Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitslag van  Staten en de Provinciale de S.G.P.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitslag van Staten en de Provinciale de S.G.P.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitslag van de laatst gehouden verkiezingen voor de Provinciale Staten is voor de S.G.P. gunstig. Zij geeft alleszins reden tot tevredenheid en tot dankerkentenis aan de Heere.

Al degenen, die gehoopt hadden, dat de S.G.P. daarbij sterk achteruit zou lopen, moeten wel bitter teleurgesteld zijn door en over deze uitslag. De reeds zo vaak en bij herhaling gedane voorspellingen, dat de S.G.P. een groot deel van de op haai uitgebrachte stemmen zou verliezen, zijn ook weder door de uitslag dezer verkiezingen gelogenstraft. De zo dikwerf uitgesproken wensen en verklaringen, dat de S.G.P. ten dode opgeschreven staat, zijn ook thans, dank zij Gods goedheid, falikant uitgekomen.

Het is toch bij de verkiezingen haar ten deel gevallen, dat zij haar elf vertegenwoordigers in de Staten heeft mogen behouden, en dat zij in de onderscheidene provincies 116.225 stemmen op haar lijsten zag uitgebracht, tegenover 110.151 bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1950.

Dit aantal geeft moed voor de toekomst. Het zette de leden en vrienden der S.G.P. aan om nog in sterkere mate hun krachten in te sparmen voor de verbreiding en doorwerking van de beginselen der S.G.P. Daar zou toch heel ons volk wel bij varen, en dit niet omdat de S.G.P.-ers van zichzelf zulke uitnemende personen zijn, neen, zij zijn kinderen der duisternis en des tooms gelijk al de anderen, en hebben evengoed als zij een waarachtige bekering des harten van node, maar omdat de beginselen, welke de S.G.P. voorstaat, geheel naar den Woorde Gods zijn. Deze zijn het ten volle waard, dat men daarnaar leeft, zich ter verbreiding er van moeite en inspanning getroost, en desnoods er voor lijdt.

Het is waar, de uitslag der verkiezingen bewijst het, dat zij slechts bij een zeer gering aantal onzer landgenoten instemming vinden. Doch dit mag niemand beletten ze te belijden en daarvoor in zijn gezin en bij zijn medelandgenoten op te komen. Men late zich daarvan niet afhouden door allerlei laster en verdachtmaking, welke van de ure van haar oprichting af in grote mate over haar uitgestort is, en nog gedurig over haar uitgestort wordt.

Men houde het oog gericht op haar bebinselen, waarbij het ons land eertijds zo bijzonder wel gegaan is en waarbij het op de dag van heden nog wel zou varen, indien deze door hoog en laag, door overheid en onderdaan, in praktijk gebracht werden.

Hebt gij wel eens ooit iemand horen zeggen, dat hij met de Heere en Diens geopenbaarde Woord bedrogen is uitgekomen, zoals de wereldwijzen keer op keer met hun wijsheid bedrogen uitkomen? Hebt gij wel eens ooit iemand horen verklaren, dat het hem tot schade voor zijn ziel en lichaam geweest is, als hij zich naar Gods Woord en wet richtte? Hoevele getuigen, een ganse wolk van getuigen, hebben integendeel een gans ander getuigenis gegeven, als zij verklaarden: „Als ik Uw Woord gevonden heb, heb ik het opgegeten", alsook: „Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad", alsmede: „Ik heb mij vermaakt in Uw getuigenis, meer dan in alle rijkdom".

Daarom valt het zo te betreuren, dat een zo geweldig groot aantal Nederlanders de God hunner vaderen de rug heeft toegekeerd, en dat zovelen hunner hun paradijs zoeken en hebben in overvloed van brood en aardse genietingen, in sport en spel. Ja, hoevelen onzer landgenoten zijn er niet, die in de beoefening van sport en spel hun jammerlijk paradijs hebben, dat in dit leven al hun vermaak uitmaakt en in de eeuwigheid hun ten verderve zal blijken geweest te zijn! Hoe gaat een groot deel onzer medemensen ten onder in mensenverheerlijking en stofvergodiag!

En daarom is het een verblijdend teken, dat nog 116.225 hun stem hebben uitgebracht op de lijsten van de S.G.P., wier vertegenwoordigers in de Tweede Kamer en in de Staten hun stem hebben mogen verheffen tegen onze tijdgeest. Dit is weliswaar maar een klein getal tegenover de honderdduizenden en nog eens honderdduizenden, die op de S.G.P.-candidatenlijsten hun steinmen niet hebben willen uitbrengen. En ook is het voor niemand daarmede tegenover God goed te maken, dat hij op de lijst van de S.G.P. gestemd heeft. Neen, naar de beginselen, welke zij voorstaat, zal door een ieder terdege geleefd moeten worden. Maar toch is er reden tot verheuging over het aantal op de S.G.P. uitgebrachte stemmen, dat wij thans nader gaan bezien.

In het gehele land zijn er dan op de candidatenlijsten van de S.G.P. uitgebracht 116.225 stemmen, tegenover 129.087 in 1952 bij de Kamerverkiezingen en 110.151 bij de Statenverkiezing in 1950. Dat het aantal stemmen der S.G.P. in vergelijking met de verkiezingen van 1952 teruggelopen is, is een gewoon verschijnsel, dat zich telkens weer bij de verkiezingen voordoet. Immer is in heel de geschiedenis der S.G.P. haar stemmenaantal bij de verkiezing van de Tweede Kamer veel groter geweest dan bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en die der gemeenteraden Is dan ook weder ditmaal het aantal der stemmen beduidend kleiner geweest dan in 1952 bij de Kamerverkiezingen, dan heeft dat niemand te verontrusten of te verwonderen; gelijk het niemand bijzonder behoeft te verblijden en te verwonderen, dat het stemmenaantal van de S.G.P. dit jaar veel groter is dan dit het vorige jaar was bij de gemeenteraadsverkiezingen. Toen toch zijn er in het hele land op de candidatenlijsten der S.G.P. maar 72.429 stemmen uitgebracht; een aantal, dat scherp afsteekt tegen het nu uitgebrachte aantal stemmen, omdat het duizenden minder is dan thans. Ook ligt net zeer voor de hand, dat er bij de thans gehouden verkiezingen veel minder stemmen uitgebracht zouden worden op de S.G.P. dan in 1952, als men er acht op geeft, dat slechts in 5 van de elf provincies candidate!! der S.G.P. gekozen konden worden, en in de 6 overblijvende geen schijn van kans was, dat er 'n candidaat gekozen zou kunnen worden; al zijn dan ook in Noord-Holland, Noord-Brabant en Friesland wel candidatenlijsten van de S.G.P. ingediend, terwijl dit in de provincies Groningen, Drenthe en Limburg niet geschied is.

Gaan wij thans over tot de bespreking van de provincies, waarin wel een candidatenlijst is ingediend, maar geen S.G.P.-er daarop gekozen werd, dan beginnen wij onze bespreking met de provincie Friesland. Daarin werden 1452 stemmen op de S.G.P.-lijst uitgebracht, wat tegenover de Tweede Ka!nerverkiezingen, waarbij in Friesland 2084 stemmen werden uitgebracht op de S.G.P., en zelfs tegenover de Statenverkiezing van 1950, waarbij haar lijst 1505 stemmen verkreeg, een achteruitgang betekent maar tegenover de gemeenteraadsverkiezingen in 1953, waarbij de S.G.P. in dit gewest 811 stemmen behaalde, een vooruitgang is. Wij vrezen, dat in deze provincie sommige kiezers zich hebben laten verlokken door de propaganda van andere partijen, die het voorstelden, dat elke stem, welke in het Friese gewest werd uitgebracht op de S.G.P.-lijst, een verloren stem was; wat toch niet het geval is, daar van elke stem een getuigenis uitgaat, dat stellig van betekenis is, omdat het zegt, dat men het met het gevoerde beleid niet eens is en een andere gang van zaken begeert.

De provincie Noord^Hoïland, waar ook een lijst van de S.G.P. is ingediend, hoewel van tevoren wel vrij zeker was, dat daarop geen S.G.P.-er gekozen zou worden, heeft een fraai beeld, een veel gunstiger beeld dan dat van Friesland vertoond. In Noord-Holland klom het aantal stemmen van 3210 stemmen in 1950 tot 4694 thans, hoewel het belangrijk lager was dan het aantal stemmen in 1952, dat 6341 bedroeg, doch weer veel en veel hoger was dan het aantal van 651 stemmen, dat ten vorig en jare bij de gemeenteraadsverkiezingen door de S.G.P. verkregen werd. Hierbij valt als een heugelijk feit te vermelden, dat de S.G.P. in Amsterdam sterk vooruit gegaan is. Verkreeg de S.G.P. aldaar in 1950 536, in 1952 1224, nu 1610 stemmen.

Overigens zijn er in deze provincie ook nog wel gemeenten aan te wijzen, waarin personen geweest zijn, die hun stem bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1952 op de S.G.P. hebben uitgebracht, doch thans zulks niet gedaan hebben, naar alle waarschijnlijkheid omdat zij dachten, dat alsdan hun stem waardeloos was, doch er zijn daarin ook gemeenten, waarin de S.G.P. ten opzichte van 1950 een groter aantal stemmen verwierf. Dat is onder meer het geval geweest in Alkmaar, Beverwijk, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemstede, Nieuwer-Amstel, Velzen en Zaandam, en mogelijk ook wel in andere gemeenten, waarvan de uitslag ons op het ogenblik niet bekend is.

Ook Noord-Brabant heeft allerminst teleurgesteld. Daarin werden nog heel wat meer stemmen op de S.G.P. uitgebracht dan in 1950. Was het aantal toen 2560, nu bedroeg het 2771. Bleef aldaar het aantal stemmen bij dat van 1952 (4068) ten achter, het was stukken en stukken hoger dan bij de gemeenteraadsverkiezingen ten vorigen jare, toen het getal nog niet boven de 1000 uitkwam. Hierbij verdient het vermelding, dat in Eindhoven, welks inwoner, de heer Ir Fokker, de lijstaanvoerder was, het stemmenaantal van de S.G.P. nog nimmer zo hoog is geweest; het beliep thans 213, tegen 107 in 1950 en 147 m 1952. Ook in andere gemeenten, voor zo ver die ons bekend zijn, hep het aantal stemmen van de S.G.P. ten opzichte van 1950 omhoog. Dat was onder meer het geval in Bergen op Zoom, Breda, Helmond, Rozendaal, Nispen en Tilburg. De uitslag van de verkiezingen komt nog voor de S.G.P. in gunstiger licht te staan, als men weet, dat in onderscheidene kiesdistricten van Noord-Brabant geen lijst ingediend kon worden, zodat men onder meer in 's-Hertogenbosch. Oosterhout en Oss niet op de S.G.P. heeft kunnen stemmen.

Overgaande tot de bespreking van die provincies, waar de S.G.P. wel één of meer candidaten verkozen zag, vangen wij onze bespreking aan met de provincie Overijssel, waarin in vergelijking met de verkiezingen in 1950 een belangrijke vooruitgang in stemmenaantal te constateren valt. Was het toen 8989, thans is het 10.330 geworden; een aantal, dat beneden dat van 1952 (11.140) gebleven is, maar niet alleen ten opzichte van de verkiezingen van 1950, maar ook ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen van 1953 (7892) een grote stap voorwaarts. Op het ogenblik, dat wij dit artikel schrijven, zijn ons slechts de uitslagen van enkele steden en gemeenten in dat gewest bekend, maar zij zijn alle, de één meer, de andere minder, van verblijdende aard, dewijl in verreweg de meeste er van meer stemmen op de S.G.P. zijn uitgebracht dan in 1950, en er slechts een enkele onder is, waarin enige teruggang of stilstand op te merken valt.

Wat de provincie Gelderland aanbelangt, daarin moet helaas ten opzichte van 1950 een teruggang van ruim 1000 stemmen geconstateerd worden, al is dit aantal aanmerkelijk hoger dan dat in 1953 bij de gemeenteraadsverkiezingen, toen het 15.454 bedroeg, tegen thans 19.124, hetgeen echter niet wegneemt, dat het ten achterbleef bij de Kamerverkiezing in 1952, toen het aantal stemmen voor de S.G.P. 24.418 bedroeg, en ook bij de verkiezing van de Provinciale Staten in 1950, toen het 20.332 was. Aangezien ons op het moment volledige inlichtingen ontbreken, zullen wij het althans voorlopig hierbij laten.

Zeeland heeft zich goed gehouden, al liep het iets in stemmenaantal in vergelijking met 1950 terug. Toen toch bedroeg het aantal op de S.G.P.-lijst uitgebrachte stemmen 12.922, tegen nu 12.850, hetgeen een sterke vooruitgang inhoudt ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen in dat gewest, waarbij in 1953 op de onderscheidene lijsten der S.G.P. 6329 stemmen werden uitgebracht, maar een achteruitgang bij de verkiezingen in 1952, welke de S.G.P. 14.156 stemmen opleverden. Ook over dit gewest zullen wij niet in nadere beschouwing treden, daar ons daaruit ook maar de uitslagen van enkele gemeenten bekend zijn.

De provincie Utrecht heeft een aanmerkelijke stijging in het stemmenaantal voor de S.G.P. te zien gegeven ten opzichte van de Statenverkiezing in 1950. Het klom daar van 9643 tot 10, 279 stemmen, wat een hele vooruitgang betekent in vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen in 1953, waarbij de S.G.P.

6.032 stemmen behaalde, maar een teruggang ten aanzien van de Tweede Kamerverkiezing in 1952, waarbij in deze provincie 12.637 stemmen ten gunste van de S.G.P. werden uitgebracht. Ook aan dit gewest kunnen wij geen nadere beschouwing wijden, daar ons ook daarover geen volledige inlichtingen ter beschikking staan.

Tenslotte rest dan nog een korte bespreking over de uitslag van de Statenverkiezing in Zuid-Holland. Hierbij gaat het gezegde „Het lest, het best", ten volle op. Deze uitslag is, van welke kant ook bezien, van al de provincies wel het allerbest voor de S.G.P. Daarin kwam, wat van geen enkele andere provincie gezegd kan worden, het nu behaalde stemmenaantal zelfs boven dat van 1952 bij de Tweede Kamerverkiezing door de S.G.P. behaalde aantal uit. Het was zelfs nog circa 2000 stemmen hoger. Bedroeg het aantal stemmen in 1952 52.756, het was nu tot 54.725 geklommen, terwijl het nog bijna 4000 stemmen meer bedroeg dan in 1950 bij de Statenverkiezing, toen het 50.990 was, en meer dan 20.000 stemmen hoger was dan in 1953 bij de gemeenteraadsverkiezingen, toen het 34.444 bedroeg.

Ofschoon ons over deze provincie vrij volledige opgaven van de uitslagen van de verkiezingen ter beschikking staan, zullen wij daarover ook thans niet nader uitweiden, daar het in ons voornemen ligt in een volgend nummer van „De Banier" nog eens daarop terug te komen, al moet hierbij al vast verklaard worden, dat wij alsdan niet voornemens zijn van iedere gemeente een opgave van de verkiezingsuitslag te geven, daar de plaatsruimte in „De Banier" het niet toelaat, en wij dit ook niet nodig achten, waar daarin nu twee jaren geleden zulks betreffende elke gemeente gedaan is.

Wat vn] hierbij nog willen te berde brengen, is, dat er in de grote steden, waar de S.G.P. lange jaren aaneen al een zeer klein aantal stemmen kon behalen, een aanmerkelijke vooruitgang te constateren valt. Dit kan gezegd worden van Amsterdam, waar de S.G.P. voorheen (uitgezonderd de laatste Tweede Kamerverkiezing) lange jaren aaneen altijd ver onder de 1000 stemmen bleef, en nu zelfs meer dan 1600 stemmen bekwam; eveneens van Den Haag, waar het stemmenaantal voor de S.G.P. tot 4873 steeg en dat van de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1950 nog met circa 1300 stemmen te boven ging, en dat van de Tweede Kamerverkiezingen in 1952 nog met ruim 500 stemmen overtrof, terwijl ook Rotterdam met haar 8785 stemmen een verblijdende uitslag te zien gaf en eveneens de uitslagen van 1950 (8339) en die van 1952 ( 8344 stemmen) nog in de schaduw stelde. -

Ook de kleinere steden in Zuid-Holland, als Delft met 1282, Vlaardingen met 1134, Dordrecht met 1108, Gouda met 783, Leiden en Schiedam beide met het gelijke aantal van 681 stemmen, Gorinchem met 244 en Maassluis met 140 stemmen, gaven een goede uitslag te zien, waar zij alle boven het aantal in 1950 behaalde stemmen uitkwamen, sommige er van zelfs boven dat de S.G.P. in 1952 behaalde.

Ook sommige andere gemeenten behaalden in Zuid-Holland, terwijl zij nog in stemmenaantal vooruitgingen, een verrassend groot aantal stemmen; zoals Ridderkerk, dat van 1751 in 1950 en 1859 in 1952 tot 1946 stemmen thans steeg; Sliedrecht, dat het thans van 1519 tot 1590 stemmen bracht. Katwijk, dat van 1016 thans 1300 stemmen voor de S.G.P. uitbracht; Ouddorp, dat van 898 stemmen op 1122 voor de S.G.P. kwam, en zo zouden wij door kunnen gaan met nog meer verrassende, verheugende uitslagen uit onderscheidene gemeenten in Zuid-Holland te vermelden, doch wij zul­ len dit althans in dit artikel niet doen. Alleen vsollen wij nog opmerken, dat de stad Utrecht met haar 1259 stemmen geen slecht figuur onder andere steden, als Arnhem en Nijmegen en nog al zo vele andere steden in het midden. Noorden en Zuiden van ons land gemaakt heeft.

Zo hebben dan de uitslagen van de verkiezingen voor de Provinciale Staten de S.G.P.-ers reden tot verheuging gegeven.

De gekozen leden wacht in de onderscheidene provincies weder een verre van gemakkelijke strijd. Zij hebben weder alleen tegen de tijdgeest op te komen en tegen de algemene stroom op te roeien. Dat hun sterkte daarbij vooral niet in eigen kracht gelegen mag zijn, maar dat zij in hun functies verwaardigd mogen worden om hun sterkte bij de Heere te zoeken. Dan alleen zullen zij getrouw bevonden worden op hun zware posten. Zij mogen daarbij bedenken, dat de ogen van talloos velen op hen gericht zijn, hetgeen hen niet kan schaden, als hun ogen met die van Josafat op de Heere gericht zijn en zij met die koning tegenover zulk een grote menigte geen kracht in zichzelf hebben.

Zij zullen ongetwijfeld bij de waarneming van hun lidmaatschap in de Provinciale Staten voor allerlei problemen komen te staan, welke steeds in omvang en zwaarte toenemen, zodat hun positie er steeds moeilijker op wordt. Problemen toch, waarmede men in vroegere jaren niet te maken had, zijn thans aan de or­ de van de dag. Wij bevelen de gekozen Statenleden dan ook ten sterkste aan in de gebeden van hen, die de Geest der genade en gebeden ontvangen hebben. Dat dezen verwaardigd mogen worden hen in hun smekingen aan de troon der genade op te dragen.

En wat de leden en vrienden van de S.G.P. aangaat, dezen mogen de beginselen der partij beleven en daarvoor onverzwakt en onverpoosd tegenover een ieder vrijmoedig uitkomen en zich beijveren om deze tot meerdere ingang onder ons volk te brengen. Bij hen zij niet de geest der lauwheid, maar wel die der liefde voor de beginselen. Dat hun gedragingen daarvan een sprekend getuigenis mogen afleggen; zo doende zullen zij zelf, alsook ons volk daarbij welvaren. Ja, ook ons volk, dat wij helaas in zuUc een groot verval thans aantreffen, dat men daar wel ten zeerste bedroefd over en begaan mede behoorde te zijn. Konden mannen als Ds van Lodensteyn, Koelman, Hellenbroek, Smijtegeld en Van der Groe hun ogen nog eens openslaan, wat zouden zij daarover bedroefd en daarmede begaan zijn.

Ons is van verschillende zijden gevraagd een algemeen overzicht te willen geven van de stemmen, welke de onderscheidene partijen , over het gehele land genomen, behaald hebben. Een verzoek, waar wij in deze aan voldoen door hier het overzicht te laten volgen als wij de getallen der stemmen weergeven.

PARTIJEN Prov. Staten 1954 Stemmen Pet. Staatk. Geref. Partij 116.225 2, 2 A.R. Partij 569.284 10.7 C.H. Unie 514.370 9, 7 Prot. Chr. (Limburg) — — Ger. Pol. Verb 38.195 0, 7 V.V.D 467.504 8, 8 Kath. Volkspartij .... 1.680.788 31, 5 K.N.P. (Welter) .... 54.753 1 P. v. d. A 1.565.004 29, 4 Comm. Partij 283.344 5, 3 Social.Unie 8.902 0, 2 Midd. Partij 7.104 0, 1 Overige groepen .... 21.571 0, 4 Totaal 5.327.044 100 Tw. Kamer 1952 Stemmen Pet. 129.081 2, 42 603.329 11, 31 476.195 8, 92 Prov. Staten 1950 Stemmen Pet. 35 471 1.529, 144 1.545 328, 18 25, 28, .497 040 .508 , 520 , 867 , 621 , 010 , 128 , 949 0.66 8, 83 28, 67 2, 71 28, 97 6, 16 0, 34 0, 47 0, 54 110.151 591.430 506.916 7.421 28.904 412.638 1.529.009 "31.984 1.243.455 329.089 8.072 22.078 22.483 2, 27 12, 21 10, 48 0, 15 0.59 8, 52 31.57 0.66 25, 67 6, 79 0, 17 0, 46 0.46 5.335.745 100 4.843.630 100

Ook is ons een gelijksoortig verzoek gedaan betreffende de stemmen, welke de S.G.P. in onderscheidene provincies behaald heeft, waaraan wij bij deze voldoen, als wij haar stemmenaantal weergeven van die provincies, waarin zij een lijst heeft ingediend.

AANTAL STEMMEN 1950 1952 1953 1954 Prov, Staten Tweede Kamer Gemeenteraad Prov. Staten Zeeland 12.922 14.156 6.239 12.850 Zuid-Holland .... 50.990 52.756 34.444 54.725 Noord-Brabant 2.560 4.068 917 2.771 Noord-Holland .... 3.210 8.341 651 4.694 Utrecht : ... 9.643 12.637 6.022 10.279 Overijssel 8.989 11.140 7.692 10.330 Friesland 1.505 2.084 811 1.452 Gelderland 20.332 24.418 15.454 19.124

Voorts is ons nog van verschillende zijden verzocht een opgave te wiUen doen van de stemmen, zoals die in de onderscheidene provincies door de verschillende partijen zijn behaald. Een verzoek, waaran wij thans met het oog op de plaats-ruimte in „De Banier" niet kunnen vol­ doen, maar, zo even mogelijk, D.V. in een volgend nummer van „De Banier" wel hopen te voldoen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1954

De Banier | 8 Pagina's

De uitslag van  Staten en de Provinciale de S.G.P.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1954

De Banier | 8 Pagina's