Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen — zo staat ons in Gods Woord beschreven.

Een uitspraak, welke wel betwijfeld, zelfs voor onwaar verklaard is. De wijsheid der wereld heeft toch voorspeld, dat er een eeuwige wereldvrede zou komen, ja zelfs op komst was. De beschaving en de verlichting hadden onder de mensheid zulk een vlucht genomen, dat men de mens te beschaafd achtte om oorlog te voeren.

De uitkomst heeft echter ook in deze Gods Woord in het gelijk gesteld. Het heet, dat er vrede is, maar in werkelijkheid woedt allerwege de oorlog. Op tal van plaatsen wordt hij gevoerd met mond en pen en in Korea nog altijd met de wapenen.

Daarbij komt nog, dat er zich steeds weer geruchten opdoen over het uitbreken van een mogelijke oorlog. Dit is ten aanzien van Perzië het geval.

In Engeland wordt een parachutistenbrigade van 4500 man klaar gehouden voor een onmiddellijk optreden in Perzië. De Engelse regering heeft wel verklaard, dat zij niet gewapenderhand zal ingrijpen, maar evenzeer, dat zij het niet met de handen in haar zakken zal kunnen aanzien, als Britse onderdanen in het Perzische oliegebied het slachtoffer zouden worden van de heersende stemming van moord- en brandzucht. Nu zal het in Perzië wel niet zo'n vaart lopen, dat men daar onverwijld tot het plegen van gewelddadigheden tegenover de Engelsen overgaat, maar toch anderzijds kan er zo maar een vonk in het hoog opgeladen buskruit vallen, waardoor er ernstige ongeregeldheden ontstaan, waardoor de Engelse regering gedwongen zal worden om met de wapens in te grijpen. Dit gevaar dreigt er stellig. Daar is de Amerikaanse regering zich ook wel bewust van. Anders zou zij de Perzische regermg niet nogmaals een nota hebben doen toekomen, waarin zij krachtig op het betrachten van alle gematigdheid heeft aangedrongen.

Daar was alle reden voor, want bij de Perzische olie staan grote belangen op het spel. Heel de wereldpolitiek is daarmede gemoeid. Het is een feit, dat de Russische Sovjet-Unie moeilijk een oorlog zal kunnen beginnen, zo lang zij, als nu het geval is, niet over voldoende staal en olie beschikt. Kan zij echter beslag leggen op de Perzische ohevelden, dan is daarmede de positie van de Westerse mogendheden zeer verzwakt. Daarom valt het zeer te betwijfelen, of, indien het die kant uitgaat, deze mogendheden het lijdelijk zullen aanzien. Met dat al heeft het vraagstuk van de Perzische olie een oorlogsgevaar in zich, dat niet onderschat mag worden.

Het is daarom ook zeer wel te verstaan, dat de olievelden in Perzië de volle belangstelling van de Engelse regering hebben, die voorlopig althans volstaan heeft met het zenden van een gematigde nota aan de Perzische regering. Inmiddels blijft in Perzië zelf een zeer gespannen toestand heersen, ten bewijze daarvan dient het feit, dat de huidige premier Mossadeq zich genoodzaakt heeft gezien zijn verblijf in het parlementsgebouw te houden, waar hij door een niet geringe militaire macht bewaakt wordt. Hij verklaarde in het Perzische parlement, dat er op zijn leven een aanslag gepleegd zou worden en viel nadat hij die verklaring had afgelegd flauw. Dit toont wel heel duidelijk aan, hoe in Perzie alles op haren en snaren staat, want hoewel Mossadeq de leider van de nationalistische partij is en vrijwel heel Perzië te dien opzichte achter hem staat, is gebleken, dat er inderdaad een aanslag op zijn leven gepleegd stond te worden. Een lid van een extremistische partij, dat inmiddels met nog enige van zijn medeleden gearresteerd is, was van plan zulks te doen.

In Amerika is men ook nog steeds met de mond aan het vechten. Het verhoor in zake het ontslag van Mac Arthur is daar nog niet beëindigd. Bij de voortgezette verhoren door de gecombineerde commissie van de Amerikaanse senaat hebben zowel minister Marshall als de stafchef Bradley zich tegen het inzicht van Mac Arthur verklaard. Bradley deed zelks wel op een bijzonder krachtige wijze, als hij zeide, dat de strategie van Mac Arthur de Verenigde Staten van Amerika zou storten in een verkeerde oorlog, op een verkeerde plaats, op het verkeerde tijdstip en tegen de verkeerde vijand.

Marshall, die nog maar een maand geleden verklaard heeft, dat de toestand in de wereld gevaarlijker dan ooit tevoren was, heeft thans de wel opzienbarende verklaring afgelegd, dat er elk ogenblik een einde aan de strijd in Korea kan komen. Die spoedige beëindiging zou echter volgens hem niet bereikt worden door militaire operaties, maar op een andere wijze. Over die andere wijze liet Marshall, die inmiddels ook gezegd heeft, dat hij er niet aan denkt om als minister van buitenlandse zaken af te treden, zich niet nader uit. Op dat punt blijft het dus raden en gissen. Bovendien is het nog volstrekt niet zeker, dat Marshall zich in deze niet deerlijk vergist heeft. Men vermoedt, dat de uitspraak van Marshall gegrond is op de binnenlandse moeilijkheden in, China. Zelfs uit communistische berichten valt af te leiden, dat er in het communistische China zelf tegen het huidige communistische bewind nogal groot verzet bestaat, waarop ook de vele terechtstellingen van do tegenstanders van dat regiem wijzen. Ook wordt er vermoed, dat de schrikkelijke verliezen, welke de Chinezen op Korea lijden, een spoedig einde aan de Koreaanse oorlog zullen maken. Doch dit zijn alle slechts veiTnoedens en gissingen, welke niet stroken met de werkelijke toestand.

Uit de frontberichten is toch vast te stellen, dat de Chinezen zo veel zij maar kunnen hun luchtmacht uitbreiden en dat in overeenstemming daarmede zeer vele vliegvelden in Noord-Korea worden aangelegd.

Bovendien heeft in strijd met Marshalls uitspraak de Chinese legermacht het voorjaarsoffensief weder aangevangen. Volgens verklaringen van Chinese krijgsgevangenen moet dit rode offensief ten doel hebben om de troepen der geallieerden tegen 25 Juni — de verjaardag van de Noord-Koreaanse inval — uit K rea te verdrijven. Of hun dit echter zal gelukken, is nog de grote vraag. Wel is het de communisten gelukt om een doorbraak in het front der geallieerden tot stand te brengen en moeten de geallieerde troepen op het ogenblik, dat wij dit overzicht schrijven, zich terugtrekken, maar of de communisten hun doel zullen bereiken, kan toch altijd nog aan zeer sterke twijfel onderhevig gesteld worden. Desniettem.in hebben de rode troepen op sommige punten in drie dagen tij ds 32 kilometer winst weten te behalen en hebben zij aan het Oostelijke front de geallieerden kunnen dwingen hun laatste stellingen ten Noorden van de 38ste breedtegraad — de grens van Zuid- en Noord-Korea — prijs te geven. Daartegenover staat, dat de aanvallen I de Chinezen duizenden mensenlevens, I kosten. Alleen reeds bij Saje, waar d^ M Amerikanen aanval op aanval der rode troepen afsloegen, werden honderden bij honderden onder het moordend artillerievuur van de geallieerden neergemaaid. Gelijk ook op andere plaatsen de verliezen van de Chinezen enorm moeten zijn. Zo bleven van twee bataljons Chinezen (elk van een sterkte van plusminus duizend man) 400 gesneuvelden op het slagveld liggen, terwijl 60 anderen krijgsgevangenen werden gemaakt.

Dit belet de Chinese legerleiding echter niet om tot op heden steeds maar weder nieuwe troepen — zij schijnt totaal geen rekening te houden met de levens harer troepen — aan te voeren. Met spanning mag mengde afloop van dit voorjaarsoffensief tegemoet zien, waarvan luitenant-generaal van Fleet verklaard heeft, dat het doodlopen zal, waarop wel grote kans schijnt te bestaan, te meer als mpn in aanmerking neemt, dat de Amerikaanse luchtmacht de landtroepen in hun strijd krachtig ondersteunt en onder de aanvallende Chinezen geweldige verliezen aanricht, terwijl de Chinese troepen het tot dusverre zonder enige steun van hun luchtmacht hebben moeten stellen.

De oorlog met de mond kwam dezer dagen ook tot uiting in de politieke comm.issie van de Organisatie der Verenigde Naties, waarin'het besluit werd genomen om een embargo in te stellen op de uitvoer van strategische materialen naar communistisch Clj^a en Noord-Korea. Daarbij behaalden de Amerikanen een klinkende overwinning. Gestreden werd daarbij in die vorm, dat de Russische afgevaardigde Malik het recht van de commissie betwistte om onderwerpen als embargo en blokkade te behandelen. Hij was van gevoelen, dat zulke onderwerpen alleen maar in de Veiligheidsraad, waarin de Sovjet-Unie het recht van veto bezit, behandeld konden worden. Hij kon alzo weinig anders doen dan aankondigen, dat hij de debatten zou boycotten door er niet aan deel te nemen, evenmin als aan de stemmingen.

Het was te voorzien, dat het Amerikaanse voorstel om een sanctie tegen het rode China en Noord-Korea in te stellen, aangenomen zou worden, evenals het ook met een overweldigende meerderheid, namelijk die van 45 stemmen vóór, geen enkele tegen en 9 onthoudingen werd aangenomen.

Onder deze omstandigheden was niet anders te verwachten, dan dat het Amerikaanse voorstel, dat alle leden van de Organisatie der Verenigde Naties oproept tot een verbod van de leveriing van oorlogsmateriaal aan communistisch China en Noord-Korea in hun landen uit te vaardigen, ook in de Algemene Vergadering dier Organisatie zou worden aangenomen. Het is dan ook daarin met een overweldigende meerderheid aangenomen, zelfs nog met twee stemmen meer dan in de politieke commissie. De stemverhouding was thans 47 vóór, geen ^enkele tegen en 8 onthoudingen. Ook hierbij hield Malik, die allesbehalve met de gang van zaken in zijn schik bleek te zijn, hetzelfde betoog als in de politieke commissie. De Aziatisch-Arabische groep onthield zich van stemming, evenals Zweden en Yoego-Slavië, hoewel het laatste land zijn stem in de politieke commissie voor het Amerikaanse voorstel had uitgebracht.

Te verwachten is het, dat er dan aan het schandaal van de levering van oorlogsmateriaal aan het communistische China en Noord-Korea — een groot schandaal was het toch, dat uit landen, onder meer Engeland, oorlogsmateriaal aan China en Noord-Korea geleverd werd, terwijl de soldaten van het eigen land streden en sneuvelden — een einde zal komen, ofschoon het nog niet eens geheel zeker is, want de zucht tot winst drijft sommi- ^gen tot zelfs de meest ergerlijke daden.

Inmiddels is volgens de laatste berichten door de Sovjet-Unie aan de Amerikaanse regering het voorstel gedaan om de besprekingen over de beëindiging van de Koreaanse oorlog en een regeling van de vraagstukken van het Verre Oosten te hervatten. De diplomatieke zegslieden voegen aan die berichten echter toe, dat de eerste reacties van Amerikaanse zijde uiterst koel waren. De Russische voorstellen moeten — zo wordt nader bericht — reeds enkele malen na het ontslag van Mac Arthur gedaan zijn. Zij bevatten echter niets nieuws. Het feit, dat Rusland deze voorstellen gedaan heeft, kan volgens de hierbij betrokken diplomaten op twee dingen vsajzen. Ten eerste óf de strijd op Korea vergt te veel van de communisten, óf ten tweede de communisten trachten Amerika van het vaste voornemen om sancties tegen communistisch China uit te voeren af te brengen. Bij al het vage, dat er ten aanzien van de Russische voorstellen bestaat, moet dit ene wel als zeker vast staan, dat de Russen dan slechts besprekingen willen voeren, als er wordt uitgegaan van het plan van een regeling in het Verre Oosten, dat reeds in Januari van dit jaar door de dertien Arabisch-Aziatische landen aan de Organisatie van de Verenigde Naties is gedaan. Blijkt dit inderdaad juist te zijn, dan is er van die Russische voorstellen niets te verwachten, want dit plan, dat inhoudt, dat Amerika, GrootBrittannië, Frankrijk, rood China, India en Egypte onverwijld bijeen zullen komen ter bespreking van de wapenstilstand op Korea en van de andere problemen van het Verre Oosten, werd indertijd door de even tevoren genoemde Organisatie verworpen.

Hoewel de afgevaardigden te Parijs nu reeds meer dan 50 maal vergaderd hebben, zijn zij tot het eigenlijke doel om een agenda samen te stellen, nog geen stap nader gekomen. De Amerikaanse gedelegeerde Jessup heeft ten einde raad de Russische afgevaardigde Gromyko gevraagd of het de Russen eigenlijk wel volle ernst was om op de conferentie te slagen, waarop de Rus met een volmondig „ja" heeft geantwoord. De feiten wijzen echter in een andere richting. Nog steeds toch berijden de Russen hét oude zelfde stokpaardje, dat zij nu reeds enige jaren berijden. Zij wensen evenredige ontwapening van Amerika, Engeland, Frankrijk en Rusland. Daarbij zou dan Rusland, dat thans het sterkste leger heeft, de sterkste blijven.

De Westerse mogendheden willen daarentegen eerst door een internationale commissie de huidige sterkte van de strijdkrachten vastgesteld zien en dat er daarna een regeling getroffen zal worden, waarbij de strijdkrachten naar evenredigheid verminderd zullen worden. Dat de Russen daarvan echter niets willen weten, wijst er al heel sterk op, dat het hun eigenlijk niet om ontwapening te doen is, wel om die van de Westerse mogendheden, maar niet om die van henzelf. Onder zulke omstandigheden kan de Parijse conferentie nog wel 50 maal vergaderen, zonder dat er een agenda wordt samengesteld.

Tenslotte nog een kort woord over de raadgevende vergadering van de Raad van Europa. Deze is als een nachtkaars uitgegaan. Veel is er gepraat, zo goed als niets is er bereikt. En wat er bereikt is, is al van bijzonder weinig betekenis. De motie, waarover ook al zo veel gepraat is, om een Russische aanval op Yoego-Slavië als een oorlogsdaad tegen alle leden van de algemene raad gericht, te beschouwen .... is ingetrokken. Over de defensie werd een omvangrijk debat gevoerd, zonder dat er enig besluit genomen werd. Met grote meerderheid van stemmen heeft de vergadering haar instemming met het plan Schuman betuigd, waarbij de Duitse socialisten tegen stemden en de labour-afgevaardigden zich van stemming onthielden. De besprekingen over een internationaal gezagsorgaan liepen dood. Besloten werd een uitnodigimg tot de Amerikaanse staatslieden te richten om een openbare discussie over de vraagstukken betreffende Europa en Amerika te houden. Voorts zij nog medegedeeld, dat de voorzitter Spaak met aftreden gedreigd heeft en dat de Fransman Bidault als voorzitter van de commissie van algemene zaken bedankt heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1951

De Banier | 14 Pagina's