Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hei voornoemde strooibiljet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hei voornoemde strooibiljet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het in ons vorig artikel genoemde strooibiljet wordt voorts nog verklaard, dat er ongeveer 25 Hervormde mannen in de Kamer voor de C.H.U. zouden kunnen komen, als de hei-vormden maar gehoor gaven aan de oproep, zoals die in het strooibiljet gedaan werd. Meteen zou er dan tegen de opdringende roomskatholieken een sterke macht geplaatst worden.

Als men het laatste leest, dan pleegt de volksmond in zulk een geval te zeggen: Nu breekt me de klomp! Het zijn toch de Christelijk-Historischen geweest, die met de A.R. gezamenlijk in do dusgenaamde christelijke coalitie zich met Rome verbroederd hebben. En met haar onder één deken zijn gaan slapen; een coahtie, die Rome in het zadel gezet lieeft en haar macht zo aanmerkelijk versterkt heeft.

En nu is het opmerkelijke hierbij, dat noch zij, noch de A.R. de coahtie hebben opgezegd, maar Rome hun de bons gegeven heeft en hen smadelijk als afgedankte soldeniers, als een soort aftandse paarden aan de dijk heeft gezet, daar Rome er voor dat ogenblik meer profijt in zag om met de socialisten in zee te gaan.

En nu wordt het zowaar in het strooibiljet aldus voorgesteld alsof degenen, •die zich eertijds jaren lang in een bondgenootschap met Rome verzwagerd hebben en haar vlijtig allerlei hand- en spandiensten bewezen hebben, als een sterke macht tegen Rome en haar opdringen in het gelid zullen treden en zich daarbij als rechte kampvechters tegen Rome zullen gedragen.

De zaken staan echter heel anders. Velen onder hen, alsook onder de A.R. zien reikhalzend uit naar de dag, waarop Rome hen weder als bondgenoten en als een soort schildknapen weder in haar dienst wil nemen. Het is hierbij al eveneens gesteld als weleer foij de Israëlieten, die naar de vleespotten van Egypte terug verlangden. De door 'hen begeerde baantjes, ambten en betrekkingen zijn daaraan ook al niet vreemd. Deze konden ze toch heel wat gemakkelijker en in veel ruimere mate bekomen, toen zij met Rome in één en dezelfde koets zaten. Al was het daarbij ook zo, dat Rome de teugels strak in handen hield en zowel de A.R. als de C.H. als palfreniers haar mochten dienen.

Hoe vaak is tijdens de coalitie van de zijde van de S.G.P. de Anti's en de C.H. voorzegd, dat er een dag zou aanbreken, , dat zij bij Rome zelfs niet de dienst van palfrenier zouden mogen waarnemen en dat zij te zijner tijd van de coalitiekoets gezet zouden worden.

Dit is dan ook gebeurd. Gebeurd in weerwil van de lofzang, welke zij op Rome als een christelijke macht gezongen hebben; daarmede onze vaderen vlak in het aangezicht slaande, die het tegendeel in hun belijdenisgeschriften beleden hebben; daarmede lijnrecht ingaande tegen de Heidelberger catechismus, die aangaande Rome's mis leert, dat zij een vervloekte afgoderij is; en daarmede al even zeer vierkant wedersprekende en totaal verloochenende het Avondmaalsformulier, dat verkondigt, dat al degenen, die de beelden eer aandoen en die verstorven heiligen, engelen en andere creaturen aanroepen, geen deel in het rijk van Christus hebben. Kan men nu naar waarheid aannemen van de Christelijk-Historischen en Anti- Revolutionnairen, dat zij, die de belijdenis der vaderen en yan hun eigen kerken zo zeer verloochenen, gelet op het verleden en het heden tegen Rome zullen optrekken? Het is er ver vandaan. Zelfs zijn de Christelijk-Historischen — de Anti-Revolutionnairen zijn er immer voorstanders van geweest — zo ver naar Rome afgezakt, dat zij in het naaste verleden, geheel in strijd met voorheen, voor het aanzienlijke subsidie aan de R.K. universiteit te Nijmegen gestemd hebben.

Zo kan derhalve ook van het door ons in dit artikel besproken strooibiljet zeer naar waarheid gezegd worden, dat het een heel scheve, onware voorstelling van zaken gegeven heeft. Zelfs staat te vrezen dat het de weg opgaat van de leuze: , -Het roer moet om!", welke van C.H. zijde ten opzichte van het Indië-beleid bij de verkiezingen van 1948, nu vier jaren geleden, werd aangeheven, waaraan de C.H.U. Kamerfractie in haar geheel zich niet heeft gehouden.

Zo is het dan allerminst onwaarschijnlijk, ja zelfs zeer waarschijnlijk, dat de C.H. Kamerleden in stede van tegen Rome een hecht bolwerk te vormen, haar nog al meer hand- en spandiensten gaan bewijzen — het stemmen voor het subsidie aan de R.K. universiteit wijst al heel sterk in die richting.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1952

De Banier | 8 Pagina's

Hei voornoemde strooibiljet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1952

De Banier | 8 Pagina's