Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXXVI

De moeilijkheden met de verschillende maatregelen inzake de bestrijding van veeziekten, zijn, alhoewel er enig streven blijkt om wat tegemoet te komen, niet klein.

Het is schier niet mogelijk om vee te houden indien men niet handelen wil in strijd met het geweten, in strijd met het gebod Gods. Waar gaan we heen met ons Nederland? Is er dan geen plaats meer voor een volk dat niet mee kan doen met allerlei maatregelen die voortspruiten uit een streven om zelf het lot in handen te nemen?

Zeker, God heeft een mens verstand en een mogelijkheid tot overleg gelaten, hoe diep we ook gezonken zijn, maar waartoe gebruiken wij dat? Wordt er mede gewerkt, onder biddend opzien, om te handelen naar Gods wil en tot Zijn eer?

Dan komt de theorie, dat men toch de middelen, die de mens nog mag uitdenken, als een zegen Gods maar moet aanvaarden en toepassen.

Zo ziet men de inentingen van mens en 'dier. Ja, dat zijn midddelen, die de mens heeft gevonden, en ze worden beschouwd als te zijn gevonden tot een zegen voor het mensdom.

Maar, vraagt men dan zich toch nooit eens meer af, of het onder Gods gunst dan wel onder Zijn toelating plaats heeft?

Alles geschiedt naar Gods raad, naar Zijn voorzienig bestel. Geen mus zal op de aarde vallen zonder Zijn wil, maar er is groot onderscheid tussen dat wat onder Gods toelating plaats vindt en onder Gods gunst.

Maar och, als mens leven we voort. We leven naar eigen wil, we vragen niet of het Gods gunst kan wegdragen, als wij maar geëerd en gestreeld worden. We mogen niet ontkennen dat er nog getracht wordt ons tegemoet te komen, maar we mogen ook niet verbloemen dat het bij alles toch nog nauw, ja schier onmogelijk is.

Het vee moet verklaringen hebben, die niet lang geleden zijn verstrekt.

Er zal dus een verwisseling moeten plaats hebben, En, maakt het nu onder scheid uit of we zelf laten onderzoeken of dat we vee kopen dat door een ander is onderzocht?

Met de bestrijding van het mond-en klauwzeer is het ook zo gesteld dat e; weinig ruimte is. De afmaking van stallen vee kan nog doorgaan, ook van gezonde dieren. Ja, de verantwoordelijkheid daarvoor ligt wel niet bij de veehouder, maar bij hem die daartoe opdracht geeft. Maar zal het niet diep in het hart van een boer schrijnen als hij daar zijn vee, met wat hij toch samenleeft, wat hij verzorgt, wat hem lief is, zo ziet wegvoeren om af te maken, ook het drachtige?

Inderdaad het wordt wel nauw. Maar wordt er ook wel eens gedacht aan de schuldvraag? Wordt niet te veel gezien op anderen? Zeker, zij nemen de maatregelen, zij vragen die maatregelen, en zijn daardoor verantwoordelijk, maar ligt de schuld niet bij ons?

Wordt door ons wel geleefd zoals we moeten leven? Wordt die tere vreze Gods wel gevonden? 'Vragen we wel of God de overheid wil leiden in Zijn wegen? Is het niet verkeerd om maar te zien op de uitvoerders, en niet te zien op de oorzaak bij ons?

Het zou nog een voorrecht wezen als we eens in de schuld voor God mochten komen. Hij is nog machtig om te doen boven bidden en denken. Hij neigt de iiarten der Koningen als waterbeken tot al wat Hij wil.

Zo menigmaal horen we dat de beginselen der S.G.P. niet uitvoerbaar zijn. Maar dat is maar dat het dan alleen van menselijke zijde wordt bezien. Immers d•^ Almacht Gods is niet te peilen.

Dan gaat het niet om het vele van onze zijde of het weinige, maai-alleen daarom of het in Gods gunst is, of het Zijn wil is. Zijn rfiad zal bestaan en Hij al Zijn welbehagen doen. De voorbeelden in Gods Woord zijn veel. Zie maar in de Ujd der Richteren onder Israël. Zie maar als Israël in ballingschap is. Moet liet wederkeren, een heidens 'Vorst geeft het bevel, en verstrekt nog de middelen. Er zit daarin ook nog die lering dat we niet moeten denken dat God alleen maar werkt door hen die nog bij Zijn Woord willen leven, maar dat God ook met anderen werkt. Zo in het geven van giften als in andere dingen. Daarom is de schuld steeds bij ons, ook al ligt de verantwoordelijkheid voor de daden bij hen die ze volbrengen. En, nu zijn de moeilijkheden voor de veehouders geen zaken die alleen hen aangaan, al gevoelen zij die des te meer. Neen ons gehele volk moet het aanvoelen te delen daarin, ons gehele volk is daarin mede betrokken, als zijnde geheel schuldig. De geest: „Ben ik mijns broeders hoeder" die leeft zo in ons. Als wij nu die last maar niet hebben, dan hebben we ook niet van doen met de last van anderen.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1953

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1953

De Banier | 8 Pagina's