JAARVERGADERING VAN HET LANDELIJK VERBAND VAN STUDIEVERENIGINGEN DER S.G.P.

PARTIJNIEUWS

De vergadering werd gehouden op 6 October j.l. te Rotterdam.

De voorzitter. Ds P. J. Dorsman opent de vergadering met gebed, nadat gezongen is Psalm 119 : 17, leest daarna een gedeelte uit Jeremia 6 en spreekt naar aanleiding hiervan zijn openingswoord. Hij wijst op de overeenkomst van Jeremia's tijd met onze tijd. Jeremia krijgt van Gods wege bevel het volk terug te roepen naar de oude paden. Maar zij zeiden: ij zullen daarin niet wandelen. Ook heden komt Gods Woord met dezelfde boodschap. Maar overheid en volk zeggen: at? oude paden? Neen, nieuwe paden willen wi\\ Spreker zegt verder dat men moet oppassen om niet alles goed te keuren, omdat het oud is,

Daarna wordt overgegaan tot voorlezing der notulen, welke onveranderd worden goedgekeurd. Het jaarverslag wordt behandeld door P. Bijl uit Numansdorp en dat van de , , K. en Z.-serie" door N. Weeda uit Leiden.

Vervolgens komt aan de orde punt 5 van de agenda: Vragen en voorstellen, die naar tevredenheid der vragers, voor zo ver zij ter vergadering aanwezig waren, door het bestuur werden beantwoord.

Hierna werd gepauzeerd. Na de pauze had bestuursverkiezing plaats. Aftredend is de heer Tanger uit Westzaan, die zich niet meer herkiesbaar stelt i.v.m. ambtelijke en huiselijke omstandigheden, en de heer Groothedde uit Terwolde. In de vacature van de heer Tanger wordt gekozen de heer de Boer uit Goes. De heer Groothedde wordt herkozen. Beiden nemen hun benoeming aan.

Vervolgens krijgt Ir. van Dis gelegenheid zijn rede uit te spreken, welke was getiteld: „De roeping der overheid". Allereerst laat spreker aan de hand van Gods Woord zien, dat de overheid niet een menselijke iilstelling is, maar één van Goddelijke oorsprong. Spreker komt in dit verband op tegen de leer van de Franse revolutionnair Rousseau, die in zijn boek „Contrat Social" de volkssouvereiniteit verheerlijkt, en beweert, dat de overheid er is gekomen door onderlinge overeenkomst der mensen, en de overheid alleen verantwoording schuldig is aan mensen. Naar Gods Woord echter is de overheid Gods dienares en aan Hem verantwoording schuldig. Vervolgens geeft spreker een overzicht van het itgeringsbeleid in ons land en wijst er op, hoe dit met Gods Woord en wet in strijd is. Wanneer de afgevaardigden der S.G.P. bepleitten zich aan Gods Woord te onderwerpen en artikel 36 van de belijdenis der vaderen tot richtsnoer te nemen, werd door hen aan dovemans denren geklopt. Bruut spraken de partijen der revolutie haar tegen, zeggende, dat het richtsnoer voor het beleid de menselijke rede behoort te zijn, en niet Gods Woord en Wet. Van de Protestants Christelijke partijen, de A.R.P. en de C.H.U., werd ook veelal geen steun ondervonden, waarbij spreker wijst op de Winkelsluitingswet en de Zondagswet, toen deze door de Tweede Kamer behandeld werden. Met voorbeelden hchl spreker één en ander nader toe. Vervolgens staat spreker uitvoerig stil bü Rome's groeiende macht en bij de vee! betwiste zinsnede uit artikel 36 der Ned. Geloofsbelijdenis, waartegen zovele bedenkingen zijn en nog worden ingebracht. Spreker weerlegt enige van deze bedenkingen. Na de aanwezigen te hebben opgewekt de beginselen te bestuderen in gebondenheid aan Gods Woord besluit spreker om des tijds wal deze rede.

Ds Dorsman dankt spreker voor zijn actuele rede, om daarna deze vergadering met gebed te sluiten, nadat eerst nog gezongen is Psalm 81 : 10.

t P. BIJL, secretaris

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen