Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XII.

Als laatste der veroordeelden liep in de processie Don Juan Ponce de Leon. Hij was gekleed in een zamarra, maar de vlammen waarop waren omgekeerd geschilderd, een jammerlijk symbool van de ellendige gunst, waarvoor hij de vreugde zijner overwinning kocht.

Treurig en langzaam, met neergeslagen ogen ging hij, die vroeger zo menigmaal met vurige ijver zijn geloofsgenoten had toegesproken en veel tot hun stichting had bijgedragen, voort. Nu echter gingen de anderen hem met blij gelaat voor, terwijl hij met schaamte volgde. Achter de levende veroordeelden werden de beeltenissen gedragen van hen, die in ketterij gestorven ^yaren en gevolgd door zwarte kisten, waarin hun beenderen lagen, die verbrand zouden worden.

Daarop volgde de stoet van rechters en raden der stad in hun ambtsgewaden en een grote schare priesters en monniken. Vervolgens de standaard der inquisitie, met een verguld Christusbeeld daarboven, daarna de inquisiteurs en tenslotte het schitterend gevolg der inquisitie, in grote pracht te paard. Zo trok de stoet door de straten van Sevilla. Op de gerechtsplaats aangekomen werd eerst een plechtige mis bediend, daarna een boetepredicatie gehouden door een der monniken en eindelijk kwamen de slachtoffers aan de beurt. Allen werden gedood op de wijze, zoals in het vonnis der inquisitie was uitgesproken. Vooral dr. Christobal Losada, Gonsalez en Maria de Bohorgus werden eerst scherp ondervraagd om te trachten hen tot afval te bewegen, maar allen stierven de martelaarsdood onder de handen van de beul. Spanje bracht enkele zijner beste burgers, zelfs van zijn edelste zonen, ter dood. Het zou echter ook de wrange vruchten plukken van zijn haat tegen de waarheid van Gods Woord. Niet alleen ingeborenen des lands, ook zij, die in Spanje vertoefden, werden door de inquisitie wreed behandeld. Zo kwam een zekere Burton, een handelaar uit Londen, op een zijner handelsreizen ook in een der Spaanse steden. Daar ontving hij op zekere dag een bezoek van een hem onbekend Spanjaard, die zich voordeed, alsof hij handelsbetrekkingen met hem wilde aanknopen en bij hem een grote partij Engelse waren bestelde.

In het gesprek, dat volgde, kwam de Spanjaard gedurig terug op de toestand der Roomse kerk. De Engelsman was hoogst voorzichtig in zijn antwoorden, maar beleed onomwonden, dat hij protestant was, daar hij meende als Engels onderdaan niets te vrezen te hebben. De Spanjaard vertrok eindelijk en dankte voor de aangename ogenblikken met hem doorgebracht. Burton begaf zich des avonds welgemoed ter ruste in de mening, dat hij goede zaken gedaan had, In het holst van de nacht echter deed de inquisitie een inval in het logement, waar hij vertoefde en nam de Engelsman zonder veel omslag gevangen. Reeds de volgende dag werd hy verhoord.

„Mijnheer!" sprak de inquisiteur tot hem, „ge wordt beschuldigd woorden te hebben gesproken, die verachting uitdrukken tegenover onze rooms-katholieke kerk; wat hebt ge op die beschuldiging te antwoorden? "

„Mijnheer!" sprak Burton, „ik spreek die beschuldiging beslist tegen. Het is mijn overtuiging, dat een mens, in welk land hij zich ook bevindt, eerbied verschuldigd is tegenover de godsdienst, die aldaar heerst. En naar die overtuiging heb ik steeds gehandeld, ook hier. Ik wijs dus uw beschuldiging beslist af!" Toen trad een monnik voor de rechtbank. In deze monnik herkende Burton de man, die hem de vorige dag bezocht had. De monnik gaf van het gevoerde gesprek een verhaal, zó verdraaid, dat Burton hem gdurig vol verontwaardiging in de rede viel en hem het Judasachtige van zijn optreden verweet. Niets baatte echter.

„Mijnheer!" sprak de rechter op ijzig koude toon, erkent gij een protestant te zijn? "

„Zeker, " jantwoordde Burton, „dat heb ik nooit ontkend en zal dat nooit doen. Maar ik ben een Engelsman en betwist aan een Spaanse rechtbank het recht mij omtrent mijn geloofsovertuiging te verhoren.." , .Gij vergeet, " sprak de ander, „dat ge voor de rechtbank der inquisitie staat. De inquisitie kent geen nationaliteit, ze vonnist Engelsen en Spanjaarden en Duitsers zonder aanzien des persoons. En daar ge uw afval van de katholieke kerk openlijk beleden hebt, veroordeel ik u op het eerstvolgende auto-da-fé (kettergericht) te worden verbrand.

Wat Burton ook ter verdediging aanvoerde, het vonnis werd bekrachtigd en uitgevoerd. Met hem werden onderscheidene personen van allerlei nationaliteit ter dood gebracht. Ook vele jaren later dan het hierboven vermelde ontzag men zich in Spanje niét om v/i-eemdeiingen om des geloofs wille op de pijnbank te brengen. Een voorbeeld hiervan is William Lithgon, een Engelsman, iemand, die zeer bemiddeld was en veel op reis was. Hij had Frankrijk, Duitsland en Zwitserland reeds doorkruist en nu vatte hij het plan op om naar Egypte te gaan. Eerst voerde zijn weg hem naar Spanje, waar hij enige dagen te Malaga vertoefde. Daar nam hij passage op een Frans schip, dat hem naar Alexandrië zou brengen. Van deze reis kwam echter niets.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1950

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1950

De Banier | 8 Pagina's