Voor de Jeugd

OOM KOOS

Beste neKen en nichten!

Telkens blijkt, dat er verscheidene jongens en meisjes zijn, die wel geregeld de raadsels uit De Banier oplossen, maar de oplossingen niet inzenden. Daar heb je bijvoorbeeld Epie Nieuwenhuis uit Hoofddorp, die het volgende briefje schreef:

Beste Oom Koos,

Als „De Banier" kwam, keek ik altijd al naar de raadsels, zonder dat ik meedeed, ik had soms de hele antwoorden, maar ik stuurde ze niet op. Het lijkt me toch zo leuk eens een prijs te winnen. Oom. Ik hoop, dat ik het goed gedaan heb. Jammer dat ik no. 11 van opgave 270 niet weet. Mijn vriendin Matje van Zijverden gaat ook meedoen, heeft ze der al opgegeven? Nu, Oom Koos, de hartelijke groeten van uw nichtje,

Epie Nieuwenhuis

We roepen Epie een hartelijk welkom toe. Doch niet haar alleen. Er hebben zich namelijk nog een paar nieuwelingen aangemeld, namelijk Mientje Bos te Katwijk aan Zee, Dirk Brand te Lekkerkerk en Willie den Boef te Wormerveer. Ook jullie worden met open armen ontvangen en we hopen, dat meerderen jullie voorbeeld zullen volgen. We moeten echter ook nu weer even een kleine opmerking maken. Jullie hebben namelijk alle vier verzuimd om buiten aan de voorzijde van de enveloppe het woord NIEUW te schrijven. Hadden jullie dat wel gedaan, dan zou ik juliie namen al eerder vermeld hebben, want dan zou ik direct de brieven van de p.'piiwe ne"en ra nichten herkennen. Daarom, jongens en meisjes, willen jullie ook gaan meedoen met het insturen der oplossingen, denkt er dan om het woord NIEUW op de enveloppe te vermelden.

Zal Matje van Zijverden er ook aan denken, als ze een brief stuurt? Ik ontving van haar nog niets. Nu gaan we er toe over om de oplossingen te geven van de raadsels der opgaven 269 tot en met 272.

OPGAVE 269

Jongeren:

1. Thaddeüs (Thyatire, Hiram, Achor, Doëg, David, Elimelech, Uz, Sara). 2. Simon Kananites (Simson, inkt, Anna, e). 3- 185.000 (2 Kon. 19 : 35; Jes. 37 : 36).

Ouderen:

1. Ga tot de mier, gij luiaard. (Moria, getij, Elia, Ur, dog, d, t). 2. Want zo wie de wil Gods doet, die is Mijn broeder en Mijn zuster en moeder. 3. Bartholomeüs.

OPGAVE '270

Jongeren:

1. Amalekieten (Enak, Elia, Etam). 2. Ramath-Lechi (Richt. 15). (Cham, , Eli, hart). 3. Benjamin (Beltsazar, Elisa, Nahor, Job, Ananias, Michal, Israël, Nimrod).

Ouderen:

1. Die een kuil graaft, zal er in vallen. 2. Uit wiens schoot komt het ijs voort? 3- Hadad Rimmon (Hamon, Omri, dd.).

OPGAVE 271

Jongeren:

1. Antiochië (Adam, Noach, Thomas, Izak, Onesimus, Cyprus, Hanna, Islam, Elizabeth). 2. En de vrouw zag, dat de boom goed was tot spijze. 3. Simeon.

Ouderen:

1. Komt over drie dagen weder tot mij. (2 Kron. 10 : 5). (Gerar, Kedron, voet, wijd, dieet, mot, m). 2. Hij zal de wereld richten in gerechtiglieid en de volken in alle rechtmatigheid. 3. Nathan + Elkana.

OPGAVE 272

Jongeren:

1. Mirjam en Aaron (Mara, Jona, mier, n). 2. Efratha (Eden, Filippus, Rabsaké, Aaron, Tubal Kaïn, Henoch, Absalom). 3. Ahasvéros.

Ouderen:

1. En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand (Openb. 1 : 16). 2. Ik weet uwe werken en waar gij woont, daar de troon des satans is. (Anna, Sara, wenen, weduwe, wijngaard. Woerden, kroost, Tokio, steeds, Ti). 3. Naomi + Ruth.

We delen hier nog even mede, dat in raadsel 2 van opgave 273 voor de jongeren de naam gevraagd wordt van de vader van Noach. Dit moet echter zijn de overgrootvader van Noach. Mochten jullie de oplossing al ingestuurd hebben, dan wordt hier geen fout gerekend. De volgende week hopen we bij leven en welzijn de namen te geven van hen, die een prijs gewonnen hebben. Thans volgen de nieuwe raadsels.

OPGAVE 277

Jongeren:

1. Noem de naam van: a. Jacobs grootmoeder van vaders zijde; b. de nieuwe naam van Jacob; c. een neef van Abraham; d. de koningin, in wier plaats Esther kwam; e. een oude profetes uit het geslacht van Aser; f. de man, die om een wijngaard gestenigd werd; g. de man van Bathséba; h. een krijgsoverste, die door een vrouw gedood werd. 2. Maak uit de woorden OOM en LAS de naam van een zeer bekend persoon uit het Oude Testament. 3. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit Psalm 51. a. O Heere, doe met mij niet naar mijne zonden. b. Wee u, als alle mensen wel van u spreken, c. De Heere Jezus ontmoette de Samaritaanse vrouw bij een waterput. d. De ark werd van de burcht Sion naar Salomo's tempel gebracht. e. De droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. f. Uw Woord is een lamp voor mijn voet. g. Alzo is geweest het welbehagen voor U.

Ouderen:

1. Zoek uit elke zin een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit het boek der Psalmen (boven de honderdste Psalm). a. Hemel en aarde verkondigen ons de grootheid des Scheppers. b. Gij, o Heere, hebt de woorden des eeuwigen levens. c. Want de grote dag Zijns toorns is gekomen. d. Hebt gij niet gehoord van de dingen die in Jeruzalem geschield zijn? e. Indien gij geloof hebt, hebt dat bi] uzelf voor God. f. Niet ons, o Heere, maar Uw grote Naam zij de ere toegebracht.

2 Door verplaatsing der letters van HOSESTENS kan men de naam verkrijgen van een overste der synagoge (Handelingen), die later door Paulus broeder genoemd wordt.

3. Een tekstgedeelte bestaat uit 31 letters. Zoek dit tekstgedeelte uit de volgende gegevens: 3 10 24 is een plant, die tot voedsel dient; 7 1 4 19 25 was een priester ten tijde van konnig David; 23 18 21 11 14 9 5 31 4 is een land in Europa; 12 8 6 is de vader van Jozua; 26 17 20 13 28 is een bepaald soort weefsel; 15 16 22 27 is een getal; 29 30 2 is een uitwateringssluis, komt ook voor als tweede lettergreep van een plaats in Overijssel en één in Groningen. De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden.

DE WALDENZEN

XI.

Toen de soldaten van de graaf de \'arax zich op het plateau bevonden, werd beraadslaagd wat men nu zou doen. De grot intrekken en de Waldenzen in hun schuilplaats opsporen, was te gewaagd, want door de nauwe gang, die van de ene naar de andere grot leidde, kon maar één man tegelijk lopen en het was te begrijpen, dat de gewapende Waldenzen aan het einde van die gang op post stonden. Na enig beraad stelde de bevelhebber een plan voor, dat terstond aller instemming vond. Men zou namelijk een groot aantal takken in de eerste grot in brand steken, opdat de Waldenzen door de rook zouden stikken, daar er voor hen geen mogelijkheid was om hun schuilplaats langs een andere weg te verlaten. Zo gezegd, zo gedaan. Enkele soldater— » klommen langs de touwen weer naar" boven en wierpen een massa takken, dorre en groene, naar beneden.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen