaardigen weggeraapt worden voor de dag des kwaads, terwijl niemand het opmerkt, de wijze met de dwaze maagden zo menigmaal in slaap zijn verzonken en het fijne goud zo verdonkerd is en de kostbare kinderen Sions de aarde flessen gelijk zijn geworden.

Van welke kant wij de toestand zowel in het binnenland als in het buitenland ook bezien, allerwege laat deze zich donker, zeer donker zelfs aanzien. Ongeloof en bijgeloof voeren de boventoon en geven de koers aan. Onder deze omstandigheden zijn wij dan het jaar 1950 en daarmede een nieuwe halve eeuw binnengetreden. Wij doen goed daarbij wel te bedenken, dat vernieuwing van het jaar geen vernieuwing' van het hart met zich brengt en onze verwachtingen over het nieuwe jaar dan ook niet hoog te stellen.

Daar is allerminst reden voor. Het communisime wint vooral in Azië nog steeds veld. Heel China zal naar de mens gezien spoedig in handen van de communisten zijn. Als tweede niet-communistische staat (na Birma) heeft de regering van India het Chinese communistische bewind onder Mao Tse Toeng nu ook erkend. Tot dus verre was dat bewind erkend door Sovj et-Rusland, Polen, Bulgarije, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Joego-Slavië, Albanië, Korea en Mongolië. Men verwacht, dat Groot-Brittannië het ook in het begin van 1950 zal erkennen. Als deze erkenning zal plaats gevonden hebben, dan zal daarmee de Organisatie der Verenigde Naties voor een hoogst lastig probleem gesteld worden. De gedelegeerde van de nationalistische Chinese regering is namelijk de volgende maand aan de beurt om op te treden als voorzitter van de Veiligheidsraad. De Sovjet-Unie heeft nu reeds te kennen gegeven, dat zij hem niet langer als vertegenwoordiger van China erkent. Dit kan weer de nodige ruzie geven, want, mag men de berichten dienaangaande geloven, dan is de regering van de Verenigde Staten van Amerika er nog allerminst aan toe, om het Chinese communistische bewind te erkennen.

Voorts verdient het wel vermelding, dat Frankrijk Vietnam binnen de Franse Unie onafhankelijk verklaard heeft. Dit was, zoals wij in ons vorig overzicht reeds schreven, te verwachten. Het is daarbij gegaan zoals verwacht werd. Bij de onafhankelijksverklaring is de ex-keizer Bao Dai, die aan een zeer sterke communistische oppositie het hoofd zal hebben te bieden, als ministerpresident aangesteld. De onafhankelijkheid van Vietnam is wel van een gans andere aard dan die van Indonesië. De Fransen zullen onder meer nog troepen in Vietnam houden en niet-Vietnamezen kunnen slechts door een gemengde Frans-Vietnamese rechtbank berecht worden.

Deze laatste aangelegenheid geeft ons aanleiding om een enkel woord over Frankrijk zelf te schrijven. Al bijna anderhalve maand duurt daarin de strijd van de Minister-Presi­ dent Bidault om zijn begroting in de Nationale Vergadering goedgekeurd te krijgen. Tijdens de daarover gevoerde debatten heeft hij al een nederlaag geleden en om een kabinetscrisis te vermijden heeft zijn regering reeds vele concessies moeten doen. De oppositie tegen het regeringsbeleid is vrij sterk en neemt nog steeds in kracht toe. Met zekere spanning wordt dan ook de uitslag van de stemming over een aantal moties van wantrouwen tegemoet gezien. De voornaamste punten van geschil zijn daarbij het voorstel van de regering om de productie-belasting met één procent te verhogen en de onverdeelde winst van Naamloze Vennootschappen met tien procent te belasten.

Met belangstelling kan men inderdaad de stemming tegemoet zien, want zo de regering al het benodigde aantal stemmen verkrijgt, dan verwacht men toch, dat de meerderheid niet groot zal zijn. Mocht deze echter niet verkregen worden, dan zal er weer een nieuw kabinet — de hoevealste dit na de oorlog al zal zijn, kunnen wij niet zeggen, want men raakt de tel er bij. kwijt zoveel ministeries zijn er na de oorlog in Frankrijk geweest — geformeerd moeten worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands Overzicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's