Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herhaaldelijk is van de zijde der Indonesische regering en het parlement betoogd, dat de Unie met Nederland verbroken dient te worden. De opheffing van de Nederlands-Indonesische Unie maakt zelfs een punt van het program der huidige Indonesische regering uit.

Van deze Unie koesterden destijds in de dagen van de souvereiniteitsoverdracht tal van voorstanders van die overdracht de grootste verwachtingen. Zij beweerden zelfs, dat er door deze Unie een veel betere verstandhouding tussen Nederland en Indië zou ontstaan dan er ooit tevoren geweest was.

Die verwachtingen zijn wel heel jammerlijk in rook opgegaan. Zó zeer zelfs, dat de voorstanders van die overdracht • s.niet gaarne aan herinnerd worden, dat zij destijds hun stem daaraan gegeven hebben.

Professor Romme heeft kort geleden een overzicht gegeven van de werkzaamheden, welke door zijn partij sinds de dag van de opheffing van de bezetting verricht zijn. Doch daarin is heel zorgvuldig gezwegen over het feit, dat zijn partij in de Kamer vóór de souvereiniteitsoverdracht gestemd heeft; een feit, dat zeker met ophef vermeld zou zijn, indien de resultaten het omgekeerde geweest zouden zijn van hetgeen zij zijn. Zij zijn echter zo jammerlijk, dat professor Romme daar maar met geen woord melding van heeft gemaakt.

Ook de Partij van de Arbeid wordt niet gaarne herinnerd aan haar gedragswijze betreffende de souvereiniteitsoverdracht. Dit is te opmerkelijker, devvajl zij er zo vurig voor gepleit heeft. Ook haar woordvoerders zijn stom als de vissen ten opzichte van de souvereiniteitsoverdracht.

Zelfs professor Oud, die met zijn mannen in de Tweede Kamer ook zijn stem aan de souvereiniteitsoverdracht gegeven heeft, hoort men daar in zijn redevoeringen met geen woord over spreken. Hoe welsprekend hij overigens ook is, daarover spreekt hij niet. Evenmin als de heer Tilanus en de Christelijk-Historische Kamerleden, die met hun stem de overdracht bezegeld hebben, dit doen.

Het is bij de voorstanders van de souvereiniteitsoverdracht zelfs precies, alsof deze voor Nederland zo gewdchtige overdracht in 't geheel niet plaats gegrepen heeft. Nochtans kan het grotelijks zijn nut hebben, dat ons volk er nog eens aan heriimerd wordt, door wier toedoen en stemmen de eeuwenoude band tussen Nederland en Indië tot grote schade van beide landen verbroken is en door een Unie op papier vervangen is. Een Umc, waarvan te voren met wiskunstige zekerheid kon worden gezegd, dat 2ij maar een slag in de lucht was.

Deze Unie maakt deel uit van het verband van rechtsverhoudingen, dat ten gevolge van de Haagse Ronde-Tafelovereenkomst en de souvereiniteitsoverdracht tussen Nederland en Indonesië gekomen is.

De inkt, waarmede deze Unie geschreven was, was echter nauwelijks droog, of de Indonesische regering schond op hoogst ergerlijke vidjze de overeenkomst van de Haagse Ronde-Tafelconferentie. Zij brak haar woord, gelijk de Nederlandse regering, jammerlijk genoeg, dat ook inzake de Indische kwestie destijds gedaan heeft.

Zij verscheurde de overeenkomst, als ware het maar een vodje papier, als ware zij niet door eigen handtekening verzegeld. Zij ontnam tal van Indonesische volken het zelfbeschikkingsrecht, wat hun nadrukkelijk was toegekend en ontroofde aan hen alzo recht en vrijheid, waarop zij wettige aanspraak konden doen gelden. Zij trad zelfs met wapengeweld, daarin nog wel — wat een schande! — door Nederlandse wapens en schepen gesteund, tegen het Ambonese volk op, ontzag zich niet om Ambon vanuit de lucht en de zee te bombarderen.

Daarbij komt nog, dat het in Indonesië zelf een grote chaos geworden is. Haar regering blijkt, getuige de vervolgingen der christenen op Celebes, niet üi staat te zijn om de rust en de orde voor haar onderdanen te verzekeren. Zij is niet bereid, en ook niet bij machte, de verplichting, welke zij op zich genomen heeft, om van Indonesië een rechtstaat te maken, na te komen.

Haar regering wil nu de Unieband met Nederland, waardoor Indonesië nog met Nederland verbonden is ten aanzien van de verplichtingen, welke zij bij en door de Haagse Ronde-Tafelovereenkomst op zich genomen heeft, totaal verbreken.

Het is toch te verwachten, dat de Indonesische regering binnenkort pogingen in het werk zal stellen om de Unieband met Nederland ongedaan te maken. Onze regering zal daarbij weder met haar in onderhandeling moeten treden. Haar wordt dan een gelegenheid geboden om de Indonesische regering op haar schending van de Haagse Ronde-Tafelovereenkomst en op haar talloze rechtsverkrachtingen te wdjzen en ter verantwoording te roepen.Daarin is zij tot op de dag van heden, zelfs nadat in het kabinet twee Anti-Revolutionnairen zitting hebben, jammerlijk in gebreke gebleven. En het is nog de grote vraag of zij dit zal doen, wanneer zij daartoe een schone gelegenheid bij de bespreking over het Unieverdrag zal krijgen. Het is zelfs te vrezen, dat zij dan weer als voorheen aan de Indonesische regering de ene concessie na de andere zal doen. Dit zou dan weer een even groot verraad aan Nederland en Nederlandse belangen zijn als het te voren ook geweest is.

Wat toch heeft de Nederlandse regering met het geven van al die concessies bereikt? Wat heeft zij er zelfs mede bereikt, dat zij Nederlandse wapens en schepen, de Indonesische regering ter wille, beschikbaar gesteld heeft om het Nederland door allé eeuwen heen zo getrouwe Ambonese volk smadelijk onder de knie van het bewind van president Soekarno te brengen?

De ervaring immers heeft keer op keer bewezen, dat er daarmede niets bereikt is om de gezindheid der Indonesische regering Nederland ten goede te keren.

Het is dan ook onze vaste overtuiging, dat er met het doen van concessies bij de aanstaande onderhandelingen evenmin als tevoren iets bereikt zal worden, Nederland en Nederlandse belangen ten goede, zelfs niet als Nieuw-Guinea aan Indonesië werd afgestaan. De betrekkingen tussen Nederland en Indonesië, zo heeft de ervaring het nu al jaren geleerd, zijn niet afhankelijk van een toegeeflijke houding, van een milde of minder toegeeflijke houding van Nederland tegenover Indonesië, maar van de belangen van Indonesië, zoals de Indonesische regering deze ziet. Dit mag ten deze wel bedacht worden, te meer omdat de positie der Indonesische regering zo wankel is.

Wij kunnen waarnemen, dat de anarchie in Indonesië hand over hand verergert en dat er van een wezenlijke macht van haar regering geen sprake is, waar zij niet in staat blijkt te zijn in het eigen land goede orde op zaken te stellen.

Van welke kant ook beschouwd, is het een eerste vereiste, dat onze regering voor het recht opkomt en dat zij ophoudt het recht te verkwanselen voor bepaalde handels-en andere belangen, wat saj in het verleden veel te veel gedaan heeft en waarmede zij niets bereikt heeft, zelfs niets ten aanzien van de Nederlandse handels-en andere belangen. Hadden zij en de haar steunende partijen en personen te allen tijde voor het recht opgekomen, de Indische kwestie was niet in zulk een groot drama ontaard. In Indonesië zou er alsdan geen ongekende verwarring zijn, maar rust, orde en vrede; geen propaganda-oord voor het communisme, maar een geordende staat, waarin de communistische propaganda niet zulk een vruchtbare bodem zou hebben als in de ontredderde toestand, zoals die thans in Indonesië bestaat, niet zuDc een onderdrukking en beroving van de rechten en vrijheden der Indonesische volken, zoals er thans in aangetroffen wordt; in één woord: niet zulk een wantoestand heersen.

Daarom is het van het hoogste gevsdcht, dat onze regering bij de eventuele onderhandelingen over de opheffing van de Unie zich door het recht en rechtsoverwegingen zal laten leiden, en niet het recht ten offer zal brengen om daarmede de gunst der Indonesische regering af e kopen, wat niet anders dan een jammerlijke koehandel is, waarmede ons land n zijn belangen niet gediend zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1954

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1954

De Banier | 8 Pagina's