Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ootmoed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ootmoed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Zift met de ootmoedi^ieid bekleed. 1 Petrus 5 : Sm

U.

Rijk bevoorrecht is het volk, dat bij bevinding kennis mag hebben van de waarheid, dat de Heere, schoon oneindig hoog, het oog slaat op hen, die nederig, met ootmoed bekleed, knielen voor Hem.

Hoe onuitsprekelijk groot en heerlijk is het, indien de Heere een mens begiftigd met een nieuw hart en een nieuwe geest in het binnenste van hem (Ezech. 36). De Dagon van de hoogmoed en de afgod van het eigen ik vallen gebroken ter aarde; het stenen hart wordt weggenomen en een vlesen hart wordt gegeven, waarin wordt gelegd de grondkeuze: ootmoediglijk te wandelen met God.

In zulk een hart wordt gewrocht de heüige begeerte, door genade af te staan van alle hovaardij, te leven in steile afhankelijkheid van de Heere, Die alleen krachten geeft om. Hem achterna te wandelen in ware zelfW''^i? »»ring en zelfverloochening, met verzaking van eigen krachten, eigen vn\ en eigen wijsheid. , 'a

Zulk een ziel wenst, aanmerkende' de hoogheid en majesteit des Heeren, ootmoedig te leven; zij beeft, in zichzelf niets geworden, voor het Woord des Heeren: Hij heeft u bekend gemaaïjt, o mens, wat goed is; en wat eist de Heere van u dan recht te doen eq weldadigheid lief te hebben en ootmoediglijk te wandelen met uw God?

De ootmoedigheid beoefenen wordt alleen geleerd in de leerschool van Christus en de Heilige Geest, bij de aanvang en bij de voortgang.

Wat leert de bevinding van Gods volk? Al is wederbarende genade in hetzelve verheerlijkt, zelfs al is het in Christus gerechtvaardigd, Gods volk blijft met zich omdragen een verdorven hart en goddeloos vlees. Het ondervindt geduriglijk, dat het verkeerde hart een altoos opwellende, onzalige, fontein van alle boosheid is. Uit die bron ontspringen hoogmoed en zelfverheffing en zelfverheerlijking in allerlei Code onterende overleggingen en daden.

Het volk is niet altoos op zijn plaats en dan wordt niet beleefd de steüe afhankelijkheid van Gods bewarende, wederhoudende, bijblijvende en achtervolgende genade.

Hoe menigwerf wordt gemist het levendig besef van de nietigheid in des Heeren ogen, het diep zich voor de Heere verootmoedigen, het komen tot de Heere, iu Wie alleen gerechtigheden en sterkte zijn.

Doch wat is nu het grote voorrecht? De Heere weet wel middelen en wegen om Zijn volk aan Hem te verbinden, op­ dat het weer worde en zij naar het woord: Zijt met de ootmoedigheid bekleed. God zoekt bij Zijn volk het kleed der ootmoedigheid.

Opzettelijk wordt gesproken van het kleed der ootmoedigheid. Dit leert ons, dat de ootmoed niet alleen een heerlijke zielsgestalte is, maar dat de ootmoedigheid des harten als een kleed is, dat kan worden gezien in handel en wandel. De ootmoedigheid is een sieraad, waarmede de Heere de Zijnen bekleedt. Deze siert het leven voor het aangezicht Gods en dat der mensen, opdat God worde verheerlijkt door ootmoedgie godzaligheid, het „te allen dage zijn in de vreze des Heeren".

De Heere vraagt van Zijn gunst-en erfvolk een oprecht, ootmoedig hart en een ootmoedig leven Naar de beoefening daarvan heeft het volk te staan Die roeping dringe tot de gedurige, volhardende smeking om de krachtdadige invloeden des Heih'gen Geestes, opdat de hoogmoed, die van nature aan-en inkleeft, hoe langer hoe meer worde ten onder gebracht.

En wanneer de genade heerschappij voert en bekleedt met de ootmoedigheid, dan wordt genade met genade gekroond, want: De nederigen (genade van God) geeft Hij genade.

Zijt met de ootmoedgiheid bekleed. Waarde lezer, hoe staat het met u?

Zijt gij nog een natuurlijk mens, de Geest niet hebbende? Een vijand van de vernederende waarheid, dat gij van nature een hoogmoedig mens zijt, omdragende een hart, dat is één en al hovaardij? Spreekt gij in eigen gerechtigheid als de Laodiceër: Ik ben rijk en verrijkt? Stalt gij uw deugden en vroomheid voor God uit, gelijk de Parizeer met zijn: Ik dank U? Wilt gij niet ootmoedig leven uit de hand der vrije genade? Gaat gij voort in onbekeerlijkheid in uw leven, naar de inspraak van uw zondelievend hart en in de begeerlijkheden van uw hoogmoedig, goddeloos vlees? Is de taal van uw hart, de praktijk van uw leven vol hovaardij: Wij zijn heren en zullen tot U niet komen, o God?

Hoogmoedige zondaar, weet wel: God wederstaat de hovaardigen, allen, die weigeren in het stof te bukken voor de hoge God en niet willen afstaan van hun vijandschap tegen God, Zijn dienst en Zijn volk!

God wederstaat allen, die volharden in hun rebellie tegen de Heere der heren, zeggende: Wie is de Heere, dat ik Zijn stem zou gehoorzaam zijn? Wijk van mij; aan de kennis Uwer wegen heb ik geen lust!

Eens zullen alle hovaardigen (en ook gij, tenzij gij u bekeert) ondervinden, dat het kwaad en bitter is, dat de vreze des Heeren niet bij u gevonden wordt

God zal eens allen, die hoogmoed be­ drijven, verwijzen naar het eeuwige vuur, om eeuwiglijk te hggen onder de schrikkelijke toom der allerhoogste Majesteit, Die is een verterend vuur voor de goddeloze en de zondaar.

Het zal dan zo ontzettend vreselijk zijn, te vallen in de handen van de levende God, Die met gramschap ziet de ijdele waan der trotse zielen.

Och, dat gij de Heere te voet mocht vallen om de Heilige Geest en Zijn ontdekkend werk, opdat Zijn genade u fermere en wederbare tot een ootmoedige, dood-en doemschuldige zondaar, die bedelaar wordt aan de troon der genade. Genade hebt gij van node, om als een arme en verslagene van geest, die beeft voor het Woord des Heeren, te verkeren voor Gods aangezicht; och, dat gij geen rust mocht kermen alvorens gij in Christus gevonden wordt. De Heere geve genade tot ware verootmoediging voor en onder God. Hij leide u op tot de kennis der liefde Gods in het aangezicht van Jezus Christus, opdat gij ootmoedig God zult danken voor het smaken Zijner zaligheden.

O, vernedert u onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner - '-"'. Bedenkt:

Wie ver van U de weelde zoekt. Vergaat eerlang en wordt vervloekt; Gij roeit hen uit, die afhoereren En U de trotse nek toekeren.

Ontdekte ziel! U is het niet vreemd, het ootmoedig smeken om genade. Eén en ander van de kentekenen van de ootmoedige zielsgestalte is u bekend in meer of minder trap. Voor u staat het troostwoord: Hij geeft de nederigen genade! Hij wil het bevestigea óók aan u. Wat staat er geschreven van de Kananese vrouw?

Zij was bekleed met de ootmoedigheid; zij heeft zich niet te hoog geacht te worden gelijkgesteld met onreine hondekens. Zij 'begeerde slechts de kruimkens van de tafel, en zij werd tot verzadigings toe begenadigd door de Zaligmaker. Zo wil de Heere doen óók aan u. Doch Hij zal het doen warmeer Zijn ure gekomen is, ten tijde Zijns welbehagens.

Zo Hij vertoeft: verbeid Hem en Hij zal niet achterbhjven. Spreke uw ziel:

Ik blijf de Heer' verwachten; Mijn ziel wacht ongestoord. Ik hoop in al mijn klachten Op Zijn onfeilbaar Woord.

Volk des Heeren! Zijt met de ootmoedigheid bekleed!

De Heere werke door Zijn dierbare Geest een ootmoedige zielsgestalte en een ootmoedige wandel voor Zijn aangezicht.

Mogen verbroken worden alle hoogmoed in hart en leven, alle inbeeldingen des harten. Er zij waarachtige verootmoediging onder het u opgelegd kruis.

Ontbreke niet het offer der ootmoedige dankbaarheid bij het ontvangen van Gods weldaden. Moge het ootmoedige, af-en aanhankelijke zondaarsbestaan niet alleen worden besproken, doch ook worden beoefend. Opdat het ga naar het woord: Ik sta er in en spreek er uit. De weg voor Gods gimst-en erfvolk is deze: Door verootmoedigen maakt de Heere groot; en daarbij wordt Gods volk in zichzelf niets en de Heere alleen groot!

Zijt met de ootmoedigheid bekleed! God wederstaat de hovaardigen, maar

Hij verhoogt en hoedt Het nederig gemoed. Waarin Zijn Geest wil wonen.

St. M.dijk (Z.)

Ds DE BRES

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1953

De Banier | 8 Pagina's

De ootmoed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1953

De Banier | 8 Pagina's