Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCLVI.

Meer dan verwacht kon worden, bhjken er toch wel personen te zijn, die menen zich van het politieke leven te moeten onttrekken, niet omdat het hun onverschillig is hoe het met land en volk gaat, maar meer omdat gemeend wordt, dat de politiek een onreine zaak is, de christen niet waardig.

Reeds eerder is er op gewezen, dat zulks ingaat tegen hetgeen Calvijn ons heeft geleerd, maar het kan goed zijn daarop toch nog eens, zo mogelijk wat uitvoeriger, terug te komen.

Zeker, het woord „politiek" heeft bij velen een slechte reuk. Het wordt uitgelegd als elkander of de massa te bedriegen. Een smaden dus van personen en een verleiden van het volk.

Het is echter onjuist om nu te menen, dat alle politiek dat inhoudt en niets anders inhoudt.

Politiek is toch in de engste zin niets anders dan het bestuur of besturen van een volk.

En is het besturen van een land en volk een zaak, die Gode onwelgevallig is? Heeft God dan niet Zelf de burgerlijke overheid ingesteld?

Heeft God Zelf in Zijn Woord die overheid niet met de erenaam van „goden" aangeduid? U kunt dat vinden in Leviticus en ook in Psalm 82.

Heeft Jezus in Zijn omwandeling op aarde de overheid niet erkend? Zo kunnen nog meer vragen gedaan worden.

Het is zo nodig, dat ons volk ook daarin zich vast fundeert op Gods Woord. Niet ons gevoel, niet ons eigen inzicht zij de leidraad, maar dat Woord. Het kan zo beklemmen, dat juist een groot gedeelte van ons volk zich niet meer onder de heerschappij van dat Woord wil stellen.

Zeker, het in uiterlijke zin zich daaronder stellen is niet genoegzaam ter zaligheid, want dan zal Goddelijk onderricht nodig zijn. Dan zal wederbaring moeten plaats hebben. Dan zal de mens vernieuwd moeten worden. En daar kunnen we onszelf niet brengen; en wat nog erger is, daar willen we onszelf niet brengen!

Maar moeten we nu maar gaan leven alsof er geen Woord Gods meer is? Moeten we nu maar doen als de heidenen die van God niet weten?

In Gods Woord wordt ons geleerd, dat Ninevé gespaard werd op een uiterlijke verootmoediging. Ja, dat zelfs de goddeloze koning Achab nog gespaard werd.

Als de overheid en het volk zich niet meer willen stellen onder, en niet meer willen richten naar dat Woord, dan moet dat leiden tot een ondergang van ons volk, tot een ondergang van onze vrijheid, tot wetten en geboden, die zwaar zijn om te dragen. Wat afwijkt van de hoge God, moet vallen.

Maar ook wat in het bestuur zich niet weet en ziet als Gods dienaresse, zal tot inzettingen komen van menselijke willekeur.

Juist daarom is het zo verkeerd om wel te klagen over de toestand van land en volk, maar zich afzijdig te houden van de wegen, die tot verbetering kunnen leiden.

Juist daarom is het zo onjuist, om maai te zeggen: met de politiek moet een christen zich niet bemoeien; dat moet maar aan de „wereld" worden overgelaten.

Verwacht men dan, dat de „wereld" het wel goed zal doen? Het kan wel indruk maken, als een mens klaagt over de zonden van land en volk, rnaar het zou zo veel meer indruk maken, als dan ook alles gedaan werd wat God op de hand legt om tot verandering te komen. Niet dat de mens het in eigen kracht zal kunnen veranderen. Maar wij zijn aan de middelen gebonden.

God kan een mens in het leven houden, . zonder dat hij eet of drinkt. We hebben de voorbeelden aan Mozes en aan Elia.

Maar wij zijn geroepen om te eten en te drinken, ook al kunnen we daarvan misbruik maken, en doen we dat vele malen.

Zo is het nu ook met de politiek. Er wordt wel misbruik van gemaakt. Ze wordt wel misbruikt. Maar het feit, dat van een zaak misbruik wordt gemaakt, heft het gebruik niet op.

Er dreigt een lijdelijke houding over ons volk te komen. Het is of het beginsel niet meer spreekt. Het is of er een geest van onverschilligheid over ons volk gaat, van laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.

En laten wij dan niet zien op hen, die buiten ons zijn; op hen, die alles willen regelen naar de menselijke rede. Neen, laten we maar eens tot onszelf inkeren.

Bidt en werkt. Het moet samengaan. Ziende op God, ziende op eigen onwaarde, trachten het beste voor land en volk te zoeken.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's