Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WINKELSLUITINGSWET

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WINKELSLUITINGSWET

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bij de Tweede Kamer ingediende

In de - Memorie van .-^- Toelichting, „, waarin de Regering het voorstel van wet nader toelicht, wordt medegedeeld, dat dit voorstel van wet niet is tot stand gekomen, dan nadat adviezen te dezer zake bij de belanghebbenden, te weten de ondernemers, de werknemers en de consumenten, waren ingewonnen. In overleg met hen en mede overeenkomstig hun adviezen is dan het wetsvoorstel opge maakt.

at het ingediende wetsvoorstel zelf betreft, daarin is artikel 2 van groot belang. Dit bepaalt: 1. Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben: a. op Zondag; op werkdagen vóór 5 uur; op werkdagen na 18 «ur 2. De gemeenteraad kan bepalen, dat het in het vorige lid onder c vervatte ^®^.*^'"^ ."^®* .^^\^l .*°t.? , ^"..'^^? ? " ^^^ aangegeven tijdstip. Dit tijdstip kan "^"or een door hem aan te wijzen dag i" de week uiterlijk 22 uur en voor ^e overige dagen uiterlijk 20 uur ^U^-

Ook artikel 7 is van groot gewicht, Dit artikel bepaalt ten aanzien van de markthandel, straathandel en handel te water precies hetzelfde als wat in artikel 2 ten opzichte van winkels bepaald is Ijj^rbij is het toe te juichen, dat all winkels des Zondags gesloten moete B zijn, al'valt het te betreuren, da m zulks niet geschiedt uit eerbiedigini n van de Zondag als de dag des Heeren maar uit louter menselijke overwe e gingen. Uit die oorzaak laat he g wetsvoorstel bij uitzonderingsbepi k img dari ook toe, dat de verkoop vai i geringe eetwaren in de straathande J en de handel te water op Zondag v. vijf uur geoorloofd is. Overigens eis het wetsvoorstel, in tegenstelling me de thans bestaande toestand, een gehele sluiting van de winkels Zondag, zelfs van diegenen, die to een kerkgenootschap behoren, dat s H z e b m h wekelijkse rustdag gedurende de sal k bat of de zevende dag houdt. Ter vei d goeding van de door de laatsten vai w wege de Zondagsluiting geleden scli! C de wordt~hunTn het wetsvoorstel J vrijheid verleend om hun winkels« z op, de . middag, „, waarop _ ^. _ hun _ concu|g renten moeten sluiten, of vijf ure D langer per week, verdeeld over vei d schillende avonden, open te hebbö d mits dan hun winkels gedurende i d sabbst, onderscheidenlijk de zeveno e dag, gesloten zullen zijn. t

Dat menselijke overwegingen bij ' m \aststelling van het onderhavig weti J voorstel in het geding zijn geweesl h blijkt nog al zoveel meer uit artikel 14, dat bepaalt j. De bij of krachtens deze vs^et gestelde verboden gelden niet ten aanzien van: b, vpinkels, waar uitsluitend contumptie-ijs en voor de aflevering daarvan benodigde hulpmiddelen plegen te vs^orden verkocht; winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak nieuwsbladen en tijdschriften plegen te worden verkocht, voor zover betreft de verkoop en aflevering dezer waren; d, winkels in stationsgebouwen, waar uitsluitend of in hoofdzaak boeken, nieuwsbladen, tijdschriften, eet- of rookwaren plegen te worden verkocht, voor zover betreft de verkoop en de aflevering van deze waren; ^ ^^yinkels in stationsgebouwen op luchtvaartterreinen, die opengesteld ? ijn voor intercontinentaal verkeer; f. winkels, waar brandstof of smeermiddelen voor, dan wel onderdelen van voertuigen, vaartuigen of rijwielen plegen te worden verkocht, voor zover betreft de verkoop en de aflevering van brandstof en smeerujjdfjelen voor en van onderdelen voor spoedeisende herstellingen aan voertuigen, vaartuigen of rijwielen; winkels, waar waren ten behoeve van binnenkomende, doorgaande of uitgaande' schepen plegen te worden verkocht, voor zover betreft de verkoop en de aflevering van waren ten behoeve van dergelijke schepen; a. (wat verstaanbaar is) apotheken, voor zover betreft de verkoop en de aflevering van genees-, heel- en verbandmiddelen en heelkundige instru­

menten. De bij of krachtens deze wet gestelde verboden gelden evenmin ten aanzien van het in de uitoefening van straathandel of handel te water te koop aanbieden en verkopen van: a. consumptie-ijs en voor de aflevering daarvan benodigde hulpmiddelen;

b. nieuwsbladen en tijdschriften; c. waren ten behoeve van binnenkomende, doorgaande of uitgaande schepen.

at de aanvang van de opening der winkels aangaat, het vastgestelde uur heeft bij geen der geraadpleegden enig bezwaar opgeleverd. Het kon met algemeen goedvinden, voor heel het land geldend, op 5 uur in het voorstel van wet gesteld worden. Met het sluitingsuur der winkels was het anders gesteld. De Memorie van Toelichting zegt daarvan: „Blijkens de ontvangen adviezen bestaat er verschil van mening, of de winkels op werkdagen om 18, 19, of 20 uur dienen te worden gesloten. Een later sluitingsuur dan 18 uur is ongetwijfeld in het belang van het publiek, dat werkzaam is in fabrieken, kantoren en dergelijke. Hiertegenover staan echter de bezwaren, die voor de winkelier en diens bedienden aan een later sluitingstijdstip dan 18 uur zijn verbonden. Daarbij dient bedachtste worden dat de consument, die na zijn werkkring nog inkopen wil doen, doorgaans vóór 18 uur nog wel in de gelegenheid zal zijn zich de goederen aan te schaffen, die hij voor zijn dagelijkse behoeften nodig heeft. Voor het aankopen van duurzame gebruiksgoederen heeft hij de Zaterdagmiddag. Voor de winkelier is de verkooptijd tussen 18 en 19 uur van weinig belang, terwijl een wettelijk sluitingstijdstip van 20 uur over het algemeen als te bezwaarlijk wordt gevoeld in verband met de begeerde rusttijd. In werknemerskringen vreest men, dat, ook al zijn de belangen van het winkelpersoneel veilig gesteld in de hierboven genoemde werktijdenbesluiten, latere openstelling van de winkels onvermijdelijk tot latere arbeid van het personeel zal leiden, hetgeen veelal zal strekken tot nadeel van het gezinsleven en bemoeilijking van het deelnemen aan het sociaal en cultijreel leven.

Naar de mening van de ondergetekenden (de minister van Economische Zaken en diens staatssecretaris) verdient het de voorkeur het sluitingstijdstip op 18 uur te stellen; dit is dan ook in het ontwerp geschied. De ondergetekenden achten het echter wenselijk, dat de wet de mogelijkheid biedt plaatselijk een later sluitingstijdstip te doen vaststellen. Daartoe is de regeling opgenomen, dat de gemeenteraad het sluitingstijdstip later dan 18 uur kan stellen, zonder dat de desbetreffende verordening goedkeuring door de Kroon behoeft. De gemeenteraad kan echter het sluitingstijdstip niet later bepalen dan 20 uur, behalve op één dag van de week, voor welke 22 uur het uiterste tijdstip is. Op deze wijze wordt het mogelijk met plaatselijke behoeften rekening te houden. Een dergelijke verordening kan niet worden vastgesteld, dan nadat de Kamer van Koophandel en Fabrieken de gelegenheid heeft gekregen haar oordeel aan de gemeenteraad kenbaar te maken. Daar de Kamer in staat is da economische belangen in de verschillende gemeenten binnen haar ressort te overzien, kunnen haar adviezen van veel belang zijn, in het bijzonder ter voorkoming van uiteenlopende regelingen in aangrenzende gemeenten.

Het is te verwachten, dat men in plattelandsgemeenten, waar de bevolking overdag op het land werkzaam is, vooral des zomers behoefte zal hebben aan een later sluitingstijdstip dan in de steden.

1 en aanzien van de zogenaamde vrije middag in de week, kon, dewijl de belangen van het zakenleven te veel uiteenlopen, geen uniforme, voor het gehele land geldende regeling in het wetsvoorstel worden vastgesteld. Ten aanzien daarvan is in artikel 4 bepaald: 1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat het verboden is een bij die maatregel iiangewezen groep van winkels voor het publiek geopend te hebben op Maandag vóór 13 uur of op Dinsdag na 13 uur. Ten aanzien van groepen van winkels, die tezamen met een ambachtsbedrij f plegen te worden gedreven, of welker klantenkring in hoofdzaak uit ambachtslieden pleegt te bestaan, kan als tijdsruimte, gedurende welke het verboden is de winkel voor het publiek geopend te hebben, aangewezen worden Zaterdag na 13 uur.

2. Indien naar zijn oordeel sluiting van een groep van winkels gedurende de krachtens het vorige lid aangewezen tijdsruimte bezwaarlijk is, kan de gemeenteraadpbij door ons goed te keuren verordening bepalen, dat het krachtens dat lid gestelde verbod niet geldt. De raad kan daarbij tevens bepalen, dat het verboden is de betrokken winkels voor het publiek geopend te hebben gedurende een der andere in dat lid genoemde tijdruimten of op Maandag of Donderdag na 13 uur.

S, De gemeenteraad kan voor een groep van winkels, ten aanzien waarvan het eerste lid geen toepassing heeft gevonden, een regeling, als in dat lid bedoeld, vaststellen. 4. Indien naar zijn oordeel sluiting van een groep van winkels, als in het vorige lid bedoeld, gedurende de in 't eerste lid genoemde tijdsruimten bezwaarlijk is, kan de gemeenteraad bij door ons goed te keuren verordening bepalen, dat het verboden is de betrokken winkels geopend te hebben op Maandag of Donderdag na 13 uur.

oorts brengen wij nog enkele bepalingen ter kennis van onze lezers. Artikel 9 bepaalt: Het is verboden in de uitoefening van een andere vorm van kleinhandel dan het winkelbedrijf, de straath^andel of de handel te water, waren aan het publiek te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren gedurende ae tijd, dat de winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak die waren plegen te worden verkocht, ter plaatse voor het publiek gesloten zijn. Hierbij wordt ten aanzien van melk en brood een uitzondering gemaakt. Artikel 10 stelt vast: 1. De gemeenteraad kan voor ten hoogste 21 door hem aan te wijzen werkdagen per jaar bepalen, dat de in de artikelen 2 en 7 vervatte verboden niet gelden. 2. De gemeenteraad kan, indien naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, bij door ons goed te keuren verordening bepalen, dat cle verboden, vervat in de artikelen 2, '6, tweede lid onder b, 7 en 9 niet gelden. (Van de artikelen 2, 7 en 9 gaven wij de inhoud reeds weer. Artikel 6, tweede lid, onder b, houdt in: Het is verboden gedurende de tijd, dat een winkel voor het publiek gesloten moet zijn: a. iemand in de nabijheid van die winkel te bedienen; b. vanuit die winkel of een zijner aanhorigheden waren ter aflevering aan het publiek te zenden). 3. De gemeenteraad kan, indien naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, bij door ons goed te keuren verordening bepalen, dat de in artikel 8, eerste lid, vervatte regeling niet geldt. ('Artikel 8, eerste lid, staat aan de straathandel en de handel te water toe 's Zondags geringe eetwaren te verkopen). Artikel 11 bepaalt: Burgemeester en Wethouders kunnen al dan niet voorwaardelijk, van het by de artikelen 2, 7 en 9 en het krachtens artikel 4 bepaalde: a. algemene ontheffing verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden; b. ontheffing verlenen ten behoeve van tentoonstellingen, liefdadigheidsfeesten en dergelijke, voor zover betreft de ruimte, waarin of het terrein, waarop zij plaats hebben; c. ontheffing verlenen ten aanzien van veilingen.

Artikel 12 stelt vast: Onze minister kan, op grond van buitengewone omstandigheden van kortstondige aard, die zich ten aanzien van het Rijk of een deel daarvan voordoen, burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten machtigen om, al dan niet voorwaardelijk, algemene ontheffing te verlenen van het bij de artikelen 2 en 7 en het krachtens artikel 4 bepaalde. Bovendien is in het wetsontwerp nog vastgesteld, dat enkele dagen vóór 5 en 25 December en op de Oudejaarsdag de winkels tot 21 uur geopend mogen blijven en ook de straathandel en de handel te water tot 21 uur vrijelijk gedreven mogen worden.

prt samengevat willen wij als ons oordeel uitspreken, dat het zeer te betreuren valt, dat aan dit voorstel van wet niet ten grondslag gelegd is, dat de Zondag de dag des Heeren is, dan zou 't er wel heel wat anders uitgezien hebben dan het er thans uitziet. Verder zullen wij er maar niet meer van zeggen, ook al, omdat er door de behandeling in het Parlement nog niet weinig in veranderd kan worden.

Wij vonden dit ontwerp van wet belangrijk genoeg om de inhoud ervan zo kort en-duidelijk mogelijk weer te geven, dewijl het niet een groot deel van ons volk, de winkel- en handelstand, maar heel ons volk aangaat, welks belangen daarbij ten nauwste betrokken zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1950

De Banier | 8 Pagina's

WINKELSLUITINGSWET

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1950

De Banier | 8 Pagina's