BUITENLANDS OVERZICHT
Als dit nummer van De Banier verschenen is, ligt de eerste helft van Januari al weder achter ons. Hoe snelt de tijd toch henen en wat wisselt hier veel op aarde!
Bij alle wisselingen zijn er toch enkele dingen, die niet veranderen in deze wereld. Onder meer haar bedriegerijen, haar onrust en haar nijd. Schier even oüd als de wereld is, zijn ook haar bedriegerijen. Wat er in deze wereld ook verandert, de mensen houden niet op met elkander te bedriegen. Het meest met een lachend gezicht. Zo bedriegen zij elkander gemeenlijk nog op het hardst. Met de val der mensen deden ook onrust en nijd haar intrede op deze aarde. Men wil er maar kwalijk bij al de verheerlijking van de mens en de lofzang op diens adeldom aan herinnerd worden, dat de eerste mens, die op aarde geboren werd, een moordenaar van zijn broeder was en dat de eerste, die op aarde uit nijd viel, door de hand zijns broeders het leven verloor. Men steekt veel liever de loftrompet van de mens, diens deugden, gaven en gerechtigheden en hoe luider men die loftrompet steekt en hoe meer men het schepsel eert boven de Schepper, Die te prijzen is tot in alle eeuwigheid, des te slechter en ellendiger vergaat het de mensheid. Vraagt men naar enig bewijs daarvan, men geve slechts acht op onze tijd, waarin bedriegerijen, woordbreuk, onrust en nijd zo veelvuldig voorkomen.
J.-'oor de Organisatie der Verenigde Naties zoekt men wel de vrede op de aarde te verzekeren, doch schier sedert de dag van haar oprichting heeft de oorlog gewoed. En nog is de vrede verre van de aarde geweken. Alle pogingen door de Organisatie aangewend hebben jammerlijk gefaald en dreigen ook thans weder op een mislukking uit te lopen. Er is op het ogenblik, nadat zovele plannen om de vrede op Korea en in Zuid-Oost-Azië te waarborgen, schipbreuk geleden hebben, een nieuw voorstel bij de politieke commissie van de Verenigde Naties ingediend. Dit voorstel is blijkbaar op de conferentie van de ministers van het Engelse Gemenebest op voorstel van en onder invloed van de minister van India ter tafel gekomen en aanvaard.
Daarin wordt geen geringe concessie aan het rode China gedaan. Op 14 December j.l. aanvaardde de Algemene Vergadering der Verenigde Naties een voorstel tot het staken van het vuren, zonder dat daarbij in uitzicht was gesteld, dat een conferentie tussen de Verenigde Staten van Amerika, Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie en het communistische China zou worden gehouden. Nu het rode China wel is uitgenodigd, kan dit er vrijwel zeker van zijn, dat in geval het in het staken van het vuren toestemt, het officieel ook door Amerika erkend zal worden, waartegen zij zich tot dusverre met hand en tand verzet heeft.
Het voorstel van de Londense Conferentie heeft een onderwerp van bespreking in de politieke commissie der Verenigde Naties uitgemaakt.
De Russische afgevaardigde Jakob Malik verklaarde daaromtrent, dat hij het voorstel niet verwierp, maar toch ook niet kon steunen. Daarop kwam hij weder met zijn bekende beschuldigingen aan het adres van de Amerikanen voor de dag, bewerende, dat de Amerikanen de aanvallers waren en dat zij een voorwendsel zochten om in Korea e blijven. De Poolse gedelegeerde legde er nog een schepje boven op, toen hij zeide, dat hij het voorstel als een valstrik voor het communistische China beschouwde.
Hoewel Groot-Brittannië, Frankrijk, India en Noorwegen zich uitspraken voor het voorstel, is men vrij algemeen van oordeel, dat het rode China het voorstel niet wil aanvaarden of dat het bij aanvaarding er van er zodanige voorwaarden aan zal verbinden, dat het onmogelijk is voor de Westerse geallieerden om daaraan hun fiat te verlenen. Zozeer rekent men van Amerikaanse zijde op de Chinese verwerping, dat de Amerikaanse delegatie reeds de laatste hand gelegd heeft aan een resolutie, waarin het communistische China als aanvaller wordt aangewezgn en waarin gevraagd wordt krachtig tegen China op te treden.
De Amerikaanse gedelegeerde Austin zeide: Wij steunen het voorstel, hoewel er een tijd bepaald moet worden — in de kringen van de Amerikaanse delegatie is men van mening, dat China uiterlijk vóór Woensdag 17 Januari ruimschoots kan antwoorden — waarop China moet antwoorden, terwijl de Britse afgevaardigde opmerkte, dat er geen sprake van capitulatie mag zijn en dat de strijd op Korea dient voortgezet te worden, indien China het voorstel van de hand wijst.
Geen wonder, dat men, als men op de Russische en Poolse verklaringen let, zelfs in de kringen van de Organisatie van de Verenigde Naties te Lake Succes slechts zeer geringe hoop koestert, dat het Koreaanse vraagstuk met de rol, die China daarin vervult, op vreedzame wijze tot oplossing zal kunnen worden gebracht.
i n Amerika blijft men zich dan ook bewust van het gevaar, dat er een grote oorlog zal uitbreken. Daarvan gaf inzonderheid president Truman blijk, toen hij in zijn jaarlijkse „State of Union" boodschap de doeleinden der Amerikaanse wereldpolitiek als volgt omschreef: 1. de vrij wereld economische steun te verlenen; 2. de landen van het Noord-Atlantische pact militaire steun te verlenen; 3. 4e Organisatie der Verenigde Naties diplomatieke hulp te bieden en nog meer toen hij verklaard heeft, dat hij meer divisies en kiijgsmateriaal naar West-Europa zou zenden en er bij bleef, ondanks tegenstand van de republikeinse senatoren als Wherry en Taft, dat zulks noodzakelijk was en dat hij er alles op zou zetten dat zulks ook metterdaad gebeurde. Als reden daarvoor had hij in zijn boodschap aan het Congres opgegeven, dat het imperialisme van de Sowjet-Unie, hetwelk hij nog ambitieuser, krachtiger en dreigender dan het imperialisme der Czaren noemde, Amerika tot een geweldige bewapening van Amerika zelf en tot militaire steun aan de vrije wereld dwong. Onze eigen nationale veiligheid — aldus president Truman — is nauw betrokken bij die van de andere vrije volken. Zij hebben onze hulp nodig, maar wij evenzeer de hunne. Onze nationale veiligheid zou ernstig geschaad worden, indien de Sowjet-Unie er in zou slagen de mankracht en de bezittingen van de landen, die aan de grenzen van het Russische rijk liggen, dienstbaar te maken aan haar ^igen oorlogsmachine. Wanneer West- Europa in de handen van Rusland valt, dan zou dit een verdubbeling van de Russische staalproductie betekenen. Indien de vrije volken van Azië en Europa onder de controle van de Sowjet-Unie zouden geraken, dan betekent dit, dat wij onze bronnen voor vele vitale grondstoffen — met inbegrip van onze toevoer van uranium, dat noodzakelijk is voor onze atoom-productie — zouden verliezen.
Wij zouden verder nooit een leger op de been kunnen brengen, dat opgewassen is tegen het leger van de Sowjet-Unie, wanneer dit de beschikking zou hebben over de mankracht van de vrije volken van Europa en Azië. In dat geval zou de Sovjet-Unie door haar militair en economisch overwicht de gehele wereld aan haar eisen kunnen onderwerpen, zonder dat zij het op een conflict behoefde te laten aankomen. Ervan overtuigd dat er oorlogsgevaar dreigt en dat allerwege een sterke bewapening hoogst noodzakelijk is, deelde president Truman ten slotte in zijn boodschap mede, dat er voorbereidselen voor een volledige oorlogsmobilisatie worden getroffen.
V V at Korea betreft, daarop hebben de Amerikanen met de verbonden troepen enige tijd een verbitterde tegenstand geboden. Of zij echter in staat zullen zijn tegenover de geweldige overmacht der Chinezen hun posities uiteindelijk te behouden, moet betwijfeld worden. Zelfs moet, volgens een bericht van een oorlogscorrespondent, de Amerikaanse opperbevelhebber Mc Arthur geadviseerd hebben, dat het Amerikaanse leger Korea zou verlaten. Het bericht van deze correspondent is wel tegengesproken, maar of Mc Arthur het bij zeer wel mogelijk verdere terugtocht van de geallieerde troepen er op zal laten aankomen, dat deze op een klein bruggenhoofd worden teruggedrongen, waarop zij zelfs mogelijk uiteindelijk nog uiteengeslagen zullen kmmen worden, is allesbehalve zeker, zeer wel mogelijk, zal hij in deze eieren voor zijn geld kiezen en proberen om zijn troepen aan de strijd en mogelijke vernietiging of gevangenis te onttrekken door ze bijtijds over zee naar Japan te laten gaan. Hoe het ook zij, de positie van Mac Arthurs leger is al sedert geiTjime tijd hachelijk en het staat zeer te bezien of hij niet liever de strijd zal opgeven dan nog — al zijn de verliezen van de Chinezen en Noord-Koreanen veel en veel zwaarder — zwaarder verliezen aan manschappen en materiaal te lijden dan de verbonden troepen, inzonderheid de Amerikaanse, al reeds geleden hebben.
J. en slotte nog het navolgende. Of er nog een conferentie tussen de vier mogendheden Amerika, Engeland, Frankrijk en Sovvjet-Rusland zal plaats vinden, daarover valt op het ogenblik niets met zekerheid te zeggen. Evenmin of er een bespreking tussen de Westen Oost-Duitse autoriteiten gehouden zal worden. Naar verluidt zal het antwoord van de West-Duitse regering op het verzoek van de Oost-Duitse regering spoedig gepubliceerd worden. Generaal Eisenhower heeft een bespreking met ettelijke Europese regeringen, onder andere ook met de onze, gehad. Over de resultaten daarvan zal allicht meer bekend gemaakt worden dan thans het geval is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1951
De Banier | 8 Pagina's