De Beginselen

Voor studie en leidraad

der Staatkundig Gereformeerde Partij

HAAR PROGRAM (no. 77)

Artikel 8

Thans gaan wij dan, artikel 8 van het program van beginselen van de S.G.P. besprekende, over tot de behandeling en uiteenzetting van de principiële bezwaren tegen de vaccinatie.

De Engelse geneesktmdige Jenner, die de koepokinenting in de wereld gebracht heeft, heeft haar het onfeilbaar middel tegen de pokken genoemd. Hij is volstrekt niet de enige, die haar als zodanig heeft verklaard. Vrijwel geheel de officiële medische wetenschap ten onzent deelt met hem die opvatting. Daarvan gaf nog maar kort geleden de secretarisgeneraal van het departement van Sociale Zaken, die over de volksgezondheid in ons land gaat, dr Muntendam, büjk. als hij in het Algemeen Handelsblad de verklaring aflegde, dat het bij de pokkenziekte in Tüburg afdoende gebleken was, dat de inenting het middel tegen het uitbreken van een pokkenepidemie was.

Men behoeft er niet naar te raden uit welke hoek deze opvatting, die de inenting als het radicale voorbehoedmiddel tegen de pokken beschouwt, afkomstig is; niet naar te gissen of zij uit geloof of ongeloof is voortgesproten; zij houdt een zodanige miskerming zowel van de almacht als van de voorzienigheid Gods in, dat een ieder, die met Gods Woord ook maar enigermate bekend is, zelfs bij een oppervlakkige beoordeling, zoals dat in de volksmond wordt uitgedrukt, met de klompen aan kan voelen waaruit zij afkomstig is. Zo zeer en zo openlijk zichtbaar vertoont deze opvatting het kenmerk van haar herkomst uit een materialistische, atheïstische levensbeschouwing, die niet de minste rekening met Gods geopenbaarde Woord houdt, dat daarover niet de minste twijfel kan bestaan.

Indien toch bij deze opvatting ook maar enige rekening was gehouden met Gods Woord, dan zou Jenner het woord onfeilbaar nimmer over de lippen zijn gekomen en zou Jenners uitspraak nooit door de officiële medische wetenschap aanvaard en overgenomen zijn, want dat Woord leert bladzijde bij bladzijde, dat er slechts Eén onfeilbaar is, namelijk God de Heere Zelf.

Het kan en mag dan ook nooit anders aangemerkt worden dan als een schennis van de majesteit van Gods hoog en heerlijk Wezen, als een belediging van Jehova Zelf, een smadelijke slag in Diens aangezicht, als men dit of dat, deze of gene als onfeilbaar ten troon gaat verheffen.

De theorie van Jenner en zijn volgelingen nu bedrijft deze gruwelijke zonde, waar zij met haar onfeilbaarheidsveirklaring in feite God van Zijn troon stoot en de medische wetenschap daar op plaatst. Daarmede randt zij de ere en de hoogheid Gods aan, waar zij stelt, dat de medische wetenschap het in haar hand en macht heeft om met de inenting de pokkenziekte te voorkomen, ja deze geheel te bezweren. Zodoende loochent zij het driestweg, dat gezondheid en krankheid door God de Heere bestierd worden, en niet door de medische wetenschap en wil zij bovendien nog de mensheid de inenting als een onfeilbaar voorbehoedmiddel tegen de pokken opdringen.

Heel deze beschouwing gaat lijnrecht in tegen zovele uitspraken der Heilige Schrift, die de één na de andere ons leren, dat zonder Gods wil zelfs geen haar van ons hoofd gekrenkt kan worden en geen muske ter aarde valt en het de Heere alleen is, in Wiens hand heel ons leven en bestaan, onze gezondheid en krankheid gelegen zijn en is in flagrante strijd met het getuigenis van de Heidelberger Catechismus, dat ons getuigt, dat ziekte en krankheid ons niet bij geval, maar van Gods hand toekomen en dat de levend gelovigen beide in leven en in sterven met hjf en ziel huns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen zijn.

Daarom kan Jenners vaccinatie en diens voorbehoedmiddel tegen pokken niet aanvaard worden door diegenen, die naar het Gereformeerde standpunt der vaderen hun leven naar Gods Getuigenis wensen te richten. Zij moeten daar tegen in verzet komen, dewijl deze, zoals te voren aangetoond is, een schrikbarende, hoogst zondige inbreuk op Gods almacht en voorzienigheid maken en daarenboven in him gevolgen en de praktijk daartoe noodwendig moeten leiden, dat men in stede van de levende God menselijke wijsheid, instede van Gods ordinantiën de vaccine gaat aanbidden en in hovaardige zelfgenoegzaamheid opgaat in de verheerlijking van het werk van de mens.

Daarbij komt nog, dat Christus ons heeft geleerd, dat de gezonden de medicijnmeester niet van node hebben. Heeft deze uitspraak ongetwijfeld een diep geestehjke inhoud, toch is het daarmede niet alzo gesteld, dat zij ons op het natuurlijk terrein des levens niets te zeggen zou hebben. Ook op dat terrein heeft zij haar betekenis en waarde, ook daarop dient haar gezag erkend te worden, kan en mag haar betekenis niet geheel weggecijferd worden, gelijk velen maar al te zeer doen. Te meer kan en mag dit niet worden gedaan, dewijl voor verreweg het overgrote deel de officiële medische wetenschap, welke zo vele geneeskundigen ook ten onzent zo getrouw aanhangen, op geheel materialistische, atheïstische overwegingen en motieven rust en ook haar geneeskunde deswege met materialisme en atheïsme doordrenkt is, met het noodzakelijk gevolg, dat bij de beoefening van die geneeskunde niet alleen generlei rekening met Gods Woord wordt gehouden, maar in verachting daarvan en met vijandschap daartegen de praktijk wordt uitgeoefend. En dift heeft zo veel te meer en zo veel te erger zin, waar wij een tijd beleven, waarin de officiële medische wetenschap, althans zeer velen van haar discipelen, er hard op uit zijn om Christus' uitspraak, dat de gezonden de medicijnmeester niet van node hebben, juist geheel in haar tegendeel te doen verkeren, en wel zo, dat de gezonden van de wieg tot het graf onder voogdij en toezicht van de medici gesteld worden en de mensen, al zijn ze nog zo gezond, altijd de medici van node hebben, dat de zieken niet de dokter laten roepen en halen, maar de dokters de gezonden roepen en halen, om tot over hun lijf en leven toe de baas te gaan spelen.

Die zucht van de officiële medische wetenschap om haar zeggingschap thans allerwege te doen gelden, openbaart zich ook daarin, dat zij tot in de rechtszaken is weten binnen te treden, daarin haar sterke stem in het kapittel heeft weten te krijgen en zeer velen van haar aanhangers er naar staan om ook daarin het laatste woord te bekomen.

Gewis, wij beleven een tijd, waarin in naam en op autoriteit van de volksgezondheid zeer velen, die alleen de officiële medische wetenschap erkennen en daarbij zweren, er met alle kracht naar streven om niet alleen de publieke terreinen van het openbare leven te beheersen, maar ook over de lichamen van mens en dier de volle heerschappij uit te oefenen, waarbij zij deze meermalen tot een soort van jachtveld van de geneeskundige faculteiten en raden maken. Dit verschijnsel wordt nog zo veel te bedenkelijker en gevaarlijker, omdat ziel en lichaam, het geestehjke en het natuurlijke bestaan des mensen op zo geheel wonderlijke, onverklaarbare wijze vaak met elkander in nauw verband staan. Er is Uchamelijk hjden, dat door ziele-lijden verwekt wordt, er is een zielenood, waarbij 't vlees aan de deurposten blijft hangen. Hoe kan een materiahstische, atheïstische, medische wetenschap, die slechts met het stof rekening houdt en daarnaar haar inzicht richt, aan God noch Zijn gebod, hemel noch hel geloof slaat, in zulke gevallen raad verschaffen?

Is er alle reden om ook op natuurlijk terrein des levens ter dege Christus' uitspraak te eerbiedigen, dat de gezonden de medicijnmeester niet van node hebben, om daarom mede de vaccinatie te weigeren en als voorbehoedmiddel tegen pokken te verwerpen, deze reden is er niet minder als wij er acht op geven, dat de Heere ons in Zijn Woord verbiedt ons leven en onze gezondheid moedwillig en nodeloos in gevaar te brengen. Dat is niet minder dan God verzoeken, een ding, waarover God Zich schrikkehjk vertoornt. En God verzoeken, dat doet men keer op keer als men zich laat vaccineren en revaccineren, want aan beide zijn gevaren verbonden, gevaren voor de gezondheid en gevaren voor het leven. Dit behoeft niemand te betwijfelen. De uitkomst toont het ons. Zelfs de officiële medische wetenschap erkent het. Zij kan het onmogelijk ontkennen, want feiten zijn nu eenmaal niet te ontkennen. Zij erkent het, al is zij met haar erkentenissen o zo spaarzamelijk. Doen zich hier of daar gevallen van de pokkenziekte, zelfs van zeer lichte, voor, dan slaat zij geducht op de trom, jaagt met de voorstelling van allerlei schrikbeelden de schrik er bij onze bevolking danig in en zet zij in courantenartikels en anderszins ons volk er ten krachtigste toe aan om zich te laten vaccineren en revaccineren. Maar zo ijverig zij in dit opzicht is, zo nalatig is zij in een ander opzicht. Nalatig daarin, dat zij ons volk niet of hoogst spaarzamelijk bekend maakt en wijst op de vele gevaren, welke zowel ten aanzien van het leven als de gezondheid aan elke inenting verbonden zijn. Als het de zonodige voorlichting ten opzichte van die gevaren betreft, dan houden de mannen van de officiële wetenschap, de verheerlijkers der vaccinatie, zich stil als een muis, die de kat vreest, en gedragen zij zich schier even stom als de vissen. Dif is wel heel ergerlijk en onverantwoord tevens, gelijk het ook ergerlijk en onverantwoord is, dat de dokters de gevallen van encephalytis niet behoeven aan te geven. Is er in deze geen reden om te zeggen, dat de duisternis het hcht schuwt? Gewis, die is er. Geen reden om te spreken van een grove en grote nalatigheid? Voorzeker, die is er al even zeer. De gevaren, die toch elke vaccinatie met zich mede brengt, zijn zo groot en zo vele. Hoevele kinderen hebben tengevolge van de vaccinatie in de jaren, waarin deze nog verplicht was, het leven verloren; hoe velen hunner hebben daarvan in hun verder leven allerlei rampspoedige gevolgen ondervonden! Zo zijn er gedurig slachtoffers van de inenting gevallen; dit jaar nog minstens 3 militairen, die hun jong leven daarbij hebben ingeboet. En voorts nog de rampspoedige gevolgen, welke de vaccinatie kan hebben. Gevolgen, waardoor men idioot kan worden, een verlamming kan oplopen — in deze zegt het wel zeer veel, dat in Amerika, waar de vaccinatie zo streng wordt doorgevoerd, dat niemand daarin ongevaccineerd wordt toegelaten, de gevallen van kinderverlamming in een schrikbarend groten getale voorkomen — hevige en hoogst benauwende toevallen kan opdoen en allerlei ongevallen van soortgelijke aard kan bekomen, waarvan een brief van een Rotterdamse vrouw, die eertijds in De Banier werd opgenomen, een even tref­ fend als hoogst waarschuwend getuig^. nis aflegde. Het staat dan ook wel vast, dat, indien al de ellende, welke de vaccinatie veroorzaakt heeft, door de officiële medj. sche wetenschap eens getrouwelijk weiH medegedeeld, dat met die mededelingen een heel boek, mogelijk wel boe. ken, gevuld zouden kunnen worden, alsook dat die wetenschap in dit opzicit bet Hcht schuwt, terecht vrezende, dat alsdan een zeer groot getal mensen beslist zou weigeren om zich te laten in. enten.

Nochtans blijft het onverantwoord, dat de vaccine-verheerlijkers zich gedragen zoals zij zich gedragen, door ons volk een volledige voorlichting te onthouden. Meestal moet men vanuit particuliere bronnen iets van de rampspoedige volgen van de vaccinatie te weten komen, waarvan wij er in de loop van de tijd enkele in De Banier hebben medegedeeld en thans weer een paar mededelen. Zo werd ons uit geheel betrouwbare bron medegedeeld, dat nog maar heel kort geleden een kind tengevolge van de inenting idioot geworden is, en een persoon tengevolge van de inenting het ene been korter dan het andere geworden is, terwijl ook één zijner kinderen aan hetzelfde euvel lijdt. Doch waartoe nog meer van deze gevallen medegedeeld, waar het onbetwistbaar vast staat, dat een inenting zowel voor het leven als de gezondheid de meest ernstige en schadelijke gevolgen kan hebben. * I

Als men daarop let, dan behoeft het niei' zo zeer te verwonderen, dat men in een kring, waarin men de vaccinatie als zodanig niet verwierp, de vraag stelde of men gelet op de gevolgen, welke de vaccinatie buiten twijfel èn voor het leven èn voor de gezondheid kan hebben en menigmaal heeft, wel voor God verantwoord was als men zich en zijn kinderen liet vaccineren. Een vraag, welke overeenkomstig de Heilige Schrift slechü op één wijze juist beantwoord kan worden. En wel met dit antwoord, dat zulk) voor God niet te verantwoorden is, want niemand mag zijn leven en zijn gezondheid moedwillig in gevaar brengen, daar dit niets meer of minder is dan God verzoeken, hetwelk Gods Woord ons te» strengste verbiedt. fl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen