Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DANKBETUIGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DANKBETUIGING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dewijl het mij niet doenlijk is de zo vele hartelijke blijken van belangstelling en medeleven, welke mij op 6 Maart en ook daarna ter gelegenheid van mijn zeventigste ver jaardag ten deel vielen, alle persoonlijk één voor één te beantwoorden, zie ik mij wel genoodzaakt langs deze weg ook namens mijn vrouw onze hartelijke dank daarvoor te betuigen.

Deze blijken van belangstelling en hartelijk medeleven, hetzij dat zij in ^!- vo!fm yan een blijvend aandenken, 'hetzij door een geschenk van vergankelijke aard, hetzij dat zij door telegrammen, brieven, briefkaarten of kaartjes, of door een persoonlijk bezoek tot ons kwamen, hebben ons diep getroffen en ons zeer goed gedaan.

Hiervan meer in het bijzonder meiding te maken en er meer gespecificeerd een of meerdere afzonderlijk te noemen, hoe gaarne ik het ook zou doen, moet ik helaas wel achterwege laten. Ik zou dan niet weten waarmede te beginnen en waarmede te eindigen.

Dit is ook het geval als ik gedenk de bijzondere weldaden, welke de Heere mij in mijn leven ten deel deed vallen. Dit kan ik er echter wel van zeggen, dat zij bewezen zijn aan één. die ze allerminst verdiend heeft en ook zelfs de kleinste er van niet waard was.

Zo ik dan ook iets te roemen heb, dan val ik daar zelf geheel en al buiten, dan wil en kan ik niet anders roemen dan in de vrije ontfermingen en geheel onverdiende genade Gods. Van de Heere heb ik niets dan overvloedig veel goeds en van mijzelf niet anders dan het tegendeel te getuigen. De enige- en drie-enige God zij alleen de ere en de roem gegeven, Wat de 70 jaren betreft, die nu achter mij liggen, die lijken mij eerder 70 weken of maanden te zijn, dan 70 jaren. Ik vraag mij af, waar zijn toch die 70 jaren gebleven? Zij zijn, nu ze achter mij liggen, als een damp, als een gedachte, als een schaduw voorbij getrokken. Hoezeer vind ik de woorden van de koninklijke zanger, de Psalmist, bewaarheid: „Zie, Gij hebt .mijne dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U." Hoe zeer ook het getuigenis van de man Gods Mozes: „Wij brengen onze jaren door ais een gedachte". Wat de toekomst aangaat — deze ligt geheel in 'Gods hand. Hij is de Heere en doet wat goed in Zijn ogen is. Op het ogenblik mag ik mij, dank Zijn nederbuigende goedheid, in een goede gezondheid verheugen, gevoel ik mij en ben ik — hoe ongelooflijk het velen wellicht ook in de oren moge klinken — sterker dan toen ik omstreeks dertig jaar oud was. Doch de Heilige Schrift leert ons en de ervaring van elke dag bevestigt het ons, dat des mensen sterkte enkel ijdelheid is. Moge de Heere mij bij mijne zo veelvuldige werkzaamheden Zijn bekwaam.- en getrouwmakende genade in het toekomstige willen schenken. Hij moge mij de krachten en gaven verlenen om in de mij nog restende levensdagen Zijn eer te zoeken en te bedoelen. Zijn inzettingen te betrachten, Zijn woorden te bewaren en daarvan onverschrokken, zonder aanzien des persoons en zonder het aangezicht van enig mens te vrezen, getuigenis te geven. Hij moge mij in ootmoed en nederigheid in oprechtheid des harten met ongeveinsde liefde tot Hem en mijn naakte voor Zijn aangezicht dóen wandelen, en dit mede tot welzijn van de S.G.P. en ons volk.

Met mijn gedachten terugkerende tot de dag van mijn zeventigste verjaring wil ik nogmaals allen, die mij die verjaring tot een onvergetelijke gebeurtenis gemaakt hebben, daarvoor mijn oprechte dank betuigen. In het begin mijner dankbetuigingheb ik geschreven, dat het ondoenlijk is om elk, die mij in deze dagen een blijk van belangstelling en medeleven gegeven heeft, daarvoor ieder afzonderlijk te bedanken. Niettemin gevoel ik mij op het einde gedrongen ten aanzien van een persoon een uitzondering te maken en wel ten opzicht van Mevrouw wijlen Ds. Kersten, aan wie ik in deze ia het bijzonder dank betuig. Geheel naar waarheid kan ik betuigen, dat van al de blijken van belangstelling benevens het geschenk van mijn vrouw dat van haar mij het meest heeft getroffen en het meest goed gedaan en verkwikt heeft. Zo vele jaren toch heb ik met haar man in het heetst van de strijd gestaan, met hem in de grootste eendracht en de beste harmonie mogen samenwerken en lief en leed ten aanzien van de S.G.P. gedeeld met hem, die zich voor haar oprichting en Ijloei zo zeer gegeven heeft.

Zo eindig ik dan, doch niet zonder een expres woord te wijden aan mijn vrouw, die de Heere gelukkig tot op de dag van heden voor mij heeft willen sparen en naar ik hoop voor mij zal blijven sparen. Aan haar ben ikv zeer veel verplicht. Zij heeft zich jegens mij, jegens mijn prediking en de werkzaamheden voor de S.G.P., welke mij gedurig uit onze woning riepen, zeer veel opofferingen willen getroosten", en mij met grote liefde verzorgd.

Haar en mij; beveel ik Gode en Zijn onmisbare genade aan, gelijk ook in de voortdurende voorbede van hen, die de geest der gebeden en der genade ontvangen hebben. Hij moge ons te allen tijde door Zijn Woord en Geest doen verstaan: Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem des gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen, maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid, dat bij alle wisseling en verandering de Heere Jezus Christus gisteren en heden en in der eeuwigheid Dezelfde is en dat als al het andere wijkt en wankelt Gods troon onbewogen blijft staan.

Het worde ons gegeven bij het klimmen onzer jaren en het afnemen onzer krachten, onze kracht te zoeken bij en te verwachten van de Schepper van hemel en aarde. Die de krachten vermenigvuldigt van hen, die geen krachten hebben; zo alleen zullen wij bij onze werkzaamheden ten nutte kunnen zijn van de door ons zo geliefde S.G.P. en ons dierbaar vaderland en tot ere en verheerlijking van des Heeren nooit volprezen Naam kunnen leven. Hem, de alleen Wijze, Onverderfelijke en Onsterfelijke God zij de ere en de heerlijkheid tot in der eeuwen eeuwigheid.

Ds. P. ZANDT

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1950

De Banier | 8 Pagina's

DANKBETUIGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1950

De Banier | 8 Pagina's