Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heilige Schrift wijst ons een geneesmiddel tegen alle kwalen, noden en ellende aan. Hoe groot de kwalen ook mogen zijn, zij kunnen en zullen genezen worden; hoe hoog de nood ook gestegen moge zijn, daaruit kan een volkomene uitredding verwacht worden; hoe ontzaggelijk de ellende ook moge zijn, zij kan en zal verslonden worden, indien naar Gods Woord de mens de Heere in al zijn wegen kent en van Hem alleen de uitkomst verwacht, zo zal Hij naar Zijn beloftenis de paden recht maken.

Dit Woord is niet door een nietig mensenkind gesproken, wiens arm en macht te kort zijn om uitkomst uit kwalen, noden en ellenden te brengen, maar door Hem, Die met almacht bekleed is. Die de dingen, die niet zijn, roept alsof zij waren; niet door één gezegd, op wiens woord geen staat valt te maken, maar door Hem, Wiens getuigenis waarachtig is en nimmer faalt.

De spanning onder de volken duurt steeds onafgebroken en onverzwakt voort. Daarbij is nog gekomen, dat de explosie van de Amerikaanse waterstofbom in de Stille Oceaan de verontrusting bij tallozen in sterke mate heeft doen toenemen, zodat men hen thans in grote vervaardheid en verschrikking aantreft.

De zo grote vernielende en vernietigende kracht van de waterstofbom heeft in sterke mate in heel de wereld de verontrusting gaande gemaakt. Die kracht was gebleken bij haar explosie op 1 Maart, en deze is opnieuw gebleken, toen op 26 Maart andermaal een explosie van een bom op de proefterreinen in de Stille Oceaan heeft plaats gevonden. Deze proeven hebben aangetoond, dat het thans mogelijk is een kobaltbom te vervaardigen. Dat is een gewone waterstofbom met een omhulsel van kobaltstaal. Bij de ontploffing verandert dit omhulsel in een wolk van radio-activiteit, 320 maal zo krachtig als die van radium. Deze wolk kan door de op grote hoogte overheersende Westenwinden worden meegevoerd over afstanden van duizenden kilometers, en alle leven van mens en dier op haar weg vernietigen. Men moet thans in staat zijn kobaltbommen van elk gewenst gewicht te maken. Zo wordt het bij voorbeeld mogelijk, dat bij een explosie zeven en een halve ton radio-actief de lucht wordt ingeslingerd. Dit heeft in, dat de Westelijke mogendheden op een lijn van Noord naar Zuid, ongeveer op de lengtegraad van Praag, waterstofkobaltbommen tot ontploffing zouden kunnen brengen, welke alle leven zouden kunnen vernietigen op een strook van 2400 kilometer breedte en 4800 kilometer diepte, zich uitstrekkend van Leningrad tot Odessa, en van Praag tot het Oeralgebergte, terwijl zulk een ontploffing een verschroeide aarde zou doen ontstaan, die haar weerga niet heeft in heel de wereldgeschiedenis.

Zo zien wij dan, dat de ontzaggelijke verwoestingen en plagen, waarvan de Openbaring van Johannes gewag maakt, welke in het laatst der dagen zullen plaats hebben, waarvan vroeger de wereldwijzen getuigden, dat zij onmogelijk konden plaats vinden, zeer wel mogelijk zijn.

Dat de ontdekking van de kobaltwaterstofbommen, en het gebruik er van in heel de wereld, ook in Amerika zelf, een zekere paniekstemming heeft verwekt, tonen ons de berichten uit de wereldpers wel aan.

Reeds in 1942 kwam men aldaar tot de ontdekking, dat bommen met zulk een vernielende kracht te maken ziouden zijn. Men gaf er in dat jaar in Amerika echter de voorkeur aan een atoombom te vervaardigen, omdat men daar sneller succes van verwachtte. Toen echter in 1949 bekend werd, dat de Russen ook atoombommen konden maken, en reeds in het bezit daarvan waren, werd het plan opgevat om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om nog al vemielender bommen te kunnen vervaardigen. Verscheidene leden van de congrescommissie verzetten zich toen ei echter tegen. Sommigen hunner omdat zij de bom onmogelijk achtten, anderen omdat zij de kosten te hoog vonden.

President Truman besloot echter, stellig verwachtende, dat men in de Sovjetunie voort zou gaan met het onderzoeken naar bommen met grotere vernietigende kracht — wat ook zeer wel mogelijk geweest zou zijn — toch het onderzoek daarnaar door te zetten. Zo ziet men, dat in de wedloop van bewapening (Je ene mogendheid de andere er toe drijft om steeds maar moorddadiger wapens te smeden, alsook dat de geschiedenis Truman in het gelijk heeft gesteld. Men denke zich toch de toestand eens in, dat Rusland wel over kobaltwaterstofbommen de beschikking had, en Amerika niet. Hoe zeer zou het alsdan te vrezen zijn, dat Rusland ze zou gebruiken. Als men er toch acht op geeft, hoe de oomnaunisten in de strijd in Indo-China zelfmoordenaarstroepen inzetten om de overwinning maar te kunnen behalen, dan wordt ons een bewijs geleverd, dat zij geen mensenlevens ontzien om hun doel te bereiken.

Met dat al is zelfs de verontrusting ook in Amerika over deze wapens groot, getuige het feit, dat president Eisenhower het gewenst geacht heeft, op zijn persconferentie te verklaren, dat hem geen militaire redenen bekend waren, waarom Amerika nog krachtiger waterstofbommen zou maken dan die, welke zij thans bezat. Toen hem gevraagd werd, of hij niet vreesde, dat Rusland nóg al krachtiger bommen zou vervaardigen, antwoordde hij: Neen, daar ben ik niet bang voor. Ik ken geen enkele reden, waarom welk land ter wereld ook nog krachtiger waterstofbommen zou willen maken dan die, waarover wij thans de beschikking hebben.

En niet alleen in Amerika, maar ook vrijwel in heel de wereld hebben tallozen zich bezorgd gemaakt over de waterstofbommen, en wel in het bijzonder in Groot-Brittannië. Daar heeft deze aangelegenheid een onderwerp van bespreking in het Lagerhuis uitgemaakt. Op Cliurchill is daarin sterke aandrang uitgeoefend, dat hij tot de Amerikaanse regering het verzoek zou richten om van verdere proefnemingen met de waterstofliommen af te zien, hetgeen hij echter met beslistheid geweigerd heeft.

Na het debat werd ten slotte met algemene stemmen een motie in het Engelse parlement aangenomen, waarbij Churchill verzocht werd om met de ministerpresidenten van Rusland en Amerika zo spoedig mogelijk een onderhoud betreffende de waterstofbommen te hebben, waarbij wij kunnen opmerken, dat het in deze ook alleen weder louter van de mens verwacht wordt.

Ook heeft de verklaring van de Amerikaanse minister Dulles, waarbij hij een krachtiger.optreden der geallieerden tegen de communisten in Indo-China bepleitte, niet nagelaten om de onrust in de wereld te vermeerderen. Velen vrezen, dat een krachtiger optreden tot een nieuwe oorlog zal leiden. Uit nadere Amerikaanse verklaringen is echter gebleken, dat Amerika althans voorlopig geen gewapend optreden tegen het communistische China op het oog heeft, maar ook daaruit is niet vast te stellen hoe ver Amerika eventueel wü gaan in haar actie tegen de communistische inmenging in Indo-China, tenvijl president Eisenhower op een persconferentie nadrukkelijk verklaarde, dat hij niet geloofde, dat de communistische inmenging en 't conflict in Indo-China op de aanstaande conferentie te Geneve beëindigd zullen worden.

Er bestaat zowel bij de Franse als de Engelse regering een kennelijke tegenzin om nu reeds — vóór de conferentie te Geneve — zich te verenigen — zoals Amerika dat begeert — in een anti-communistisch verbond voor Zuid-Oost-Azië. Te dien opzichte heeft de minister-president Laniel in het Franse parlement zich wel niet beslist afwijzend tegenover dat verbond uitgelaten, maar hij zeide, dat Frankrijk met de handen vrij naar de conferentie van Geneve wil gaan, om tot een vreedzame regeling te komen van de nu al zeven jaar durende oorlog in Zuid-Oost-Azië.

Dat Amerika echter er alles op zet om vóór die conferentie tot een anti-commu­ nistisch verbond te Komen, kin daaruit afgeleid worden, dat de leider der republikeinse partij, senator Knowland, verklaarde, dat het congres vermoedelijk het nemen van een beslissing over het verlenen van de hulp aan het buitenland zou uitstellen, totdat Amerika's bondgenoten hebben besloten hoe zij zullen antwoorden op Dulles oproep voor een gemeenschappelijke actie. Ook op andere wijze heeft Amerika laten weten, dat het zeer op de totstandkoming van dat verbond gesteld is. De subcommissie voor de strijdkrachten van het Amerikaanse huis van afgevaardigden heeft dezer dagen een beroep op Frankrijk gedaan om Amerika een grotere adviserende rol in de Indo-Chinese oorlog te laten vervullen, terwijl in de wereldpers als zeker wordt aangenomen, dat Dulles zich zeer binnenkort naar Europa zal begeven om met de Engelse en Franse regeringen een onderhoud te hebben over de Indo-Chinese oorlog, waarbij hij, naar men algemeen verwacht, zijn uiterste best zal doen om zowel Engeland als Frankrijk in het anti-commimistische verbond als deelgenoten te krijgen.

Wat Frankrijk betreft, zal hij dit wel gedaan krijgen, als de communisten het ten minste geen aannemelijk aanbod doen in zake Indo-China; want Frankrijk zit dringend verlegen om Amerikaanse hulp. Het moet daarvoor zelfs een krachtig beroep op Amerika gedaan hebben om het een groter aantal grote bommenwerpers in de strijd in Indo-China te zenden, zelfs verluidt het, dat er een geheim militair verdrag tussen Amerika en Frankrijk voor het zenden van meer militaire hulp tot stand gekomen moet zijn. Wat er eigenlijk op dit punt gaande is, is moeilijk met enige zekerheid vast te stellen, omdat de berichten te dezer zake elkander nog al tegenspreken. Maar zeker is het, dat Frankrijk de-2ie voor zijn verdediging van het fort Dien-Bien-Phoe, dat de communisten nog steeds niet hebben kunnen nemen, dringend van node heeft. Op het ogenblik is' er door de communisten nog geen nieuwe aanval op dat fort gedaan, maar de Franse opperbevelhebber verwacht, dat deze eerstdaags zal plaats hebben, daar de communisten steeds nieuwe versterkingen laten aanrukken.

Overigens is het in Frankrijk zelf ook verre van rustig Het gist daarin nog geducht. Maarschalk Juin is nog steeds op zijn post gebleven. Wat door de Fransen met welgevallen wordt aangezien. De europese Verdedigingsgemeenschap staat er nog steeds in het brandpunt van de belangstelling. Instede dat de kans er groter op geworden is, dat zij door Frankrijk zal worden aanvaard, is deze door de gebeurtenissen der laatste dagen nog verslechterd, vooral door de houding, welke Juin daarin heeft aangenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1954

De Banier | 8 Pagina's