Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Gemeentebestuurder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Gemeentebestuurder

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gemeentebestuurder moet beginnen voor een gemaakte fout vergeving te vragen. Wat is het geval? In één der brieven over de Winkelsluitingswet is gemeld, dat de raad de mogelijkheid heeft om, krachtens het bepaalde in artikel 11 van die wet, het venten met geringe eetwaren op de Zondagen te verbieden, en daarbij is ook genoemd de klingelende ijscobel. Van bevriende zijde daarop opmerkzaam gemaakt, moet helaas worden erkend, dat de klingelende ijscobel met 't bepaalde in artikel 11 van de Winkelsluitingswet 1951 niet is tegen te gaan. Er bestaat namelijk een bepaling in artikel 15 dier wet, welke ijsco en patates frites uitdnikkelijk vrijstelt van de bepalingen van die wet. Dat mag op Zondagen worden verkocht in winkels en op de straat. Wel is bepaald, dat dan uitsluitend die artikelen verkocht mogen worden, of die artikelen tezamen, maar de mogelijkheid is ontsloten, en de raad is krachtens die wet geen bevoegdheid verleend om het te weren. Ziedaar de fout: , die gemaakt is. Het is wel jammer, dat er een fout is gemaakt, maar ook dat de raad niet de bevoegdheid is verleend er tegen op te treden.

De vraag gaat nu rijzen: Moet dan het venten maar worden toegelaten? Is er nu toch geen mogelijkheid om het venten met ijsco's en patates frites te weren?

Inzake het verkopen van die waren in winkels, waar dan uitsluitend die artikelen verkocht worden, zullen zich zeker wel moeilijkheden voordoen. Ook betreffende het venten met die artikelen ligt het niet zo voor de hand, dat er-wat tegen te doen is. Toch mogen we niet te spoedig onszelf er maar bij neer leggen en denken, er is niets tegen te doen.

Een.» gemeenteraad heeft, krachtens artikel 168 der gemeentewet een verordenende bevoegdheid. Die bevoegdheid is echter beperkt. Zelfs tweezins. In de eerste plaats moeten de verordeningen de huishouding der gemeente, de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid betreffen. In de tweede plaats mogen zij niet treden in dat wat door een hogere wetgever reeds is geregeld. Nu kan worden gesteld dat de hogere wetgever, met de Winkelsluitingswet 1951 geheel het terrein van het verkopen en venten heeft bewerkt en geregeld. Is dat zo, dan zal de lagere wetgever, de gemeenteraad, geen regelen meer mogen en kunnen stellen. Maar het is niet zeker, dat gesteld mag worden en kan worden dat het gehele terrein van verkopen en venten in de Winkelsluitingswet geregeld is. In de Drankwet is ook de verkoop van alcoholhoudende drank en van andere drank geregeld, en toch blijkt er een mogelijkheid om cafe's op Zondagen en ook des nachts te sluiten, krachtens een verordening van de gemeenteraad. Zo is ook moeilijk aan te nemen, dat de raad nu geen regelen meer zal kunnen stellen inzake het venten. Kan de raad nog regelen stellen inzake het venten, het ten verkoop aanbieden van waren, dan zal de raad ook kunnen bepalen dat iemand om met ijsco te venten een vergunning nodig heeft. Die vergunningen worden meestal door burgemeester en wethouders verleend. Dat college wordt bevoegd verklaard ontheffing van het gestelde verbod te geven.

Kan de raad burgemeester en wethouders bevoegd verklaren ontheffing te verlenen, dan kan de raad ook regelen stellen wanneer en op welke wijze die gegeven zullen worden. Ook kan het college van burgemeester en wethouders, als de raad geen bepalingen daaromtrent stelt, zelf beslissen wanneer de ontheffing en voor welke tijd die verleend zal worden. _

De raad kan dus het college van burge-meester en wethouders geheel vrij laten, maar ook bij de mogelijkheid tot ontheffing bepalen, dat die ontheffing, die vergunning, slechts kan worden verleend voor andere dagen dan Zondagen.

De raad kan een bepaling stellen inzake het venten. Hij doet dat uit oogpunt van openbare orde. Immers, als er vrij kan worden gevent, dan kunnen daaruit misbruiken voortvloeien. Genoemd wordt wel „verkapte bedelarij". Nu, de Winkelsluitingswet is eigenlijk een maatregel van sociale aard, niet een voortvloeiende uit de wens om de openbare orde te handhaven. Volgens de tegenwoordige beslissingen van de Hoge Raad zal dus een dergelijke bepaling kunnen bestaan naast de regeling van de hogere wetgever.

Het is wel droevig, dat gezocht moei worden naar een wijze om de ontheiliging van Gods dag tegen te gaan. Reeds zo ver zijn we met ons land en volk afgegleden van het rechte spoor. Al kunnen we ons er nog in verblijden, dat niet alles maar behoeft te worden toegestaan, toch is het een droevige zaak dat niet onze landsoverheid, als de hoogste wetgever in ons land, Gods wet komt te eerbiedigen.

Geve God een iegelijk, waar ook gesteld, kracht en wijsheid om te blijven getuigen tegen het veronachtzamen van Zijn geboden. Niet in onze kracht zal het kunnen gebeuren, maar in Gods kracht. Toch blijven wij verantwoordelijk. Mocht dat maar uitdrijven om de kracht te zoeken waar ze te vinden is.

GEMEENTEBESTUURDER

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's

Voor Gemeentebestuurder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's