Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCVIII.

Het blijkt steeds zeer moeihjk, zo niet onmogelijk, om iemand, die meent zeer goed te doen in eigen ogen, te overtuigen, dat een ander zijn daden niet als goed beoordelen kan. De oorzaak daarvan is wel aan te tonen, want Gods Woord leert ons, dat wij menen rijk en verrijkt te zijn, en niet kennen onze armoede, blindheid en naaktheid. , s, >

'1 Wij zijn dus niet juist in het beoordelen van onszelf, en daarom is het zo moeilijk, ja onmogelijk, om een ander te erkennen in zijn recht.

Willen wij een goede toetssteen hebben, dan hebben wij ons dus te richten naar hetgeen Gods Woord ons leert. Al het zoeken naar oorzaken buiten dat, buiten onszelf, zal niet met vinden beloond worden, want we zullen steeds blijven dwalen.

Zo is het in het verkeer der volkeren onderling, zo is het in het streven onder eigen land en volk, en zo is het ook ia het verkeer met onze naasten. Dat blijkt ook in het zoeken naar de oorzaak in partijen, waardoor bij de verkiezingen verliezen zijn geleden. Er wordt gezocht naar een oorzaak Dan is het de weinige propaganda, dan verkeerde propaganda, dan het geen vat meer hebben op de jeugd, en wat al niet wordt als oorzaak aangemerkt. Het is wel treffend, dat niet als oorzaak wordt aangegeven het niet handelen naar Gods Woord.

Het kan niet worden ontkend, dat er geen vat meer is op de jeugd. Velen komen de paden te verlaten en menen te kunnen leven als de anderen. Laat het oude Israël hun ter waarschuwing zijn. De volkeren rondom Israël dienden de afgoden, en God liet hen wandelen in hun wegen. Maar als Israël kwam af te wijken van de ware God, dan bezocht Hij hen, tot hun bestwil, met roede en bittere tegenheden.

Die God verlaat heeft smart op smart ta vrezen. En al is het dan ook nog gunstig als God ons niet overgeeft aan onszelf, maar ons tegenkomt met de roede en bittere tegenheden, opdat vvdj het naar Hem zouden wenden, het blijft toch kwaad om zich van God af te keren.

Mochten zij dat bedenken, welke gaan wandelen in wegen, welke volgens Gods Woord hun niet geleerd zijn. Maar, is het ook niet nodig, dat een ieder tot zichzelf inkeert en vraagt waavonT we geen vat meer hebben op de jeugd? Is het niet daarom, omdat de praktijk niet door de theorie gedekt wordt?

Er gaat meer kracht uit van een leven in de vreze Gods dan van een overvloed van woorden, als zuivere theorie geuit zonder dat de praktijk daarmede overeenkomt.

N'u kan er getracht worden de uitwendige vorm te vernieuwen, die beter aan te passen aan de zogenaamde behoeften, maar dat zal niet baten. Zo komt het verval van land en volk steeds als schuld voor een ieder. We zijn niet klaar met onze eigen opvattingen. We zijn niet klaar met een program van beginselen als de S.G.P. heeft, dat volgens Gods Woord is. Het gaat over de beleving. Niet met het uiterlijke lidmaatschap der S.G.P., hoe goed ook op zichzelf, zijn we klaar. Maar dragen we die beginselen uit? Handelen we daar- 'laar? Kan in het leven en in het verkeer - -kc: n ander er op rekenen, dat we eerlijk zijn, wijl we S.G.P.-er zijn? Laten we ons er nu niet achter verschuilen, dat we van nature onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Immers, dat is toch ook onze schuld! Kan iemand, die zijn goed verbrast heeft en daardoor in een staat van verval gekomen, er zich achter verscfauilen vervallen te zijn, terwijl hij zelf de middellijke oorzaak is? Zo ligt er een taak voor iedere' S.G.P.-er, maar zeker ook voor hen, ^die, hoewel met de beginselen instemmende, geen lid worden van een kiesvereniging. Die wel klagen over de slechte toestanden van land en volk, ja mogelijk ook wel hun stem geven aan de S.G.P., maar daadwerkelijk verder niets doen eu het werk' maar aan anderen overlaten. Ja, misschien nog veel kritiek hebben op degenen, die werken.

Dan is de propaganda niet goed. Dan wordt die verkeerd bezorgd en wat niet al. Dan werken de raadsleden, de leden der Staten en der Tweede Kamer niet goed. Dan doen de besturen weer verkeerd. En met dat al gaan zij rustig hun weg, zonder de hand eens in eigen boezem te steken.

Zeker, die werkt, maakt fouten. Als het goed is, zal niemand durven beweren, dat hij in alles juist handelt. Maar hebben zij, die enkel critiseren, of niet critiseren en rustig niets doen, er wel eens oog voor gehad, dat ook met niets te doen fouten gemaakt kunnen worden? Ja, dat niets doen op zichzelf fout kan zijn? Maar, zoals begonnen is, het is moeilijk iemand te overtuigen van zijn ongelijk. Nemen we echter Gods Woord tot richtsnoer, dan zien we dat, bij alle afval, bij alle getuigen tegen de zonden, de profeten toch de belangen van land en volk op het hart bleven dragen en niet in lijdelijke houding gingen neerzitten. Daarin lezen we, dat het besturen van land en volk van Gods wege plaats heeft. Dat Hij de overheid stelde. Dus doen we geen zaak, die tegen Gods Woord ingaat als we ons met de politiek bemoeien.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1952

De Banier | 8 Pagina's