Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij lezen in Spreuken 18; „Des rijken goed is de stad zijner sterkte; en als een verheven muur in zijn inbeelding". De rijke dwaas beeldt zich in door zijn rijkdom in een vaste stad te wonen, waarom een hoge, sterke muur is gelegen, welke hem volkomen veilig stelt. Hij waant, dat hem van over deze muur geen letsel kan treffen en dat door deze muur geen ellende en leed tot hem kunnen doorbreken,

In deze evenaart hij de vorst van Tyrus, tot wie de Heere de profeet Ezeehiël zond met de boodschap: „Mensenkind, zeg tot de vorst van Tyrus: zo zegt de Heere Heere; omdat uw hart zich verheft en zegt: ik ben God, ik zit in Codes stoel, in het hart der zeeën; daar gij een mens zijt en geen God zijt, stelt gij nochtans uw hart als Gods hart".

Zo zeer betrouwde deze vorst op zijn goed, zijn rijkdom en macht, dat hij zich verbeeldde Gode evengelijk te zijn en zijn macht boven alle andere macht verheven was; hij maakte zijn goud tot zijn god en stelde daarin al zijn vertrouwen. Wat was dat anders dan hetgeen de apostel Paulus op onderscheidene plaatsen in Gods Woord afgoderij noemt? Is dat geen afgoderij, indien men enig schepsel Goddelijke eer en macht toekent, die alleen de Schepper toekomen en meer zijn betrouwen stelt op zijn goed, als ware dat in staat te beveiligen en het goede te verzekeren, dat de Heere alleen in Zijn alvermogen kan schenken?

Deze afgoderij wordt, zoals de kerkvader Augustinus in één zijner vele geschriften opgemerkt heeft, duur betaald; is in verleden tijden duur betaald en wordt ook in onze dagen duur betaald.

Onze tijd, waarin onder allerlei vorm zoveel afgoderij is, laat over de juistheid van Augustinus' uitspraak niet de minste twijfel bestaan. Het is toch in de loop aller eeuwen bewaarheid, dat wie God verlaat smart op smart te vrezen heeft en dat wie Hem niet eert, het ene wee na het andere te wachten staat.

Op het ogenblik, waarop wij dit overzicht schrijven, is de conferentie te San Francisco, waarop het vredesverdrag met Japan staat gesloten te worden, in volle gang.

Zij is geopend met een rede van president Truman, waarin hij onder meer gezegd heeft, dat het verdrag een vredesverdrag is en de mensheid een stap nader tot de vrede brengt.

Het mag echter op allerlei gronden betwijfeld worden, of de president het in deze bij het rechte einde heeft.

Reeds alleen het feit, dat de regering van India niet alleen geweigerd heeft om het Amerikaans-Japans vi'edesverdrag te ondertekenen, maar zelfs om een gedelegeerde naar San Francisco te zenden, geeft daartoe reeds alle reden.

Deze regering is er sterk gekant tegen, dat Amerika in het vredesverdrag het recht toegekend wordt om in Japan een bezettingsleger, precies zo groot als zij verkiest, te hemden en om in Japan militaire bases te vestigen.

Het doel, dat Amerika beoogde, om door d't vredesverdrag aan de Aziatische volken een blijk van haar grote welwillendheid jegens hen te geven, is door de houding van India wel heel deerlijk in het water gevallen.

Die houding van India heeft niet nagelaten in Amerika bittere teleurstelling te wekken.

Zij heeft reeds direct haar uitwerking niet gemist, want het was om die redenen, dat de Philippijnse gedelegeerde weigerde het vice-voorzitterschap op de conferentie te aanvaarden. Zij was een geduchte streep door de rekening van Amerika, hetgeen ook blijkt uit de scherp veroordelende woorden, waarin een deel der Amerikaanse pers zich over het gedrag van India heeft uitgelaten. Deze gedragswijze van India was begrijpelijk koren op de molen van het communistische China en de Sovjet- Unie, die zich daarover verkneukeld hebben.

Overigens is de conferentie tot dusver geheel naar wens van de Amerikaanse regering verlopen. Zij heeft daarop het ene succes na het andere weten te behalen, terwijl de Sovjet-Unie de ene nederlaag na de andere heeft geleden. De eerste nederlaag, welke zij te incasseren had, was ter gelegenheid van het voorstel, dat haar afgevaardigde Cromyko deed, toen hij voorstelde om wijziging te brengen in de regehng van de spreektijden, zoals die door Amerika was voorgesteld, waarbij de afgevaardigden over het verdrag zelf een uur spreektijd en over de artikelen en bij de replieken één van vijf minuten was toegekend.

Het was te verstaan, dat Gromyko zich bij die voorgestelde regeling niet zonder meer zou neerleggen. Het voornaamste doel van zijn komst toch was om ter conferentie zo veel mogelijk propaganda voor de communistische, Russische doeleinden te maken en de Aziatische volken zo veel als maar even in zijn vermogen was tegen de Westerse mogendheden op te hitsen. Om daarvoor ruimschoots tijd en gelegenheid te hebben, was de voorgestelde spreektijd veel te kort.

Gromyko had zich dan ook ten aanzien van de duur van de conferentie reeds voordat deze aanving uitgelaten, dat deze een maand zou duren, terwijl Amerika de duur er van op vijf k zes dagen had bepaald.

Het lag daarom ook geheel voor de hand, dat Gromyko het voorstel deed, om wiiziging in de voorgestelde regeling der spreektijden aan te brengen. Hij kreeg bij dat voorstel echter danig de kous op zijn hoofd. Nevens zijn eigen stem kreeg zijn voorstel maar een tweetal stemmen en wel die van de afgevaardigden van de Russische satelliet-staten, die van Polen en Tsjecho-Slowakije, terwijl al de andere afgevaardigden er tegen stemden.

En niet alleen hierbij leed de Sovjet- Unie een nederlaag, maar telkens als haar gedelegeerde Gromyko, ook al om te saboteren en obstructie te voeren, 'n voorstel deed, werd dit mede door de krachtige leiding van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, die als voorzitter van de conferentie fungeerde, snel afgewerkt en met een overgrote meerderheid van stemmen van de hand gewezen.

Dit lot onderging ook zijn voorstel om 't rode China ter conferentie uit te nodigen om als stemgerechtigd lid daaraan te doen deelnemen.

Op die conferentie is het er naar toe gegaan als verwacht kon worden. Gromyko speelde daarop weder in af en toe felle bewoordingen het oude spelletje van propaganda voeren, obstructie maken en tweedracht zaaien. De door hem ontwikkelde bezwaren tegen het Amerikaans Japans ontwerp-verdrag en zijn eigen voorstellen beoogden niets anders dan Amerika en met haar de Westerse mogendheden bij de Aziatische volken gehaat te maken, Amerika's invloed in het Verre Oosten te ondermijnen, de eigen Russische positie te versterken en steun bij de volken voor de communistische doeleinden te verkrijgen.

Hij ontwikkelde daarbij als een ernstig bezwaar tegen het voorgestelde vredesverdrag, dat daardoor Japan weer als een militaire staat zou herrijzen, hetgeen van Amerikaanse zijde nadrukkelijk ontkend werd, daar Japan de nodige grondstoffen daarvoor ontbraken en de gealhëerde mogendheden de verschaffing daarvan in hun handen hadden en deze konden regelen. Bovendien woog het bij hem ais een groot bezwaar, dat er daardoor een militaire alliantie tussen Amerika en Japan tot stand zou komen. Het monopolie der Amerikanen in Japan werd verzekerd, en daardoor — wat al wel heel vreemd in de mond van een Russische communist klinkt — de democratische rechten van het Japanse volk niet werden gegarandeerd.

Doch niet alleen bezwaren ontwikkelde Gromyko, hij had ook een hele zak vol met wensen, waarvan de voornaamste wel zijn, dat hij het rode China bij het sluiten van het verdrag ook volle zeggenschap wüde toegekend hebben; dat na het sluiten van het vredesverdrag binnen 90 dagen alle niet-Japanse strijdkrachten uit Japan moesten verdvsdjnen; dat de vrijheid — bestaat die in Rusland zelf ook? ? ? — van meningsuiting in Japan erkend moest worden; dat Japan slechts een zeer beperkte strijdmacht moest worden toegestaan en dat aan Rusland Sachahn en aan Japan enkele eilanden, die krachtens het ontwerp-verdrag onder Amerikaans beheer worden geplaatst, moesten worden toegewezen.

Het Iaat zich, zoals de zaken thans op de conferentie verlopen, aanzien, dat er noch met de bezwaren, noch met de wensen van Gromyko ook maar de minste rekening zal worden gehouden en dat het vredesverdrag reeds op 8 September, op de door Amerika bepaalde dag, ondertekend zal worden.

Tal van afgevaardigden immers hebben a) reeds ter conferentie toegezegd, dat zij het ontwerp-verdrag zullen ondertekenen, onder wde zich de Nederlandse en volgens de laatste berichten ook die van Indonesië bevinden. Het is aan de Indonesische gedelegeerde volgens die berichten gelukt enige belangrijke concessies op het punt van schadevergoeding en de visserij met behulp van Amerika van Japan te verkrijgen, terwijl de Nederlandse gedelegeerde met de schrale toezegging en troost naar huis werd gezonden, dat de schadevergoeding en d'" kwestie betreffende de Nieuw-Guinese vissers in een overeenkomst met Japan nader konden geregeld worden. En dit, terwijl Japan in de tweede wereldoorlog zulke enorme schade aan Nederland heeft toegebracht! Dit is dan v/el een allerjammerlijkst resultaat, dat de droeve houding van de Nederlandse regering geheel kenmerkt! Dit strekt mi­ nister Stikker, die Nederland op de conferentie vertegenwoordigde, in o zulke zachte bewoordingen uitgedrukt, al heel weinig tot eer.

Minister Stikker, die op de conferentie ook het woord heeft gevoerd, sprak ten aanzien van de schadevergoeding de hoop uit, dat de wensen voor herstelbetalingen later door middel van bilaterale overeenkomsten met Japan alsnog geregeld zouden worden.

Hoe vele keren heeft onze regering tijdens het verloop van de Indische kwestie al niet dergelijke uitingen over „hoop" gedaan, die gebleken zijn niet dan ijdele hoop te zijn geweest en welke dan ook als rook uit de schoorsteen zijn verdwenen!

President Truman moge het sluiten van het Amerikaans-Japans verdrag al een schrede nader tot de wereldvrede genoemd hebben, maar het is een open vraag of hij zich daarin — de houding niet alleen van de Sovjet-Unie en het rode China, maar ook wel in het bijzonder die van India wijzen daaorop - niet op een schrikbarende wijze vergist. Het is thans zes jaren geleden, dat er ook een conferentie in San Francisco heeft plaats gehad, de samenkomst, waarop de Organisatie der Verenigde Naties tot stand kwam en waarop haar Handvest werd ondertekend.

Hoe heeft men het resultaat van die conferentie al niet als een schrede tot de wereldvrede bejubeld! Hoe als een soort plechtanker voor de welvaart en de vrea-j \ül de van de mensheid beschouwd! ^^ Doch wat is er in werkelijkheid van geworden?

Reeds binnen vijf jaren heeft zij als vredes-instituut volkomen schipbreuk geleden. Waarlijk, zij heeft ons geen stap nader tot de wereldvrede gebracht. Zij heeft in stede van de vrede de oorlog gediend. Vrijwel zo lang toch als die Organisatie bestaat, heeft de oorlog op gróte schaal in China gewoed en thans woedt hij nog in kleinere omvang met a! zijn verschrikking op Korea. In de afgelopen week zijn zelfs de verliezen der Amerikanen op Korea nog vrij zwaar geweest, wat niet te verwonderen valt, daar ook in deze bewaarheid wordt' „Des rijken goed is de stad zijner sterkte; en als een verheven muur in zijn inbeelding".

Men had zich ingebeeld — de Heeri^^ werd daarin totaal niet erkend — met eigen krachten door de verheven muur van de Organisatie der Verenigde Naties de wereldvrede te vestigen, maar hoe gans anders is het verlopen.

Ten slotte nog het volgende. Op Korea zijn de onderhandelingen over een wapenstilstand nog steeds niet hervat. Generaal Ridgway heeft nu voorgesteld de onderhandelingen op een andere plaats te hervatten. Na enige tijd op het antwoord te hebben laten wachten, heeft de communistische radio laten weten, dat Ridgway's voorstel niets was dan een poging om de verantwoordelijkheid voor de schendingen van het neutrale gebied van Kaesong op de communistische schouders te leggen, zodat men zich — om het hedendaagse mode-woord te gebruiken — op Korea nog steeds in een impasse bevindt. In het zelfde geval verkeert men ook ten aanzien van de Perzische olie-kwestie. Ook deze is nog niet opgelost. De Perzische regering heeft een ultimatum aan de Engelse opgesteld — zo ver men echter uit de berichten, die elkander nog al eens tegenspreken, kan opmaken, schijnt dat ultimatum, door de oppositie, welke daartegen in het Perzische Parlement gekomen is, nog niet verzonden te zijn — waarin van de Engelse regering geëist wordt de onderhandelingen binnen veertien dagen te hervatten. De Engelse regering heeft inmiddels doen weten, dat zij niet van zins was de onderhandelingen te hervatten, indien de Perzische regering geen belangrijke wijziging in haar houding aanbracht.

DQ Veiligheidsraad heeft besloten, in tegensteUing met wat eerst besloten was, om geen verzoek aan Egypte te richten om haar houding ten aanzien van het Suez-kanaal waarbij door haai- de doorgang van schepen met goederen voor de staat Israël bestemd, belet werd, dit verzoek toch wel tot Egypte te richten. De Sovjet-Unie heeft zonder nadere opwave van redenen haar aangekondigd veto tegen dat verzoek ingetrokken. In Berlijn zijn de communisten thans weder druk in de weer om het handelsverkeer met West-Berlijn en West-Duitsland allerlei hinderpalen in de weg te leggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1951

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1951

De Banier | 8 Pagina's