Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXVII.

De kerkvaders. Onderscheiden in twee groepen. De Apostolische vaders.

Het woord kerkvaders is onder ons algemeen bekend. Wij verstaan er onder mannen, die door hun leer en leven vooraangestaan hebben in de oude Christelijke kerk en deswege voor de verbreiding van het Christendom als middelen in de hand des Heeren voor de kerk van grote betekenis zijn geweest. Deswege mogen wij hen ook hoogachten, gedachtig zijnde aian • de woorden der Heilige Schrift: Dat de ouderhngen, die wel regeren dubbele eer waardig geacht worden, voomamehjk die arbeiden in het Woord en de leer. Ook mogen wij hun geschriften lezen, indien v/i] daarbij slechts bedenken, dat deze geschriften niet op één hjn staan met de Heilige Schrift.

Feilbare mensen als de kerkvaders waren, hebben 'Ook hun geschriften geen onfeilbaar gezag. Ten deze geldt wat wij in het zevende artikel der aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis geheel naar waarheid beschreven vinden, dat men namehjk gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn^ gelijk stellen mag met de Goddelijke Schrifturen, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten, want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan ijdelheid. Hoe diep beschamend en vernederend voor de mens de vaderen der Reformatie zich in de belijdenis uitgedrukt hebben, wat ze in die regelen hebben neergelegd — we merkten het reeds op — is geheel overeenkomstig de waarheid, zoals God ons die omtrent de gevallen mens leert. Ook de geschriften der oude kerkleraren of kerkvaders moeten vdj dus steeds aan de kenbron der waarheid, dat is Gods onfeilbaar Woord, toetsen.

Om een goed overzicht te verkrijgen, heeft men de kerkvaders in , twee groepen verdeeld.

De eerste groep vinden we in het tijdperk vóór het Concilie van Nicéa (325) en de tweede groep in het tijdvak na dit concilie. Reide groepen worden nog weer onderverdeeld. Zo onderscheidt men bij de eerste groep de Apostolische vaders, de apologeten en de oud-katholieke vaders. In de tweede groep treft men aan de kerkvaders, die tijdens de Ariaanse strijd leefden, verder die tijdens de Christologische twisten optraden en ten derde zij, die leefden na het Concilie van Chalcedon (451).

De kerkvaders, die bekend staan onder de naam van Apostohsche vaders zijn dus de eerste kerkelijke schrijvers, die op de apostelen volgen; zij behoren alzo met de apostelen tot de oudste leraren der Christelijke kerk. Enkelen hebben zeHs tot de tijdgenoten, anderen tot de leerlingen der apostelen behoord. Van hen zou genoemd kunnen worden Clemens, die door de apostel in de brief aan de Philippenzen zijn medearbeider wordt genoemd. Zeer waarschijnlijk werd deze tegen het einde der eerste eeuw bisschop der gemeente te Rome. Onder zijn naam bestaat er een brief aan de gemeente te Corinthe en een gedeelte van een tweede brief. De eerste werd gedmende de eerste eeuwen in vele gemeenten op zo hoge prijs gesteld, dat hij met de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament bij de godsdienstoefening werd voorgelezen. Hij bevat een vermaning tot eensgezindheid doorweven met voorbeelden en spreuken van algemene inhoud aan de Corinthische gemeente, die door scheuringen verdeeld werd. Toch moet men met deze brief voorzichtig zijn. Er komen toevoegselen in voor, die volgens deskundigen op dit gebied ingelast en dus van een vreemde hand afkomstig zijn. Zulks geschiedde in die tijd nogal veel. Lieden, die ketterse leringen voorstonden, gebruikten niet zelden de naam van mannen, die in de gemeenten hoog geacht werden, om hun geschriften zodoende ingang te doen vinden. Ook namen zij wel geschriften, die inderdaad van zulke mannen afkomstig waren en verwerkten daarin dan hun ketterijen.

Ze vervalsten dus de geschi-iften van bij de kerk in hoog aanzien staande leraren. Dit nu is volgens de geleerden ook met de brief van Clemens gebeurd. Op naam van dezelfde Clemens komen nog enkele andere geschriften voor, waarop we echter niet zullen ingaan. Ook zullen we niet verder stilstaan bij de geschriften, die op najam gesteld zijn van Hermas, van wie de apostel Paulus in Romeinen 16 : 14 gewag maakt.

Bekender is de bisschop van Antiochië, Ignatius, een leerling van de apostel Johaimes. Van hem wordt verhaald, dat hij onder keizer Trajanus gevankelijk naar Rome gevoerd is, waar hij geen ander lot verwachtte dan dat hij aan het verscheurend gedierte zou voorgeworpen worden. Op weg naar Rome zou hij zeven brieven geschreven hebben, zes aan de gemeenten van Klein-Azië en één aan Polycaipus, bisschop van Smyrna. Deze brieven bevatten inderdaad plaatsen, die onmiskenbaar op grote oudheid wijzen, doch evenzeer komen er gedeelten in voor, die verdacht voorkomen en met zeer grote waarschijnlijkheid aan een vi-eemde hand moeten toegeschreven worden. Deze gedeelten ademen toch maar al te zeer een geest, die er op gericht is om de belangen te dienen dergenen, die een ambt in de kerk bekleedden.

Van de zo even genoemde Polycarpus is een brief bekend, gericht aan de gemeente te Philippi. Wat deze brief betreft, bestaat er geen reden om aan de echtheid te twijfelen. Waarschijnlijk is deze Polycarpus dezelfde, die in Openbaring 2 : 8 de engel der gemeente te Smyrna wordt genoemd.

Evenals Ignatius was ook hij een leerling van de apostel Johannes. Volgens een zeker schrijver heeft hij vertrouwehjk met Johannes omgegaan en is hij in het ambt bevestigd door hen, die ooggetuigen en dienstknechten des Heeren geweest zijn.

Wij zullen op zijn levensloop niet verder ingaan, omdat wij daarover vroeger reeds uitvoerig gehandeld hebben. Alleen dit zij hier nog vermeld, dat de kerkvader Irenaeus, die bisschop is geweest te Lyon en te Vienne, verhaalt, dat hij in zijn jeugd Polycarpus heeft horen spreken over hetgeen deze gehoord had van hen, die de Heere Jezus gezien en gehoord en de door Hem verrichte wonderen aanschouwd hadden.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1951

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1951

De Banier | 8 Pagina's