Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Motorrijtuigenbelasting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Motorrijtuigenbelasting

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

aan de orde. Ook hierbij waren verscheidene amendementen ingediend, waarvan wij slechts dat noemen, hetwelk ten doel had om de verhoogde motorrijtuigenbelasting niet te laten gelden voor hen, die met behulp van motorrijtuigen hun brood moeten verdienen, namelijk de beroeps-* goederen- en beroepspersonenvervoerders. Het betreffende amendement werd van Staatkundig Gereformeerde zijde door Ir van Dis gesteund. Deze sprak daarbij als volgt:

Mijnheer de Voorzitter!

Bij de algemene beraadslaging over de In behandeling zijnde belastingontwerpen is er onzerzijds reeds op gewezen, dat wij

zeer ernstige bezwaren

verho­ hebben tegen de voorgestelde ging der motorrijtuigenbelasting.

Gezien de korte mij toegemeten tijd, moet ik thans met enkele korte opmerkingen volstaan. Daarbij wil ik allereerst naar voren brengen, dat elke wijziging, die met betrekking tot dit wetsontwerp wordt voorgesteld en een wezenlijke verbeterig inhoudt, op onze volle instemming rekenen kan.

Wij achten dit het geval te zijn met het thans aan de orde zijnde amendement, hetwelk degenen, die voor de uitoefening van hun bedrijf van motorrijtuigen gebruik moeten maken, van de door de minister voorgestelde verhoging van 30 procent wil uitzonderen.

Dit amendement heeft onze volle, sympathie, omdat wij van oordeel zijn, dat het niet aangaat de hoge kosten ten behoeve van de defensie-uitgaven voor een niet onbelangrijk gedeelte te verhalen op de houders van motorrijtuigen, die daarmede hun dagelijks brood moeten verdienen Inzonderheid denken wij hierbij aan degenen, die zich met het

beroepsgoederenvervoer

en beroepspersonenvervoer bezighouden. Deze ondernemers zijn reeds uiterst zwaar belast met allerlei belastingen en andere lasten. Wij wijzen slechts op de omzetbelasting, die voor de hier in het geding zijnde ondernemers 3 procent bedraagt; op de benzinebelasüng, die reeds herhaalde malen is verhoogd, waardoor de benzineprijs belangrijk gestegen is en, om maar niet meer te noemen, op de motorrijtuigenbelasting, die zij sedert 1934 hebben opgebracht en nog steeds moeten opbrengen. Daarbij komt, dat de beroepsvervoerders de verhoogde belastingen niet kunnen compenseren door de vrachtprijzen te verhogen. Daarvoor hebben zij een te zware concurrentie te verduren van de

Spoorwegen,

die in een zo veel gunstiger positie verkeren, omdat deze geen vennootschapsen winstbelasting behoeven te betalen. Bovendien verkeren de Spoorwegen in de bevoorrechte positie, dat eventuele tekorten van dit bedrijf uiteindelijk ge­ dekt worden door de Staat, dat wil zj, gen door de

belastingbetalet^

Voorts hebben de beroepsvervoerders t kampen met het steeds toenemendt eigenvervoer. Daarbij komen dan noi de zorgen, voortvloeiend uit het onlangs door de Tweede Kamer aanvaarde wets, ontwerp autogoederenvervoer, volgenj hetwelk de vergunningen slechts vooi een tiental jaren zullen gelden en ^ mogelijkheid dus bestaat, dat van aantal ondernemers de vergunningen (e zijner tijd niet zullen worden verlengd, Ai de vorenbedoelde belastingen en las. ten, alsook de andere door mij genoem. de omstandigheden zijn oorzaak, dal deze beroepsvervoerders, vooral de klei. neren onder hen, door de voorgestelde verhoging der motorrijtuigenbelasting met 30 procent, zwaar getroffen worden, Niet ten onrechte beschouwen zij ziel dan ook — gelijk kan blijken uit de onlangs van die zijde aan de Kamer toegezonden aanschouwelijke voorstelling - al., een

uitgeknepen citroen

waaruit minister Lieftinck met behulp van zijn belastingpers de laatste druppel perst.

Mijnheer de Voorzitter! Waar nu amendement van de heer Verkerk deze verhoging zowel voor de beroepsgoederen- als voor de beroepspersonenvervoeri^ ders beoogt te voorkomen, heb ik gee*5 ogenblik geaarzeld dit amendement mede te ondertekenen en zal ik er ook mijn stem aan geven, indien de minister niet bereid mocht blijken te zijn om het over te nemen.

Vóórdat de stemming over bovenbedoeld amendement plaats had, verklaarde minister Lieftinck namens de regering, dal deze het onaannemelijk achtte. Dit wilde dus zeggen, dat als de Kamer het aangenomen had, de Regering daaruit haar consequenties zou hebben getrokken, hetgeen wel niet anders kan worden opgevat dan dat er in dit geval een kabinetscrisis zou ontstaan zijn. Zo ver liep het echter niet, want het amendement werd met 54 tegen 33 stemmen verworpen.

Vóór stemden de A.R., de V.V.V.D, , d^ C.H., behalve de heer Tilanus en freule van Stoetwegen, de C.P.N., slechts drie R.K. en van de S.G.P. Ir van Dis. Ds Zandt kon namelijk wegens lichte ongesteldheid, die hem tot het nemen van enige rust noopte, ook deze vergadering niet bijwonen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1951

De Banier | 8 Pagina's

Motorrijtuigenbelasting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1951

De Banier | 8 Pagina's