Brief uit Zeeland
CCXXXIV
Er gaan stemmen op in Zeeland die uiting geven aan een wens om een samenspreking te hebben tussen de drie rechts-protestantse partijen.
Er zijn al eerder samensprekingen gevoerd, maar toen is er geen resultaat geboekt, althans niet één dat geleid heeft tot een samenwerking.
Of de toestand nu daarvoor gunstiger zal zijn is moeihjk te beoordelen. Een samenspreking kan zeker goed zijn. Bezwaren daartegen kunnen moeilijk worden ingebracht.
Toch is er wel enige vrees, want het blijkt zo menigmaal dat er verschil van opvatting is over wat twee hetzelfde noemen.
Er is begripsverwarring. Is die door een gesprek op te lossen? Misschien kan er opheldering komen.
Er is verschil in wat genoemd kan worden „de instelling".
Hoe wordt de mens gezien? Als dood in zonden en misdaden? Als onbekwaam tot enig goed - en geneigd tot alle kwaad? Of wordt de mens gezien als geboren in het verbond en geen verandering meer nodig hebbend?
Het is wel wat eigenaardig dat die vragen moeten worden gesteld. Vragen welke meer van Dogmatische dan van politieke aard lijken, maar ook in het pohtieke leven is het nodig rekening te houden met de zondeval.
Indien niet wordt gesteld dat God de mens goed en naai Zijn evenbeeld heeft geschapen en dat de mens door moedwillige afval zichzelf in de ellende heeft gestort, geestelijk onbekwaam om ooit weer iets goeds voort te brengen, dan zal het bezwaarlijk zijn om ook voor het politieke leven de lijnen aan te geven. Dat beïnvloedt geheel ons denken, streven en doen.
Nu kan worden gedacht dat zuDc een verschil wel door een bespreking kan worden opgelost, maar zo gemakkelijk is dat niet. ge ne int va
Evenmin als een plant, in een ander klimaat overgebracht, dadelijk gedijdt, en dus als het waar acclimatiseren moet, zo zal hier ook een omvorming nodig wezen, en die is niet maar zo bereikt. Ook kan men oude bomen moeihjk meer verplanten en zullen die zeker niet meer aanpassen aan de veranderde omstandigheden.
De vraag kan rijzen waarom nu reeds daarover geschreven? Waarom niet afgewacht tot het feit er is en de uitnodigingen tot samensprekingen er zijn. Och, het is mogeüjk dat er geheel niets van terecht komt, en dan is het voor een groot deel tevergeefs, alhoewel het ook dan goed kan zijn dat de meningen gemeld worden. en so do wo W ge D va St
Mocht het echter wel tot een samenspreking komen, dan kan het goed zijn dat die Zeeuwse stem reeds nu klinkt, opdat reeds nu geweten kan worden dat de zaken wel diep liggen. Ook schijnt het de wens te zijn om die bespreking te hebben in verband met de komende verkiezing voor de Provinciale Staten. En dan is het wel kort dag. Het geraakt zo langzamerhand tijd dat de kiesverenigingen gaan vergaderen, dat het begin wordt gemaakt met het noemen van candidaten.
Het is niet gewenst om die arbeid te vertragen omdat er mogehjkheid tot samenspreking gezocht wordt.
Want, al zou er door die samenspreking een samenwerking kunnen komen, dan ook hebben we onze eigen candidaten nodig. Het is zeker niet denkbaar dat die samenspreking zou kunnen leiden tot het niet meer stellen van eigen candidaten.
Daarom dienen de kiesverenigingen door te gaan. De leden dienen zich nu te gaan toeleggen op het bedenken van personen die ze straks zullen kunnen opgeven ter vergadering.
Het hjkt soms wel of er minder actie is dan wel voorheen. Vooral een verkiezing voor de Staten, zoals de Provinciale Staten genoemd worden, brengt weinig actie. Maar, is het dan hetzelfde hoe de provincie wordt bestuurd?
Is het dan eender welke personen daar aan moeten medewerken, en welke personen die straks zullen benoemen als Gedeputeerde leden, met zoveel zaken belast, een college met zoveel invloed?
Och, nog maar al te veel meent men dat de Provinciale Staten maar over materiële dingen hebben te beslissen. Maar is het dan ook niet van invloed hoe iemand is? Komt niet menigmaal toch het beginsel aan de orde? Zie maar in Zeeland met de Zondagsdiensten van de boten. Moet niet ons gehele leven door die beginselen geleid worden? Hetzij dat gijlieden eet of hetzij dat gijlieden drinkt, hetzij dat gij wat anders doet, doet het al ter ere Gods. Dus 'alles is daarin begrepen. En daarom, ook bij de Statenverkiezing zullen de beginselen moeten gelden.
Uw Zeeuwse Briefschrijver.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1953
De Banier | 8 Pagina's