Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Anti-Revolutionnaire Partij en het passieve vrouwenkiesrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Anti-Revolutionnaire Partij en het passieve vrouwenkiesrecht

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de buitengewone Deputatenvergadering van 18 November jongstleden van de Anti-Revolutionnaüre Partij, kwam het voorstel inzake het passieve vrouwenkiesrecht in bespreking.

De agenda vermeldde als enig punt het voorstel van het Centraal Comité om het besluit van 1921 met betrekking tot het passieve vrouwenkiesrecht in te trekken.

Het ontwerp-besluit, dat bij de vergadering was ingediend, luidde als volgt: Ie. dat God blijkens Zijn openbaring in de schepping, onderhouding en regering der gehele wereld en in Zijn heilig en Goddehjk Woord, de vrouw in het algemeen een andere taak heeft aangewezen dan haar bij de toepassing van het passieve vrouwenkiesrecht wordt toegedacht; 2e. dat de Heilige Schrift echter geen gebod of verbod inzake dat kiesrecht bevat; 3e. dat zij ons wel mededeling doet van uitzonderingen op de in Sub 1 genoemde regel; 4e. dat deswege gebruikmaking van het passieve vrouwenkiesrecht in bijzondere gevallen niet behoort te worden afgewezen; 5e. dat het antwoord op de vraag, of in een bepaald geval overgegaan zal worden tot candidaatstelling van een vrouw, voor wat de gemeenteraden en de Provinciale Staten aangaat, mede krachtens de daarvoor geldende voorschriften in de statuten van de Anti-Revolutionnaire Partij, toekomt aan de voor deze candidaatstelling bevoegde organen der partij; besluit op grond van deze overwegingen het op de buitengewone Deputatenvergadering van 14 October 1921 genomen besluit in te trekken.

Het was te voorzien, dat, gelet op de neo-Gereformeerde stroming, welke in de Anti-Revolutionnaire Partij de overheersende is, — haar program is toch geheel overeenkomstig de neo-Gereformeerde beginselen samengesteld — tot intrekking van het besluit van 14 October 1921 besloten zou worden, en dat het passieve vrouwenkiesrecht door de overgrote meerderheid der vergadering aanvaard zou worden.

Wel kwam er uit de vergadering een nog al sterk verzet tegen het aannemen van het passieve vrouwenkiesrecht.

Sommigen der aanwezigen kwamen daar tegen op uit louter practische overwegingen. Zij vreesden namelijk, dat door het aannemen van het passieve vrouwenkiesrecht een scheuring in de partij zou ontstaan en dat, ook al nam dit zulk een vaart niet, daardoor velen hun stem niet op de A.R. candidatenlijsten meer zouden uitbrengen. Er waren er ook ter vergadering aanwezig, die uit principiële overwegingen verklaarden tegen het aannemen van het passieve vrouwenkiesrecht hun stem te zullen uitbrengen. Zij achtten dit recht in strijd met Gods Woord.

Tenslotte werd het voorstel bij zitten en opstaan aangenomen. Van de omstreeks 1200 stemgerechtigden bracht een 125tal zijn stem daartegen uit, zodat het voortaan mogelijk zal zijn, dat vrouwen op de candidatenlijsten der Anti-Revolutionnaire Partij candidaat gesteld kunnen worden.

Hierbij is het opmerkelijk, dat de heex Duymaer van Twist, die ter vergadering aanwezig was, afgaande op het verslag in het dagblad „Trouw", ditmaal, zoals in een vorige deputatenvergadering wel het geval was, zijn stem niet tegen het passieve vrouwenkiesrecht deed horen; te opmerkelijker, dewijl hij bij die gelegenheid met alle beslistheid zich tegen het passieve vrouwenkiesrecht had uitgesproken. Wat professor Severijn aangaat, die üi een vorige deputatenvergadering ook evenals de heer Duymaer van Twist zich scherp tegen het passieve vrouwenkiesrecht had uitgelaten, kunnen wij uit het verslag van „Trouw" niet opmaken, of hij al dan niet in de thans gehouden deputatenvergadering aanwezig was. Hij zal er wel niet tegenwoordig geweest zijn, doch hoe dit ook moge zijn, in elk geval heeft hij, afgaande op genoemd verslag in het dagblad , , Trouw", daartegen thans niet het woord gevoerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1953

De Banier | 8 Pagina's

De Anti-Revolutionnaire Partij en het passieve vrouwenkiesrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1953

De Banier | 8 Pagina's