Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tegenstand tegen Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tegenstand tegen Christus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, welke Gij gezalfd hebt beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels, om te doen al wat Uy^ hand en Uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou. Hand. 4 : 27/28

Uit het tekstverband blijkt duidelijk, dat onmiddellijk wanneer Christus gepredikt wordt in de kracht des Heiligen Geestes, dus met betoning van de kracht Zijner opstanding, de priesters onder Israel zich naijverig en vijandig stellen tegenover de ware Priester. En dat te meer, waar die prediking zó rijke vrucht afwerpt, dat duizenden de grote Nazarer.er beginnen te erkennen als de Zoon van God en als de Zaligmaker der wereld, met verzaking hunner wettische gerechtigheid, als zijnde een wegwerpelijk kleed voor God. Groter ergernis is voor de priesters immers niet denkbaar, die zelf niet anders hebben dan wettische \'roomheid en daardoor begeren, dat niemand iets anders of beters hebben zal. Zalig worden uit vrije genade, alleen op grond van het werk van een Ander, zij willen het niet. Hun hoogmoed wil geen dank zeggen voor een gekregen zaligheid; zij willen zelf hun zaligheid uitwerken en verdienen. Zij zijn Pelagiaans in hun opvatting en willen hoogstens énige helpende genade erkennen. Zij hebben in het minst geen besef van hun tot.ial verdorven aard en natuur, geen Godskennis en geen zelfkennis en er is zelfs geen begrip van zonde en schuld. Daardoor hebben zij gans geen behoefte aan Christus en willen hun eigen gerechtigheid oprichten.

En dat-zijn dan priesters, die het volk de wet moeten uitleggen en de weg moeten aanwijzen tot verlossing van de vloek der wet. En och, bewaren ze angstvallig de geschriften der profeten, ze verstaan ze gans niet en nemen er uit wat in hun kraam te pas komt. Godsdienstig zijn zij in overvloedige mate, maar juist daardoor staan zij vijandig tegenover Hem, Die niet gekomen is om gediend te worden, maar om te, dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Zij hebben een ijver voor de Wet Gods én weerstaan evenwel de wil Gods; zij hebben de mond overvol ten opzichte van het Woord Gods, doch verwerpen het in de praktijk.

En de priesters staan in hun vijandschap tegen Christus niet alleen, maar zij worden juist als tempelwachters tot optreden gedrongen door de Sadduceërs, die. zich ergeren, omdat zij in Jezus de opstanding der doden horen verkondigen. Petrus en Johannes worden door de tempelwacht gegrepen en in de gevangenis, welke zich in de tempel bevindt, opgesloten en als het Sanhedrin zitting houdt, morgen, want het is nu reeds te laat, zullen zij geoordeeld worden. Maar als de nieuwe dag aanbreekt, mogen de apostelen ervaren, dat het hun in de ure des gevaars wordt gegeven om onverschrokken te getuigen van de gekruisigde Jezus. Zelfs verklaren ze openlijk, dat ze God meer zullen gehoorzamen dan mensen, indien men hun het spreken in die Naam verbieden wil. En God de Almachtige .verlost Zijn knechten door mensenvrees te verwekken bij de leden van de Hoge Raad, zodat zij de apostelen na waarschuwing en bedreiging laten gaan. En als zij gekomen zijn tot de hunnen, verkondigen zij al wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd hebben, hetgeen tengevolge heeft, dat zij eendrachtig hun stem opheffen tot God. In dit gebed komt dan onder meer voor, de bovengenoemde, klacht: Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welke Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels, om te doen al wat Uw hand en Uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou. Deze woorden slaan terug op Psalm 2:2; De koningen der aarde stellen zich op en de vorsten beraadslagen tezamen tegen de Heere ^n tegen Zijn Gezalfde. Herodes, als vertegenwoordiger van de koningen der aarde en Pontius Pilatus als speelbal van de oversten der Joden, worden vrienden in hun afkeer van en vijandschap tegen Jezus Christus, de Gezande des Heeren. En wat geschied is met Christus, heeft zijn voortgang in hetgeen de Zijnen ervaren. Er wordt een verbond gemaakt tu'ssen Joden en heidenen- tegen Jezus en dat alles naar hetgeen Gods raad tevoren bepaalde, dat geschieden zou. Wetend of onwetend voert elk schepsel Gc^s raad uit. Gewillig of onwillig moet elk mens Sions Koning dienen in de volkering van Gods raad. In het verleden, ook heden en in de l)ange toekomst. Geen wraakgevoel, geen afbidden van het lijden, doch alleen *een smeken om standvastigheid en vrijmoedigheid is te zien in het gebed. En de Heere antwoordt met vervulling des Heiligen Geestes en de vrijmoedigmakende genade onder elkander, en in het openbaar, vers 33. En de geschiedenis van Gods kerk herhaalt zich, alle eeuwen en in het bijzondeï in de tijd, die wij beleven. Tegenover een handvol mensen, die God v/ensen te dienen en te vrezen haar Zijn Woord, stelt zich de massa, heidenen en godsdienstigen tezamen in • verbond tegen Jezus de Nazarener. Luide wordt het uitgesproken: Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen. Allerwege openbaart zich het verzet en de tegenstand, gepaard gaande met hoon en smaad, uitgestort over allen, die aan Gods Woord vasthou­ den, als voortekenen der vervolgingen, die op de van God bepaalde tijd over 't geestelijke Israël staan los té breken. En dat te meer, waar het ontbreekt aan de krachtige werking des Geestes en veelal de wijze maagden met de dwaze maagden in slaap gevallen zijn en een jammerlijke verdeeldheid onder de belijders der Waarheid Gods de krachten verteert. Daardoor is het mogelijk, dat de getrouwen in den lande zonder medestrijders staan tegenover een geweldige overmacht in 's lands vergaderzaal. IB theorie moge men schier dezelfde belijdenis hebben, als het op de praktijk aankomt, blijkt alras, dat er geheuld wordtmet de vijanden des volks van het uur onzer landsgeboorte af. Waarom cj^n toch? Omdat alle godsdienst en belijdenis, opkomend uit een verbroken werkverbond, de vijandschap en tegenstand in des mensen hart tegen de Christus der Schriften niet vermag te breken. Omdat belijdenis van zonde en ellende ons, nog geen ellendig zondaar voor God maakt; omdat de godsdienst zonder God de kracht mist om de zonde te kunnen haten gelijk God ze haat. Zonder ware genade kan de mens zich niet onderwerpen aan de haat en de smaad ener van God vervreemde wereld en zoekt men een tussenweg om allen te voldoen. En allen, die zich daartegen verzetten, worden geacht als dompers en zwartgalligen, dewelken men niet kan gebruiken als medewerkers en strijdmakkers. Indien dezen eerst maar zijn uitgeschakeld, dan is de weg vrij om te gaan verbroederen in hooggeroemde verdraagzaamheid.

Hetzelfde dus wat plaats had in Jeruzalem; alles spant samen tegen hen, die niet alleen de Schrift wensen te belijden, doch evenzeer te beleven. En dat heeft plaats op alle terrein des levens, niet al­

leen in de politiek, ook op maatschappelijk terrein.. Zijn de getrouwen in den lande zeer weinigen geworden, zij zijn er evenwel nog. Maar op de grote kantoren, fabrieken, werken enz. wordt door die weinigen wat een verdrukking geleden. Verongelijking, achteruitzetting, tegenwerking, bedekt of in het openbaar, het is overal hetzelfde. Bespotting, plagerijen, ophitsing tegen de nauwgezetten is aan de orde van de dag. Ook in dit opzicht een samenspannen bij vogels van diverse pluimage, tegen de tortelduif van Christus, Psalm 74 : 18 ber.

En waar loopt dit alles op de duur op uit? Blijft het bij deze verdrukking, of gaat zij straks nog veel ernstiger vormen aannemen? Hoe nodig zou het ook nu zijn om de stem eendrachtig op te heffen tot God, gelijk de gemeente te Jeruzalem. Dat daartoe de Geest der genade en der gebeden recht werd uitgestort op allen, die bij alle verschil van opvatting, wensen vast te houden aan de eeuwige waarheid Gods, niet alleen leerstellig, doch ook, ja vooral, praktikaal. Dat zou tot gevolg hebben een sluiten van de gelederen, een staan schouder aan schouder, een zich te weer stellen tegen de gemeenschappelijke vijand, hetgeen dus neerkomt op een waken en bidden, elk voor zich en tezamen, ter oorzake van het dreigend gevaar, opdat het niet onverhoeds overvalle en vooral innerlijk, geestelijk kracht worde gezocht en gevonden om te kunnen staande blijven in de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal. Door het geloof zal het mogelijk zijn de wereld te overwinnen, al schijnt het, dat het geloof juist aanleiding zal zijn voor de wereld om diegenen, die van de wereld niet zijn, van de wereld te verbannen en uit te roeien.

W.

* V. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1950

De Banier | 8 Pagina's

De tegenstand tegen Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1950

De Banier | 8 Pagina's