Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het oude jaar ligt thans achter ons en daarmede de eerste helft van de 20ste eeuw. Die helft wordt wel gekenmerkt door veel bittere ellende. Twee wereldoorlogen met al de jammeren van die hebben er in gewoed. Daarmede is het woord van de Apostel, hem door Gods Geest ingegeven, wel treffend bewaarheid aangaande de wijzen dezer wereld: Ellende en vernieling in hun wegen en de weg des vredes hebben zij niet gekend.

Nimmer te voren in heel de geschiedenis is de mens zozeer ten troon verheven als in dat tijdperk. Hij zou met miskenning van God en Zijn geopenbaard Woord een ongekende welvaart en een eeuwige wereldvrede brengen. En ook nimmer te voren is er een tijdvak aan te wijzen, waarin op allerlei gebied zulk een onbeschrijfelijke ellende geheerst heeft als in de eerste helft der 20ste eeuw.

Thans zijn wij dan een nieuw jaar en daarmede de tweede helft van onze eeuw ingetreden. Zal het daarin beter gaan? Daar is heel geen hoop op, want een nieuw tijdperk en een nieuw jaar geven allerminst een nieuw hart, verwekken volstrekt niet de vreze Gods. Zag Abraham, toen hij eeiunaal in Egypte kwam, het donker in, omdat de vreze Gods in dat land niet gevonden werd, om dezelfde reden kunnen ook wij de toekomst niet anders dan donker inzien. Zij laat zich niet dan onheilspellend duister inzien.

Werd de vreze Gods alom aangetroffen, dan was er geen mUitie, justitie, zelfs geen politie van node. Doch thans wel. Daarom behoeft het niemand te verwonderen, dat er heden ten dage de justitie en de politie zo veel werk hebben en dat de mihtie nog wel in alle landen zo uitgebreid wordt en de onderlinge twisten en geschillen tussen de volken zo hoog geklommen zijn.

JLJie geschillen nemen nog maar steeds niet af. Integendeel. Zij nemen nog toe en worden nog maar steeds groter. De aangewende pogingen om de geschillen weg te nemen hebben voor de zoveelste maal opnieuw schipbreuk geleden. De „Vredescommissie" voor Korea had aan het rode Ghina voorgesteld om op Korea het vuren te staken. Nadat China vrij lang met haar antwoord gedraald had, is dit in de laatste week van 1950 eindelijk door haar gegeven. Zij heeft het voorstel botweg van de hand gewezen. In dat antwoord heeft zij niet alleen bekend gemaakt, dat zij niet van zins was het vuren op Korea te staken, maar heeft zij bovendien al haar bekende eisen nog eens weer gesteld. Die eisen houden in, dat alle vreemde troepen, die van het communistische China begrijpelijkerwijs uitgezonderd, uit Korea moeten wegtrekken en eveneens de Amerikaanse strijdmachten uit Formosa en van de vloot uit de wateren daaromheen en dat het rode China in de Organisatie der Verenigde Naties een zetel moet bekomen.

Dit afwijzend antwoord mej^de daarin gestelde eisen doet ons op overtuigende wijze zien, dat de geschillen 'n steeds ernstiger vorm aannemen en dat het uitbreken van een wereldoorlog in 1951 volstrekt niet tot de onmogelijkheden behoort alsook dal de pogingen om de geschillen op te lossen op de houding van het communistisch China deerlijk gestrand .^ijn. De „Vredescommissie" voor Korea is op 29 December j.l. weder in vergadering bijeen geweest, doch zij heeft geen resultaat kunnen bereiken. Zij komt op Dinsdag 2 Januari weder bijeen voor het opstellen van een definitief rapport, dat een dag later aan de politieke commissie van de Verenigde Naties zal worden voorgelegd en waarin zij, naar alle waarschijnlijkheid, zal rapporteren, dat al haar pogingen om het vuren op Korea te doen staken op een mislukking zijn uitgelopen.

O. 'p Korea zelf is, na een rustperiode, de strijd weder hervat. De Noord-Koreaanse troepen zijn op 29 December j.l. een actie begonnen, welke wellicht het begin van het grote communistische winteroffensief kan zijn. Zij hebben op twee punten de linies van de geallieerde troepen meer dan 15 kilometer teruggedrukt.

Naar daarover nader gemeld wordt, zijn communistische eenheden in de Oostelijke sector op twee punten door de dun bezette linies gedrongen. Een afdeling van 5000 man is 20 kilometer opgerukt, een tweede, 2000 man sterk, wist meer westelijk 15 a 20 kilometer achter de linies der geallieerde troepen te komen. Noord-Koreaanse troepen hebben in het centrum een deuk in het front gemaakt en bereiden zich voor op een frontale aanval op de linkerflank der geallieerden ten noordan van Seoel, de hoofdstad van Zuid-Korea.

Tot op het ogenblik, waarop wij dit overzicht schrijven, hebben de Chinezen zich nog niet in de strijd gemengd. Doch het is te verwachten, dat zij dit wel zullen doen. Het laatste communiqué van de opperbevelhebber Mac Arthur meldde tenminste, dat er een belangrijke concentratie van troepen ten Noorden van de 38ste breedtegraad, de grens tussen Noord- en Zuid-Korea, heeft plaats gehad, terwijl ook andere berichten melding maken, dat er zich een zeer aanzienlijk contingent van Chinese troepen in Noord-Korea bevindt. Dat de Amerikanen de toestand weinig rooskleurig inzien, blijkt wel uit het feit, dat zij de ontruiming van Seoel door de burgerbevolking hebben bevolen, zodat er zich lange colonnes van uitgewekenen op de wegen bevinden, die het Zuiden intrekken.

Van Amerikaanse zijde wordt beweerd, dat de geallieerde troepen niet geheel en al uit Korea behoeven terug te trekken en dat zij in staat zullen zijn onder bescherming van de Amerikaanse vloot althans een bruggehoofd op Korea te behouden.

Of dit metterdaad ook mogelijk • zal zijn, valt zeer moeilijk uit te maken. In elk geval is de toestand voor de geallieerde troepen allesbehalve bevredigend. Niet alleen hebben de Amerikanen nu al reeds grote verliezen aan gesneuvelden, gewonden en vermisten geleden, maar dreigen er bij het terugtrekken nog meer verliezen te komen.

L) at er bij de huidige slechte gang van zaken in Amerika stemmen opgaan om zich geheel tot de verdediging van Amerika te 'bepalen, is te verstaan. Niemand minder dan de oud-president Hoover heeft er het pleit voor gevoerd, dat Amerika zich geheel uit Europa en Azië zou terugtrekken om zich te bepalen tot de verdediging van het eigen continent. President Truman is daartegen met alle kracht opgekomen. En niet alleen hij, maar ook tal van vooraanstaande republikeinen, zodat op de zienswijze van Hoover niet zal worden ingegaan. Dit zou bovendien voor Amerika niet anders dan uitstel van executie betekenen. Indien Azië en Europa geheel in de macht van de communisten zouden komen, dan is zij geen ogenbhk meer veilig, want dan zou er een geweldige sterke macht tegenover haar komen te staan, welke zij, naar de mens gesproken, niet zou kunnen weerstaan. Het is juist haar grote fout geweest, dat zij, gelet op de gedragswijze van Sowjet-Rusland, de gang van zaken zo lange tijd Hjdelijk heeft aangezien. Zij had, waar de Sowjet- Unie na het beëindigen van de tweede wereldoorlog, haar legermacht op volle sterkte hield, ja, er zelfs alles op zette om haar nog sterker te maken dan zij ooit tevoren was, er niet toe over mogen gaan om haar leger te demobiliseren. Evenzeer is het een kapitale fout in haar gevoerd politiek beleid geweest, dat zij het heeft toegelaten, dat China geheel onder communistisch bewind gekomen is en dat zij er aan medegewerkt heeft, dat Nederlands Indië voor Nederland te loor is gegaan. Gedurig heeft de gevoerde Amerikaanse pohtiek de Sowjet-Unie geducht in de kaart gespeeld, met gevolg, dat Amerika en haar bondgenoten er slechter en de Sowjet-Unie er beter voor kwam te staan. Tevens heeft Amerika een veel te groot vertrouwen in de Organisatie der Verenigde Naties gesteld. Zij had in deze rietstaf van Egypte gans geen vertrouwen dienen te stellen. De vreselijke fout heeft zich herhaald, welke er ook na de eerste wereldoorlog gemaakt is. Ook toen bouwde en vertrouwde men vrij algemeen op de Volkenbond, ging men tot ontwapening over, terwijl men het lijdelijk toezag, dat Hitler zich tot de tanden toe bewapende.

Vc oorts zij nog het navolgende vermeld. De Franse minister-president Pleven zag zijn voorstel om een crediet van 740 milliard francs voor landsverdediging beschikbaar te stellen met 416 tegen 180 stemmen (die der communisten) aangenomen. Bovendien diende hij nog viermaal een motie van vertrouwen in. Men verwacht dat deze moties met een behoorlijke meerderheid zullen worden aangenomen.

De Bondskanselier van West-Duitsland, dr Adenauer, heeft zich bereid verklaard een samenspreking te hebben met de Oost-Duitse regering, mits dit niet geschiedt op de manier, waarop de Sowjet-Unie dit wenst. Deze wenst namelijk een herenigd Duitsland onder haar leiding en daarvan moet vrijwel in West-Duitsland niemand iets hebben. Latere berichten melden evenwel dat er geen onderhoud zal plaats hebben. De regering van Tito heeft er opnieuw blijk van gegeven, dat zij zich verontrust gevoelt over de houding, welke de Sowjet-Unie tegen haar aanneemt. Zij heeft een aanzienlijk bedrag bestemd voor bewapening en plechtig verklaard, dat zij zich tegen een Russische aanval met hand en tand zal verzetten. Zij richt zich hoe langer hoe meer naar het Westen, gelijk dat blijkt uit het feit, dat zij op het ogenblik goede betrekkingen met Griekenland, Italië en Oostenrijk onderhoudt en de staat van oorlog met West- Duitsland als geëindigd beschouwt en ook daaruit dat de Amerikaanse regering haar ten volle vertrouwt door haar opnieuw een vrij belangrijk crediet te verlenen.

De regeringen van Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk hebben vrijwel tegelijk aangekondigd, dat zij de staat van oorlog met West-Duitsland zullen beëindigen. Als de Amerikaanse volksvertegenwoordiging daaraan haar goedkeuring hecht, zal de staat van oorlog reeds in Januari 1951 beëindigd zijn. Of de viermogendheden-conferentie nog zal doorgaan, staat niet vast. In de laatste tijd wordt daarover niets naders vernomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1951

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1951

De Banier | 8 Pagina's