Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ellendigheid en vernieling is in hun wegen en de weg des vredes hebben zij niet gekend — zo oordeelde de apostel Paulus over de natuurlijke mensen. Een oordeel, dat mogelijk zeer velen hard en bovendien nog als onwaar in de oren klinkt, maar dat wij toch slag op slag door de feiten bewaarheid zien. Ook bewaarheid zien in de gedragingen der wereldwijzen en - machtigen dezer aarde.

Ja, ook in de gedragingen van de machtigen dezer aarde. Welk een ellendigheid en vernieling heeft hun staatkunde, die generlei rekening houdt met God en Zijn Woord, over de aarde en haar bewoners gebracht!

Millioenen mensen zijn in de laatste wereldoorlogen in de kracht van hun leven gesneuveld, gewond en verminkt, tot wrakstukken gemaakt, in die zin, dat zij niet meer in staat zijn om ooit in eigen levensonderhoud te voorzien. Millioenen vrouwen zijn van hun mannen en een nog al groter getal van kinderen van hun vader beroofd. Welk een nameloze ellende is daardoor in talloze gezinnen gebracht!

Millioenen mensen verkeren thans in een soort van slavernij, opgesloten als zij bij duizenden en duizenden zitten in gevangenissen en kampementen. Zelfs vaak overgegeven aan ontbering, honger en uitputting, zeer velen hunner een gewisse dood tegemoet gaande, terwijl hun verwanten in de grootste onrust over hun lot verkeren, menigmaal zelfs niet eens wetende, waar hun verwanten zich bevinden.

Tal van steden zijn geheel of gedeeltelijk verwoest, hele streken zelfs door het een of ander oorlogsgeweld vernield of zwaar getroffen.

En nog hebben deze ellendigheid en vernieling geen einde genomen. Integendeel! Zij nemen nog steeds toe en dreigen nog al veel groter te worden. Het gevaar voor het uitbreken van een oorlog van Amerika en haar bondgenoten met China is toch verre van denkbeeldig, zelfs behoort het plotseHng uitbreken van een derde wereldoorlog allerminst tot de onmogelijkheden.

V_y p Korea toch is de strijd in al zijn hevigheid weder ontbrand. Konden wij er in ons vorig overzicht nog melding van maken, dat de Amerikaanse opperbevelhebber Mac Arthur het vertrouwen uitsprak, dat de oorlog aldaar vóór Kerst-mis beëindigd zou zijn en de Amerikaanse militairen het Kerstfeest in Amerika aan de eigen haard zouden vieren, thans is dat vertrouwen wel zeer beschaamd geworden en bestaat daarvoor menselijk bezien niet de minste hoop of kans, dat het in verwezenlijking zal gaan. Volgens Mac Arthurs eigen verklaring toch is er op Korea een geheel nieuwe oorlog uitgebroken. Meer dan 200.000 Chinese communisten hebben zich bij de N.-Koreaanse troepen gevoegd. Met een overweldigende mensenmassa hebben de communisten een offensief ingezet. De radio van het rode China spreekt dan ook nu niet meer van vrijwilligers. Zij heeft nu niets meer te verbergen, kan ook niets meer verbergen, waar de Noord-Koreanen door zulk een geduchte rode Chinese legermacht worden bijgestaan. Hoe zeer is door die geduchte hulp het hoogst bedriegelijke van die woorden: „Wij, Chinezen, willen niet tegen de Amerikanen vechten", waarmede gewonde Amerikaanse officieren en soldaten nog kort geleden naar het Amerikaanse leger werden teruggezonden, aan het licht gekomen! Het heeft er alles van weg, dat de rode Chinezen daarmede de Amerikanen om de tuin hebben willen leiden, gelijk eertijds de Russen Hitler en de zijnen bedrogen hebben, toen zij naar Finland een heel slecht uitgerust legercorps zonden.

Hoe het in deze ook zij, in elk geval is er opnieuw een bewijs geleverd, dat men evenmin als men op de verklaringen van de communistische Russen enige staat kan maken, men dit op die van de Chinese communisten kan doen. Men vraagt zich hierbij wel met enige verbazing af, hoe het heeft kunnen bestaan, dat men in Mac Arthurs kamp niets van het samentrekken van een zo geduchte rode Chinese legermacht heeft bespeurd en zo men daar wel iets van bespeurd heeft, dat men daarmede zo weinig rekening heeft gehouden. Heel de houding van het rode China wees er toch op, dat het in de strijd op Korea geen ledige toeschouwer zou blijven, maar dat het op het moment, dat het daarvoor het geschikst achtte, met zijn fameuze legermacht ten gunste van Noord-Korea zou ingrijpen. Nu, het heeft ingegrepen en wel op een

moment, waarop het raak koii slaan. Het heeft een geweldige mensenmassa op het Zuid-Koreaanse leger doen aanrukken, waarbij generlei rekening met verlies van mensenlevens werd gehouden, want telkens stormden weer nieuwe troepen op het Zuid-Koreaanse leger af, zodat dit op de duur tegen die kolossale druk geen weerstand heeft kunnen bieden en ten slotte doorbroken werd. En daar er zo een groot gat in de linie van de verenigde strijdkrachten ontstaan was, daar trokken de rode Chinezen in steeds groteren getale door die bres, met gevolg, dat ook de Amerikanen en de met hen verbonden troepen wel moesten terugtrekken, wilden zij niet in de rug aangevallen en omsingeld worden. Deze terugtocht moest in allerijl onder­

nomen worden en is begrijpelijk gepaard gegaan met veel verlies aan materiaal en mensenlevens, hetgeen de Amerikaanse verliezen nog aanmerkelijk heeft doen stijgen. Volgens de laatste officiële opgave bedragen die verliezen in de Koreaanse oorlog toch 31, 028, hetgeen 1032 meer is dan de vorige week. Hiervan zijn er gesneuveld 5307, terwijl er 3954 vermisten zijn. (Men bedenke eens welk een ellende deze verliezen in talloze gezinnen gebracht hebben). Door deze terugtocht is niet alleen het aanvankelijk succes van Mac Arthurs laatste offensief geheel te niet gedaan, maar veel meer nog. Al veel verder toch dan waar het uitgangspunt van Mac- Arthurs laatste offensief lag, hebben de verbonden troepen moeten terugtrekken. Daarenboven is het de rode Chinese troepen gelukt de Amerikaanse legers vaneen te scheiden en ook sommige Amerikaanse legerafdelingen, welke nu vanuit de lucht door vliegtuigen in hun benarde positie bevoorraad en gesteund worden, te omsingelen, al is dan de hoofdmacht der verbonden troepen gelukkig volgens de laatste berichten aan de omsingeling ontkomen.

Met dat al blijft de toestand voor de verbonden troepen op Korea ernstig. Dit wordt door de Amerikaanse autoriteiten volmondig erkend, die de toestand op Korea kritiek, maar echter niet hopeloos noemen.

Dat de toestand op Korea inderdaad volstrekt niet zonder gevaar voor de geallieerde troepen is, blijkt wel uit het feit, dat de hoogste Amerikaanse colleges buitengewone vergaderingen hebben gehouden en dat het gebruik van de atoombom op Korea reeds ter sprake is gekomen.

Voorlopig schijnt men er althans volgens de laatste berichten niet toe te zullen overgaan, ook al niet, omdat men in Amerika voor weerwraak vreest en beducht is, dat alsdan Amerikaanse steden gebombardeerd zullen worden. De uiteindelijke beslissing van het al of niet gebruiken van de atoombom ligt in de handen van president Truman, die in deze een zware verantwoordelijkheid draagt. Enerzijds zal deze niet kunnen gedogen, dat de Amerikaanse landmacht op Korea onder de voet gelopen wordt of met zware verliezen uit Korea verdreven wordt, waarop het rode China alles schijnt te zetten, want behalve de grote Chinese strijdmacht, welke thans reeds aan de oorlog deelneemt, staan er nog niet minder dan 650.000 Chinezen in Mandsjoerije in reserve, die, goed toegerust als zij zijn, elk ogenblik in de strijd geworpen kunnen worden; anderzijds kan het gebruik maken van de atoombom de ergste gevolgen hebben, zelfs veroorzaken, dat er een formele oorlog tussen China en de geallieerden uitbreekt, welke mogelijk zelfs oorzaak kan worden, dat ook Nederland in een derde wereldoorlog betrokken wordt. Dat heel de toestand op de wereld inderdaad spannend is, blijkt ook wel uit het feit, dat de Britse premier Attlee, al of niet vergezeld door de Franse ministerpresident Pleven, wiens kabinet dezer dagen een motie van vertrouwen in de Franse Kamer zag aangenomen, per vliegtuig naar Washington gaat om aldaar een onderhoud met president Truman te hebben, alsook niet minder uit het feit, dat laatstgenoemde president nog circa 18 milliard dollar voor defensie en atoombom bij de Amerikaanse volksvertegenwoordiging heeft aangevraagd en wel 16.8 milliard voor de verdere uitbreiding van de Amerikaanse strijdkrachten en 1.050 millioen doUar voor de verhoging van de productie van atoombommen.

De stand van zaken is wel zo geworden, dat er groot gevaar voor het uitbreken van één of meer oorlogen dreigt en dat Amerika zich zware offers heeft te getroosten. Een stand van zaken, die, naar menselijk oordeel beschouwd, mede het gevolg is van de gevoerde Amerikaanse staatkunde, welke naar onze innigste overtuiging niet lijdelijk had mogen toezien, .dat China in de handen van de communisten gevallen is en er ook niet aan had mogen medewerken, dat Indie voor Nederland verloren ging, en ook al kan niet anders dan als een kapitale fout beschouwd worden, dat de Westerse geallieerden direct na afloop van de tweede wereldoorlog tot ontwapening overgingen, terwijl de Russen hun strijdmacht op volle oorlogssterkte hielden.

V_/ f er een wereldoorlog zal uitbreken is een vraag, die thans de staatsUedeu van de machtigen der aarde, en niet alleen hen, maar millioenen mensen met hen, bezet houdt. De staatslieden h[)pen dit alsnog te kunnen keren. Of er voor die hoop een gegronde reden bestaat, valt moeilijk uit te maken. Evenmin valt het uit te maken of Churchill gelijk zal krijgen, die in het Engelse parlement verklaard heeft, dat ook al mocht er een oorlog in het Oosten uitbreken, dit nog geenszins met zich behoefde te brengen, dat er in het Westen ook een uitbrak. Volgens hem toch zou de Sovjet-Unie niet tot het voeren van een oorlog overgaan, daar deze voor haar schadelijk was. Gelijk er ook al vekn van oordeel zijn, dat de Sovjet-Unie niet tot het voeren van een oorlog zal overgaan, dewijl zij liever als een lachende derde zal zien, dat Amerika met haar gtalliëerden in het Oosten met China zal vechten dan zelf te vechten.

Men doet er echter goed aan om te bedenken, dat deze en nog al zo vele beschouwingen meer, welke er thans over het uitbreken van een wereldoorlog tén beste gegeven worden, louter menselijke beschouwingen zijn en dat de uiteindelijke beslissing in deze niet in handen van de mensen, maar in die van God de Heere ligt. Die getuigt: Mijn raad zal bestaan, Ik zal al Mijn welbehagen volvoeren.

Letten wij op de gedragingen der mensen, op hun Godverzaking, hun onbekeerhjkheid en verharding des harten, dan is er het ergste te vrezen. Doch het kan zijn, dat de Heere in Zijn grote lankmoedigheid het oordeel van een wereldoorlog nog uitstelt en andermaal mest om de boom legt.

in de Veiligheidsraad is inmiddels de Amerikaanse resolutie aangenomen, waarin de communistische Chinese regering beschuldigd wordt van agressie op Korea en de terugroeping harer troepen geëist werd, met de stem van de Sovjet-Unie tegen en met één onthouding van stemming (India) aangenomen. Deze resolutie is echter volkomen waardeloos geworden, dewijl de Sovjet-Unie haar veto (het 47ste) daarover heeft uitgesproken. Deze resolutie zal nu in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een onderwerp van behandeling uitmaken. Wanneer deze behandeling echter zal plaats vinden, is op het ogenblik, dat wij schrijven, nog niet bepaald.

Het is in deze echter wel heel duidelijk aan het licht gekomen, dat de partijen nog steeds scherp tegenover elkander staan. Dit kwam wel heel in het bijzonder uit in de vergadering, waarin de Chinese communistische gedelegeerde het woord voerde en waarin deze op schier nog scherper en bitser toon dan de Russen dat deden de bekende verwijten en beschuldigingen aan het adres van de Amerikaanse regering ten gehore bracht, welke door de Amerikaanse afgevaardigde op forse wijze weerlegd werden. Dit komt ook wel uit in het scherp tegenover elkander gestelde standpunt, dat de partijen innemen. De Amerikanen immers eisen, dat de communistische Chinese regering onverwijld haar troepen uit Korea zal terugtrekken, waarbij dan de garantie gegeven wordt, dat de Ame- rikaanse en de met hen verbonden strijdkrachten slechts streven naar vrede en onafhankelijkheid voor Korea, het Chinese grondgebied zal worden geëerbiedigd en de Chinese belangen op Korea gerespecteerd en de Chinese krachtinstallaties aan de Jaloe, de grensrivier, onaangetast gelaten zullen worden. De communistische Chinese regering stelt zich daarentegen op het standpunt, dat Formosa onder haar gezag moet komen, dat zij een zetel in de Organisatie der ^'erenigde Naties zal krijgen en dat er op Korea een „redelijke" politieke oplossing zal tot stand komen.

Wat het laatste punt van de verlangens en eisen van de rode Chinese regering betreft, verwacht men zowel in de Westerse als in de Russische diplomatieke kringen geen werkelijke politieke onderhandelingen over Korea, alvorens de fronten der strijdende partijen op Korea enige stabiliteit bekomen zullen hebben. Nu die is er op het ogenblik naar veler \erwachting nog stellig niet bekomen, want al heerst er momenteel rust aan de fronten, nochtans verwacht men algemeen, dat de Chinezen, na eerst hun .strijdkrachten opnieuw geordend te hebben, straks weder tot de aanval over zullen gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1950

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1950

De Banier | 8 Pagina's