Voor de Jeugd

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

We beginnen met het vermelden van de namen dergenen, die met het oplossen der raadsels van de opgaven 206 tot en met 209 een prijs behaald hebben. Het zijn de volgende neven en nichten:

1. T. Kruysse te Krahbendijke. 2. Eefje van LuUikhuizen te Lunteren. 3. Herman Natzijl te Gr. Ammers. 4. Johs. Boone te Hoe dekenskerke. 5. Jansje Vermeer te Barneveld. 6. Riekje Krijgsman te Gorinchem. 7. Johan de Hartog te Brandwijk. 8. Piet Berger te Lekkerkerk.

Schrijf nu aan OOM KOOS, postbus 2019 te Utrecht, vt'eUc boek je graag wilt hebben uit het hieronder staande lijstje. Doe dit op een briefkaart met postzegel van 6 cent, dus NIET per brief.

Voor grote jongens en meisjes:

1. De kerk in de catacomben; 2. Evert Kooistra; 3. De kerk in Schotland; \. Willem Farel I; 5. Willem Farel II; » 6. De oude Schoolmatres; 7. Broeder en zuster; 8. Lange Michiel; 9. De trouwe Zwaab; 10. De dorpsplaag; 11. Zo God het huis niet bouwt.

Jongens en meisjes:

1. Vogels in de natuur; 2. Water en vuur; 3. Geslagen maar geen pijn gevoeld; 4. In vreemde handen; 5. Hel uilennest; 6. Het veerhuis en de Rozendonk.

Voor jongens:

1. De vrijvwUiger van 1830; 2. Bouke Bijlertsma; 3. De weg naar het leven open; 4. Het leven een wonder; 5. Eén dorp en toch twee. Voor meisjes:

Dienende Liefde, Willy en 't Hertejong.

Voor kleine jongens en meisjes:

1. Zoals opa sprak; 2. Bram Schelling. Voor kleine jongens: Rondom Scheldehof. Voor kleine meisjes: Lieske.

Denk er om, dat je naam en volledig adres duidelijk op de briefkaart vermeldt. Nu gaan wij tot een ander punt over en wel tot het noemen van de namen van een paar nieuwelingen. Het zijn: Keesje van Gammeren te G. en Jaantje Louws •^e B. Jullie zijn beiden hartelijk welkom. Doe maar ijverig mee aan het oplossen en geef de moed niet op als de raadsels eens wat moeilijk zijn. Gezien jullie leeftijd is het aan te bevelen als ze thuis wat helpen, hetzij vader of moeder of andere huisgenoten, want onder de ouderen zijn er ook, die de raadsels oplossen al sturen dezen de oplossingen niet in. Dezer dagen nog ontving Oom Koos een brief van een moeder, die als volgt schreef:

„Ik ben zelf abonné van De Banier en heb al enkele jaren uw raadsels opgelost uit liefhebberij. Nu de kinderen groter gaan worden, krijgen ze ook langzamerhand de jaren en hopelijk ook de lust om deze Bijbelse raadsels, die flc zelf ook leerzaam vind, te gaan uitzoeken.

Ik weet wel niet wie u onder de bekende schuilnaam bent, doch hoop, dat u nog lust en gelegenbeid moogt ont­

vangen om verder ten nutte van jongeren en ook wel ouderen de raadsels, verhalen enz. in De Banier te blijven voortzetten".

Tot zo ver deze Banierlezeres, die bij deze hartelijk bedankt wordt voor de waarderende woorden over de jeugdrubriek en die voor zichzelf ook de raadsels oplost. En zoals deze lezeres, zijn er meer, ook onder de lezers. Wellicht zijn er bij jullie. Keesje en Jaantje, ook wel huisgenoten, die van raadsels oplossen houden. Nu, dan vraag je hun maar om wat te helpen. Wanneer het tijd van inzenden is, dan wordt dat steeds in De Banier vermeld. Lees dus altijd de hele jeugdrubriek goed door. Het beste is, denk ik, als jullie de raadsels voor de jongeren nemen. Bij het insturen moet je dan in de brief vermelden: Voor Jongeren; verder het nummer van de opgave de nummers van de raadsels en dan alleen de oplossingen opschrijven. Verzuim vooral niet om in de brief onder de oplossingen ook naam, voornaam en adres te vermelden. Thans gaan wij over tot de nieuwe raadsels.

OPGAVE 215

Jongeren:

i. Door verplaatsing der letters van MERIAF kan men de naam krijgen van een telg uit het geslacht der aartsvaders. Hoe is zijn naam?

2. In het boek Esther komt een naam voor van 10 letters. Welke naam wordt bedoeld als het volgende bekend is: 2, 6, 10, 4 is de stamvader van alle mensen; 8, 1, 5, 3, 7 betekent onderwerp of schoolopgave; 9 is de eerste letter van de naam van een Jodenhater uit het Oude Testament.

3. Gegeven is het volgende: 11, 9, 5, 16, 3 is het land waar vader Jacob met zijn zonen in Egypte mocht wonen; 8, 4, 2, 3, 1 is de godvrezende moeder van een profeet ten tijde van koning Saul; 13, 7, 10, 20 was een afgod der Moabieten; 17, 18, 12, 6, 19 is een oud-hoUands woord voor stad; 15, 14 is een stad uit Genesis 10, gebouwd door Assur. Welke persoon geven de letters 1 tot en met 20?

Ouderen:

1. Een tekstgedeelte bestaat uit 27 letters. WeDc tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is: 23, 4, 9, 25, 16, 24, 7 was overste over de Joden, aangesteld door de koning van Babel, doch vermoord, omdat hij tot gehoorzaamheid aan Babels koning maande; 1, 5, 3, 11, 2 is de naam van een Ezrahiet uit het boek der Psalmen; 12, 22, 8, 18, 26, 27 is het land, waarin de stad Babel gebouwd werd; 6, 19, 21, 14, 1, 20 is een deel van het alfabet; 17, 15, 13 is een waterbewoner; 10 is de eerste letter van een poort in het boek Nehemia.

In Exodus 13 komt een naam voor, bestaande uit 5 letters. In 1 Koningen 4 komt een naam voor, waarvan de eerste vier letters gehjk zijn aan de eerste vier van de vorige naam. De laatste letter van laatstbedoelde naam is de beginletter van iemand, die met God wandelde. Welke namen worden hier bedoeld?

3. In Ezra 8 staat een naam, bestaande uit 8 letters. In 1 Koningen 5 komt eveneens een naam voor van acht letters, waarvan alleen de zesde letter verschilt met de vorige naam. Welke namen zijn dit.

Tot slot het verhaal.

UIT DE DUISTERNIS TOT HET LICHT

V.

Nadat de zemindar de brief aan de Romeinen gelezen had, verlangde hij er sterk naar om meer van zulke boeken te hebben en te lezen. Om ze te krijgen meende hij niet beter te kunnen doen dan naar Pulghat te gaan en de daar wonende zendeling op te zoeken. Hij deed dit en tot zijn grote blijdschap kon de zendeling hem aan meerdere boekjes helpen van dezelfde soort als dat, hetwelk hij met zulk een grote belangstelling gelezen had en welks inhoud zulk een diepe indruk op hem had gemaakt. De zendeling gaf hem zelfs een twaalf-

tal boekjes mede, bijna allemaal Bijbelboeken.

Vol moed trok de zemindar weer naar huis. Nu had hij zo veel te lezen en zulke goede lectuur, dat het wel beter met hem zou worden, dacht hij in zijn blindheid.

Inderdaad werd zijn verstand er wat door verhelderd. Hij las van een God, Die zonden vergeeft, krankheden geneest, de dood te niet doet in Zijn kracht, armen zahg maakt, kortom alles verricht, waarnaar zijn hart uitging. Die God heette Jehovah. Zulk een God zocht hij en nu mBende hij Hem te vinden in die boeken. Daarom kreeg hij die boekjes lief, zonder er echter de rechte kracht van te gevoelen. Ook begreep hij lang niet alles wat hij las. Zo begreep hij helemaal niet wie de Heere Jezus eigenlijk was. Het scheen hem toe, dat Hij een mens was en dat men Hem toch ook nog weer wilde voorstellen als waarlijk God te zijn. Daarvan kon hij zich geen denkbeeld maken. Om alles wat hem door hoofd en hart ging, meer nauwkeuriger te onderzoeken, kocht hij een volledige Bijbel en las daarin ijverig, doch zonder veel vrucht. Dat kwam doordat het Woord Gods zijn hart niet raakte. Het was bij hem nog slechts een algemene overtuiging, maar geen hartewerk. Dat bleek ook wel daaruit, dat hij zijn zondig leven bleef voortzetten. Dobbelen en allerlei andere vermaken liet hij niet los. Om hem daarvan los te maken moest de Heere hem eerst een nieuw hart geven. Dat zou ook op 's Heeren tijd geschieden, gelijk wij in het vervolg zullen zien. OOM KOOS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen