Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord van de apostel: „Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid", behoorde wel in het bijzonder in onze zo donkere dagen betracht te worden. Bij de hevige strijd en de grote verdeeldheid, welke onze tijd zo zeer kenmerken, kan men waarnemen, dat de strijd voor de waarheid menigwetf geheel zoek is en dat men zich er al bitter weinig om bekommert of men al dan niet de waarheid aan zijn zijde heeft, als men voor het eigen- of landsbelang opkomt. Gods waarheid is voor zeer velen een geheel onverschillige zaak geworden. Men houdt er gemeenlijk niet de" minste rekening mede, ja erger nog, men gaat er in vijandschap tegen in. Moet men zich bij zulk een stand van zaken er over verwonderen, dat Gods toom zich van de hemel openbaart, dat het ter wille van eigen baat twist op tv/ist is en dat de volken thans in een zogenaamde koude oorlog met elkander verkeren, een oorlog, die in hevigheid toeneemt, naar mate Gods waarheid geweld wordt aangedaan? Stellig is het onmiskenbaar waar, dat de koude oorlog in hevigheid toeneemt. Getuige daarvan zijn de gebeurtenissen der laatste dagen.

Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, heeft dezer dagen in de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties verklaard, dat Frankrijk, indien de Tunesische en Marokkaanse kwestie daarin ter sprake zal worden gebracht, de beraadslagingen daarover zal boycotten. Een gedragswijze, die heel wat flinker is dan die, welke onze regering heeft aangenomen toen de Indische kwestie — een geheel Nederlandse interne aangelegenheid — in de Veiligheidsraad behandeld werd. De houding, welke Schuman heeft aangeno­ men, zal niet nalaten nieuwe moeilijkheden en nog al meer wrijving onder de volken te verwekken. De Aziatisch-Arabische landen staan er toch besilst op, dat de Marokkaanse en Tunesische kwestie in de Algemene Vergadering behandeld zal worden. De Amerikaanse regering heeft er aan medegewerkt, dat deze kwestie op de agenda als een punt van behandeling geplaatst zal worden. Komt deze metterdaad in behandeling, dan kan nipn er zeker van zijn, dat er aan het adres van Frankrijk over zijn beleid in Marokko en Tunesië harde verwijten van de zijde van de Aziatisch-Arabische landen zullen worden gericht. Deze verwijten zullen in Frankrijk door zeer velen niet voor zoete koek worden opgenomen. Integendeel. Zij zullen aldaar een verbitterde stemming teweeg brengen, niet het minst tegen Amerika, dat er in Frankrijk nu al de schuld van krijgt, dat deze kwestie in de Algemene Vergadering staat behandeld te worden. Het is daarbij zelfs zo erg, dat zeer vele Fransen door en door verbitterd zijn over Amerika en dat er in Frankrijk stemmen opgaan om uit de Organisatie der Verenigde Naties te treden, indien er in die organisatie een beslissing genomen wordt, welke kwetsend voor Frankrijk zou zijn. Hierbij komt nog — wat de koude oorlog ook al bevordert en zelfs de oorlog op Korea in alle hevigheid kan doen ontvlammen — dat de Russische afgevaardigde Wysjinski in de politieke commissie van de Verenigde Naties kort geleden verklaard heeft, dat de Sovjet- Unie zich met alle beslistheid zal verzetten tegen een vrijwillige terugkeer van de krijgsgevangenen naar het land, waarheen zij zich willen begeven; dat zij de terugkeer der krijgsgevangenen naar het land van hun herkomst verlangt en dat, indien tot zodanige terugkeer niet overeengekomen wordt, dit tengevolge zal hebben, dat de wapenstilstand op Korea niet tot stand komt en de oorlog er in al zijn hevigheid zal worden hervat. Daarbij stelde Wysjinski tevens een resolutie voor, waarin de instelling van een elflandencommissie, met opneming van het rode China en Noord-Korea als leden dezer commissie, werd geëist, welke tot doel zou hebben om tot de wapenstilstand en tot de beëindiging van de oorlog op Korea te komen. Het staat nu te wachten, dat de Westerse mogendheden de Russische resolutie zullen afstemmen, hetgeen stellig nog de onderlinge verstandhouding onder de volken zal verslechteren. Nu worden er — deze zijn trouwens reeds geruime tijd ondernomen — op het ogenblik wel bemiddelingspogingen ondernomen om tot een vergelijk en de beëindiging van de oorlog op Korea te komen. Drie landen, namelijk India, Australië en Israël, houden zich bezig met het maken van plannen om aan de Koreaanse oorlog een einde te maken. Zij zullen zo spoedig mogelijk daartoe voorstellen bij de Organisatie der Verenigde Naties indienen. Een voorstel, het Australische, is reeds ingediend en wordt thans reeds door de afgevaardigden van verschillende landen bestudeerd. Het kernpunt van dit voorstel is het instellen van een gedimilitariseerd eiland, of zo nodig eilanden, voor de kust van midden Korea, waarheen alle krijgsgevangenen zullen worden gebracht en waar zij onder een neutrale commissie zouden komen te staan. Deze commissie zou verantwoordelijk zijn voor het transport van alle krijgsgevangenen, die naar huis willen en eveneens voor degenen, die zouden willen blijven. Over de laatsten zou de commissie regelmatig een rapport bij de Organisatie der Verenigde Naties hebben uit te brengen. Naar verklaard wordt, gaan al de drie voorstellen uit van het principe, dat er een vrijwillige terugkeer der krijgsgevangenen moet plaats hebben, zodat de bemiddelingsvoorstellen vrij zeker door de Sovjet-Unie verworpen zullen worden. Zijn deze twee aangelegenheden, welke wij in dit overzicht besproken hebben, al uitermate geschikt om de koude oorlog nog te vergroten, een derde, welke wij vervolgens gaan bespreken, is dit al evenzeer. Zij betreft de Zuid-Afrikaanse rassenkwestie.

In de speciale politieke commissie, welke deze rassenkwestie, ook wel apartheidspolitiek in Zuid-Afrika genoemd, hebben 18 landen een resolutie ingediend, die de instelling van een commissie uit de Organisatie der Verenigde Naties verlangt welke de rassenkwestie zal bestuderen. Daarnaast is er bij de voornoemd© commissie een resolutie ingediend, waarin Zuid-Afrika de Algemene Vergadering verzoekt, zich in de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika onbevoegd te verklaren. Ook deze kwestie kan nog heel wat stof doen opwaaien en is ook al geschikt om de gemoederen in hevige beroering te brengen. Ook heeft het bedanken van de secretaris-generaal van de Organisatie der Verenigde Naties, Trygve Lie, zeer veel pennen in beweging gebracht. De oorzaak van zijn bedanken moet daarin gelegen zijn, dat hij zich het misnoegen van de Sovjet-Unie op de hals gehaald heeft en dat hij zich als een sta-in-de-weg beschouwt om tot een goede verstandhouding tussen de Westerse en Oosterse mogendheden te komen. Dat zijn badanken daartoe ook zelfs maar in de geringste mate zal medewerken, dient sterk betwijfeld te 'worden, want de verbittering is ook buiten hem om zeer hoog geklommen. Daarvan legt onder meer hel feit, dat er thans op Korea weer zeer hevig gevochten wordt, een sprekend getuigenis af. Daarop wordt heden zelfs zo gevochten, dat de verliezen der Amerikanen in de laatste tijd zwaarder zijn dan zij gedurende geheel het verloop van de oorlog zijn geweest. De Amerikaanse verliescijfers toch voor de week van 2 tot en met 8 November jongstleden, die in Washington bekend gemaakt zijn, zijn de hoogste van heel de Koreaanse oorlog. Zij bedroegen in één enkele week niet minder dan 1318, waardoor het totaal van gesneuvelden, gewonden en vermisten van de Amerikanen het kolossale getal van 125, 887 bedraagt.

De presidentsverkiezing heeft een eclatante overwinning voor Eisenhower opgeleverd. Hij is met grote meerderheid van stemmen gekozen en zal nu op 20 Januari 1953 als president in functie treden. Dit veroorzaakt wel enige moeilijkheden ten opzichte van de werkzaamheden van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De Amerikaanse afgevaardigden daarin toch zijn allen leden van de Democratische partij. Van hen is niet te verwachten, dat zij de zienswijze van Eisenhower in praktijk zullen brengen. Nu heeft er wel een onderhoud op 18 November tussen Eisenhower en Truman plaats, maar in dat onderhoud zal meer in het bijzonder de aanstaande begroting het onderwerp van de bespreking uitmaken. Men verwacht, dat Eisenhower na zijn ambtsaanvaarding bij het Congres zijn eigen aanbevelingen zal doen voor wijziging van de begroting op basis van zijn eigen fiscale denkbeelden en van de beloften, welke hij tijdens zijn verkiezingscampagne heeft afgelegd. Deze houden in: het wegwerken van het begrotingstekort; 2. vermindering van de regeringsuitgaven; 3. vermindering van de belastingen; 4. bezuiniging op de buitenlandse hulpprogramma's op progressieve wijze, maar niet noodzakelijk in het eerste jaar van zijn bewind.

Naar verluidt, is de regering Truman bezig aan een begroting 1953—1954, waarop de regeringsuitgaven tussen de 84 en 85 milliard dollars beslaan. Dat is vijf tot zes milliard dollars meer dan de door het Congres goedgekeurde begroting voor het lopende jaar en 14 tot 18 milliard dollars meer dan het bedrag, dat Eisenhower en zijn politieke bondgenoot Taft voor zich hebben vastgesteld, op hun bijeenkomst in September jongstleden. De begroting van de militaire uitgaven, buitenlandse hulp en de ontwikkeling van de atoomenergie bedraagt, naar vernomen wordt, alleen al bij de 70 milliard dollars, het bedrag, dat Eisenhower zich voorstelt voor dit jaar voor de gehele begroting. In hoe ver Eisenhowers financiële plannen ten uitvoer gebracht zullen wordsn, alsmede in hoe ver er wijziging in de Amerikaanse buitenlandse politiek gebracht zal worden, valt op dit ogenblik niet met enige zekerheid te zeggen. Afwachten bhjft hier de boodschap. Met zekerheid kan echter worden medegedeeld, dat Eisenhower zich persoonlijk naar Korea wenst te begeven om zich daar met eigen ogen van de toestand der zaken op de hoogte te stellen. Wanneer Eisenhower zich echter naar Korea zal begeven, alsook hoe hij daarheen zal reizen, wordt strikt geheim gehouden.

Tenslotte zij nog vermeld^ dat de Westduitse bondskanselier verklaard heeft, dat hij met betrekking tot de Saarkwestie wacht op een antwoord van de Franse minister van buitenlandse zaken Schuman, waarbij hij tevens verklaarde, dat West-Duitsland beslist zou weigeren de op 30 November te houden verkiezing in Saarland te erkennen, daar deze een eenzijdig karakter draagt. Ook gal hij te kennen, dat hij een sterke voorstander is van een snelle eenmaking van Europa. Naar zijn gevoelen was het aldus gesteld, dat hoe sneller Europa zich Europeaniseert, des te minder moeilijkheden het Saarprobleem zal opleveren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1952

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1952

De Banier | 8 Pagina's