Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CVI.

C]j Ten huize van Chrysostomus. Gedagvaard voor de Synode. Niet verschenen. Vonnis over Chrysostomus.

Nadat één der aanwezige bisschoppen gewezen had op het grote verlies, dat de kerk zou lijden voor het geval Chrysostomus haar zou ontvallen, vervolgde laatsgenoemde zijn toespraak. Terwijl hij als naar gewoonte met zijn wijsvinger op de linkerhand sloeg, zei hij:

„Genoeg, broeder, spreek hier nu niet meer over; maar, gelijk ik gezegd heb, laat uw gemeenten niet langer alleen. Ik ben de eerste verkondiger van het Evangelie niet en ik zal ook de laatste niet zijn. Stierf Mozes niet en trad toen }ozuS niet op? Toen Jeremia uit het leven werd weggenomen, verhief toen Baruch zijn stem niet? Toen Elia ten hemel was opgevaren, profeteerde toen Elisa niet? Paulus stierf de martelaarsdood, maar liet hij niet een Timotheüs, een Titus, een ApoUos en een menigte anderen achter? "

Eén van de bisschoppen opperde daarop de bedenking, dat als zij in hun gemeenten werkzaam wilden blijven, zij genoodzaakt zouden zijn de kerkelijke gemeenschap te onderhouden met hen, die een onrechtvaardig vonnis over Chrysostomus zouden geveld hebben en zelfs om dat vonnis te ondertekenen. Chrysostomus liet zich echter ook door deze opmerking niet van zijn standpunt afbrengen. Hij gaf de raad om wel niet het vonnis te ondertekenen, maar anderzijds beval hij hun om aan de kerkelijke gemeenschap met hen te blijven onder^ houden om geen scheuring in de kerk teweeg te brengen. Onderwijl Chrysostomus en de hem toegenegen bisschoppen zich met dergelijke samenspraken onderhielden, werden er drie mannen aangekondigd. Het waren twee bisschoppen uit Lybië, vergezeld van een secretaris van Theophilus.. Chrysostomus liet hen binnenkomen, ontving hen overeenkomstig de rang, die zij bekleedden en gaf hun volkomen vrijheid om de last, hun door de Synode van Chalcedon opgedragen, te vervullen. De bisschoppen deelden daarop mede, dat hun de taak was opgedragen om Chrysostomus bekend te maken met zijn dagvaarding voor de Synode, waarna ze de secretaris verzochten om deze dagvaarding voor te lezen. Ze luidde als volgt:

„De heilige Synode, die op „De Eik" is vergaderd, aan Johannes. Er zijn beschuldigingen tegen u bij ons ingekomen, waarin u ontelbare euveldaden worden ten laste gelegd. Verschijn dus voor onze rechterstoel en breng de beide presbyters Serapion en Tigris mede, want hun tegenwoordigheid wordt vereist".

Meni ziet, dat in deze dagvaarding Chrysostomus slechts werd aangeduid met de naam Johannes. Het woord bisschop had men weggelaten, daarmede te kennen gevend, dat men hem niet langer als bisschop erkende. De bisschoppen, die ten huize van Chrysostomus waren, dachten er echter niet aan om hun geliefde medebisschop naar Chalcedon te laten gaan. Zij lieten aan Theophilus het antwoord overbrengen, dat zij op onwettige wijzen zich de rechterlijke macht in een vreemde gemeente aanmatigde en dat Theophilus zich allereerst zelf behoorde te verantwoorden over de beschuldigingen, die tegen hem waren ingebracht. Ze wezen er hem voorts op, dat de Synode, die te Constantinopel vergaderd was, veel meer bevoegdheid had om in de zaak vonnis te spreken, dan de Synode, die door Theophilus bijeengeroepen was, omdat in deze laatste zes en dertig bisschoppen uit één kerspel gezeten waren, namelijk het kerspel, dat onder het oppertoezicht stond van de bisschop van Alexandrië, te weten Egypte, Lybië en Pentapolis, terwijl te Constantinopel veertig bisschoppen uit verschillende provincies, en daaronder zeven metropolieten, vergaderd waren.

Bovendien gaf Chrysostomus nog een afzonderlijk antwoord mede, waarin hij verklaarde bereid te zijn om voor de Synode, ja voor een vergadering van al de bisschoppen uit heel de Christenheid, te verschijnen, onder voorwaarde, dat zijn vier verklaarde vijanden, Theophilus, Akasius, Severianus en Antiochus niet mede als rechters over hem oordelen, maar alleen in de rij zijner aanklagers optreden zouden. Werd dit zijn verzoek niet ingewilligd, dan verklaarde hij niet te zullen verschijnen, ook al zou men hem twintig maal ontbieden! Inderdaad bleef Chrysostomus bij zijn standpunt, al werd hij nog tot viermaal toe door de Chalcedonse Synode ontbo­ den. Zelfs handhaafde hij zijn woorden nadat een keizerlijk notaris in naam des keizers hem gelast had om voor de Synode te verschijnen. Hierop sprak de Synode, daartoe gemachtigd door een boodschap des keizers, het volgende voimis over Chrysostomus uit:

, , Johannes is van ettelijke misdrijven aangeklaagd en heeft, dewijl zijn geweten hem zegt, dat hij schuldig is, niet voor ons willen verschijnen. De kerkelijke wetten stellen op die misdrijven als straf de afzetting; in die straf is dus ook hij vervallen. Maar onder de beschuldigingen, tegen hem ingebracht, bevindt zich ook die van majesteitsschennis. De godvrezende keizer moet er dus voor zorgen, dat hij, al is het ook met geweld, uit de kerk wordt verwijderd en voor dit laatste misdrijf nog in het bijzonder gestraft; want ons bisschoppen is het niet geoorloofd dat punt te behandelen".

Wat met deze laatste zinnen bedoeld werd, ligt voor de hand. Men wilde, dat de wereldlijke macht het doodvonnis aan Chrysostomus zou voltrekken. Het ging er mee als later Rome's kerk deed. Zelf voerde deze het doodvonnis niet uit, want, zo zei men, de kerk van Christus mag zich niet met bloed bevlekken, maar wel leverde men de mensen aan de wereldlijke rechter over, opdat deze het doodvonnis ten uitvoer brengen zou. De keizer durfde daartoe echter niet over te gaan. Enerzijds vanwege de zeer vele bisschoppen, die Chrysostomus toegedaan waren, en anderzijds vanwege het volk.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's