Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitslag der Kamerverkiezingen uit algemeen oogpunt bezien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitslag der Kamerverkiezingen uit algemeen oogpunt bezien

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beschouwen wij bovenvermelde uitslag thans niet alleen speciaal uit het oogpunt van de S.G.P., maar meer uit algemeen gezichtspunt, dan is er een aanmerkelijke verschuiving waar te nemen, die slechts zeer weinigen — mogelijk wel niemand — in die mate verwacht hadden. Hierbij is wel zeer opmerkelijk, dat de K.V.P. er danig van langs gekregen heeft. In sommige streken en steden van het land is zij vrij gehavend uit de stembus tevoorschijn gekomen en heeft zij menig'e veer moeten laten vallen. In het Zuiden van ons land, altijd het stevige, ondoordringbare bolwerk van de K.V.P., zijn geen kleine gaten geschoten. Zowel de Partij van de Arbeid, alsook die van de heer Welter zijn in hun aanval geslaagd. Beide hebben flinke brokken ten gunste van hun partijen uit het kamp van de R.K. kiezers weten weg te slepen. De Partij van de Arbeid heeft in de kieskring 's Hertogenbosch haar stemmenaantal van 31, 245 in 1948 tot 48, 017, in Tilburg van 27, 680 tot 44, 122, in Maastricht van 27, 334 tot 44, 777 weten op te voeren en heeft vrijwel ook in alle andere kiesdistricten ten koste van ds K.V.P., in het ene kiesdistrict meer dun in het andere, winsten weten te behalen. De partij van de heer Welter heeft ook al niet minder dan de Partij van de Arbeid ten koste van de K.V.P. resultaten die er kunnen zijn, verkregen. In het kiesdistrict Maastricht zag de heer Welter zijn stemmenaantal van 9, 621 in 1948 tot 21, 209, in het kiesdistrict Nijmegen van 3, 705 tot 8, 098, in het kiesdistrict Tilburg van 6, 688 tot 20, 208, in I'.et kiesdistrict 's Hertogenbosch van 3, 651 tot 11, 126, in. het kiesdistrict Den Haag van 7, 156 tot 13, 244, en in het kiesdistrict Amsterdam van* 3, 825 tot 10, 828 oplopen.

Hierbij is het ergste voor de K.V.P. dat haar verliezen het grootst zijn in de provincies, die beneden de Moerdijk liggen, waarin zij vroeger de kiezers zo vast in haar handen had. Ten bewijze hiervan wijzen wij op de uitslag der verkiezingen in de provincie Noord-Brabant. Daarin is het aandeel van de K.V.P. van 77, 2 procent in 1948 in 1952 gedaald tot 69, 8, terwijl dat van de P. v. d. A. van 10, 5 procent in 1948 maar eens eventjes tot 15 procent in 1952, en dat van de K.N.P. (Welter) van 1, 6 procent in 1948 tot 5, 1 procent in 1952 gestegen is. De K.V.P. is daarmede wel in een uiterst moeilijke positie gekomen. Uit de gehouden verkiezingen is toch heel duidelijk gebleken, dat er zowel bij de rechts georiënteerde R.K. kiezers als bij de links georiënteerde kiezers grote ontevredenheid over de gedragswijze van de K.V.P. in de laatste vier jaren bestaat. Welke kant zal de K.V.P. nu in de toekomst uitgaan? Deze vraag laat zich niet gemakkelijk beantwoorden. Maar het zou zulk een groot wonder niet zijn, indien zij nog meer naar links zwenkte.

Aan die kant zit toch voor haar het grootste deel der kiezers. En dat deel is in het maatschappelijke leven uitgesproken rood. Wie kennis genomen heeft van de artikelen van de heer de Bruyn. de leider van de K.A.B., de r.k. arbeidersbeweging, die heeft het niet kunnen ontgaan, dat deze arbeiders door hun vakverenigingen in socialistische geest zijn opgevoed en sinds lang in weinig of niets van de rechtse leden van de Partij van de Arbeid ten opzichte van de maatschappelijke vraagstukken te onderscheiden zijn. Verliest de K.V.P. nog meer haar greep op die arbeiders, dan is het stellig niet onmogelijk, dat zij nog verder in stemmenaantal achteruit gaat en dat zij nimmermeer de grootste partij zal worden. Zij is dit op het ogenblik niet meer, hetgeen wel een harde pil voor haar is, die zij maar moeilijk kan slikken, niet het minst voor haar leider, prof. Romme, die van alle kanten reeds als de aanstaande kabinetsformateur was aangewezen.

De Partij van de Arbeid is in stemmenaantal vrijwel tot ieders verbazing boven die van de K.V.P. uitgekomen. Haar woordvoerders jubelen er niet weinig over, voorgevende, dat met deze verkiezing bewezen is dat de doorbraak gelukt is. Zij noemen haar dan ook niet weinig triomfantelijk de verkiezing van de doorbraak. Of de loftrompet hier niet te hoog van de toren gestoken is, zal de toekomst leren, want deze partij bestaat uit zeer heterogene bestanddelen, die straks nog wel eens geducht tegen elkander kunnen aanbotsen, In haar bevindt zich een rechtse fractie en een linkse, die het op tal van punten lang niet met elkander eens zijn.

De derde partij in grootte is de Anti- Revolutionnaire Partij, welke allerminst over de uitslag der Kamerverkiezingen heeft te jubelen. Als men de geweldige reclame, welke zij voor haar lijst no. 3 gemaakt heeft, in aanmerking neemt, dan had men een andere uitslag stellig mogen verwachten. Die reclame toch is fameus geweest. Wat al aanplakbiljetten toch heeft men van haar voor de i'amen, op de aanplakborden langs de wegen, ja waar niet al in de dagen voor de verkiezing kunnen zien, zelfs in de lucht is de reclame nog gevoerd. Hoevele vergaderingen heeft zij in die dagen al belegd, waarin soms de hoofdaanval op de S.G.P., heel zacht gezegd, op waarlijk verre van voorbeeldige wijze, was gericht. Daarbij kwamen dan nog de strooibiljetten, de aanbevelingen in de dagbladen, de advertenties in de couranten en wat meer van die gading is. Dit alles moet geld, zeer veel geld gekost hebben, zo zelfs dat men onwillekeurig op de gedachte kon komen, dat Piet Hein met de zilvervloot bij de A.R.P. was binnengevaren. En ach, hoe pover is het resultaat van dat alles geweest. Het heeft niet kunnen beletten, dat de A.R.P. een geduchte klap is toegebracht, dat zij een flink verlies geleden heeft en een Kamerzetel zag verloren gaan. Bij de ruim 48.000 stemmen, die zij achteruit gegaan is, hadden er waarlijk niet zo veel bij behoeven te komen, of zij had zelfs twee Kamerzetels verloren, procentsgewijze is zij toch van 13, 21 % in 1948 teruggelopen op 11, 31 %, zodat haar twaalfde zetel nog een restzetel is. Van A.R. zijde wordt deze sterke achteruitgang verklaard door het verlies van stemmen aan het Gereformeerd Politiek Verbond en aan emigratie van velen van hiiar voormalige kiezers, maar aan zulk een verklaring zou met gegronde redenen nog heel wat toe te voegen zijn, doch daar leent zich dit artikel niet voor. Trouwens, wij achten het ook niet nodig, dewijl het oordeel der S.G.P. over de A.R.P. bekend is. Stellig is het waar, dat dit Gereformeerd Politiek Verbond bij deze verkiezingen aan de A.R.P. veel afbreuk gedaan heeft en het zal ook wel alzo zijn, dat de A.R.P. door emigratie stemmen verloren heeft, maar het laatste is ook het geval bij de S.G.P. (het is zelfs de grote vraag, of de S.G.P. verhoudingsgewijs nog niet meer stemmen door emigratie verloren heeft dan de A.R.P.), terwijl ook naar menselijke berekening de S.G.P. al is het op stukken en stukken na niet zo groot als bij de A.R.P., toch ook hier en daar stemmen door het indienen van de lijst van het Gereformeerd Politiek Verbond verloren heeft, ook al is dit verlies — wij geven het onmiddellijk toe — in vergelijking met dat van de A.R.P. van geen overwegende betekenis. Desniettemin is de S.G.P. met een mooie winst van meer dan 12.000 stemmen, hetgeen voor een kleine partij als de S.G.P. is heel veel te betekenen heeft, vooruit mogen gaan.

De vierde partij, die der Ghristelijk-Historische Unie, is vergeleken bij de verkiezing van de Provinciale Staten van 1950 aanmerkelijk achteruit gelopen in haar stemmenaantal. Behaalde zij in 1950 10, 5 percent, zij kon thans niet eens de 9 percent halen; het is bij 8, 92 % gebleven. Zij verkreeg haar negende zetel evenals de A.R.P. haar twaalfde als een overschotszetel. Voor haar bestaat er dan ook geen reden tot juichen. Overigens mag zij nog blij zijn, dat zij het er zo afgebracht heeft, gezien het feit van de grote inwendige verdeeldheid, welke in haar partij geheerst heeft, en nog wel heerst, terwijl stellig en zeker, naar ons bekend is, vele C.H. met enige tegenzin ter oorzake van het gedrag van velen van haar Tweede Kamerleden op de C.H.U.-lijst gestemd hebben. De vijfde partij, de V.V.D., die van mr Oud, is met het behalen van een winstzetel vooruitgegaan. Aan het behalen van deze winst is haar grote propaganda tegen het staatssocialisme stellig niet vreemd. Deze is mede oorzaak, dat al wie enigszins liberaal getint is, naar de stembus getogen is, al staat het wel vast dat allen, gelet op de houding van de lil^erale Kamerfracties in zake de Indische kwestie, hun stem niet van ganser harte op de liberale lijst hebben uitgebracht.

De zesde partij, die der communisten, wat op zichzelf wel verblijdend is, heeft een geduchte nederlaag geleden. Zij is procentsgewijze in stemmen sterk achteruit gegaan. Was het in 1948 nog 7, 74 %, bij de Provinciale verkiezingen daalde het tot 6, 8 % en nu is het tot 6, 16 % geworden.

De overige partijen, die aan de huidige verkiezingen hebben deelgenomen, hebben daarbij al een heel slechte beurt gemaakt. Het best is het Gereformeerd Politiek Verbond er nog bij afgekomen. Zij behaalde 35, 510 stemmen, maar verloor daarbij de ƒ 9.000, die zij had gestort. Evenals de Partij voor recht, vrijheid en welvaart, het Jong Conservatief Verbond en de Middenstandspartij die allen nog een veel geringer aantal stemmen op hun lijsten zagen uitgebracht, hun gestorte gelden kwijt zijn. Deze partijen hebben alle met het indienen van hun lijsten precies het tegendeel bereikt van wat zij eigenlijk wilden. Zij hebben, wat zij niet wilden, de grote partijen in de kaart gespeeld. Hun stemmen zijn toch ten bate van de grote partijen uitgebracht, aan wie zij bij de zetelverdeling ten deel zijn gevallen.

Daarbij heeft zich weder het schromelijke onrecht voorgedaan, dat de grote partijen in de Kamers tot hun voordeel tot stand hebben weten te brengen. De zetels in de Tweede Kamer zijn nu als volgt verdeeld: De Partij van de Arbeid 30 tegen 27; de K.V.P. 30 tegen 32; de Anti-Revolutionnaire Partij 12 tegen 13; de C.H.U. 9 tegen 9; de V.V.D. 9 tegen 8; de Communistische partij 6 tegen 8; de S.G.P. 2 tegen 2 zetels en de K.N.P. (die van de heer Welter) 2 tegen 1 zetel in de thans op ontbinding wachtende Kamer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1952

De Banier | 8 Pagina's

De uitslag der Kamerverkiezingen uit algemeen oogpunt bezien

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1952

De Banier | 8 Pagina's