Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorig overzicht schreven wij op het einde, dat, hoe het verloop van de behandeling betreffende het Europese Defensieverdrag in de Franse Nationale Vergadering ook mocht zijn, daarmede het rumoer daarover niet weggestorven zou zijn, hetgeen de uitkomst wel bewaarheid heeft.

Onder groot rumoer en hevige spanning is daarover in genoemde vergadering gedebatteerd. Zelfs Gods dag is daarbij danig ontheiligd. Daarop heeft men toch de gehele dag vergaderd.

Bij deze debatten heeft de minister-president Mendès-France eerst in een lange rede een uitvoerig verslag gegeven van zijn wedervaren op de Brusselse conferentie. Daarna zijn er rapporten, die alle afwijzend tegenover het E.D.G.-verdrag stonden, uitgebracht. Kort voor het einde der debatten hield de gewezen voorzitter Herriot een rede, waarvan de hoofdinhoud daarop neer kwam, dat het met Frankrijk gedaan zou zijn als het verdrag werd aangenomen; 'n rede, welke grote indruk maakte en door de tegenstanders van het verdrag stormachtig werd toegejuicht. De op hem volgende si^reker, die een voorstander van het verdrag was, vermocht met zijn rede die indruk niet weg te nemen.

Het liet zich op dat ogenblik reeds aanzien, dat het verdrag verworpen zou worden. De voorstanders er van trachtten dit alsnog te verhinderen. Zij probeerden een motie in te dienen, welke inhield, dat er in deze bijeenkomst van de Nationale Vergadering geen beslissing, noch vóór, noch tegen, genomen zou worden. Tevergeefs hadden zij gepoogd de instemming van Mendès-France er voor te krijgen. Deze bleef er onbewogen op staan, dat er in de bijeenkomst een beslissing genomen zou worden. Zelf heeft hij zich betrekkelijk noch vóór noch tegen het verdrag verklaard. Dit stellig om op een enigszins goede voet te blijven met zijn medeministers, onder wie zich zowel voor-als tegenstanders van het verdrag bevonden, hoewel in heel zijn gedragswijze wel uitkwam, dat hij feitelijk een tegenstander van het verdrag was.

De motie, welke de voorstanders wen.sten in te dienen, kon echter niet ingediend worden. Dit heeft een tegenstander van het verdrag, een Franse generaal, weten te voorkomen. Hij diende namelijk een zogenaamde procedure-motie in, welke naar het reglement der Nationale Vergadering vóór elke andere motie in behandeling dient genomen te worden. Deze motie hield in, dat de verdere behandeling van het verdrag geschorst zou worden, wat mede inhield, dat alsdan h z g i i z meteen het verdrag verworpen en voor goed van de baan zou zijn.

Deze motie werd aangenomen. Toen de uitslag der stemming bekend gemaakt was, ontstond er een zelfs voor de Franse Kamer ongekend kabaal. De Marseillaise werd gezongen, eerst door de tegenstanders van het verdrag en later ook nog door de voorstanders, zodat de voorstander Reynaud had gezegd, dat zich het ongehoorde feit had voorgedaan, dat een verdrag, hetwelk door een Franse minister vervaardigd en door Franse ministers ondertekend was, zonder dat de voorstanders er van gelegenheid gehad hadden het behoorlijk te verdedigen, verworpen was.

Reynaud moge op dit punt gelijk gehad hebben, maar Herriot niet minder toen hij verklaarde, dat het met Frankrijk gedaan zou zijn als het verdrag aanvaard was. Zijn zelfstandigheid zou daarmede om hals gebracht zijn, dewijl het onder supra-nationaal gezag gekomen zou zijn. Het is wel zeker, dat in het Amerikaanse Congres nooit een voorstel aangenomen zou zijn, waarbij Amerika onder supranationaal gezag gesteld zou zijn geworden. In Nederland is zulk een verdrag, het E.D.G.-verdrag, door het Parlement wel aangenomen. De overgrote meerderheid er van heeft er in toegestemd — wat één van de bezwaren was van de S.G.P.­ Kamerleden, die er dan ook tegengestemd hebben — dat Nederlands zelfstandigheid opgeofferd werd aan een supra-nationaal gezag.

De uitslag der stemming is door, de voorstanders van het verdrag in de Nationale Vergadering maar heel node aanvaard. Zij konden de uitslag der stemming wel niet ongedaan maken, maar zij hebben toch Mendès-France de voet zoeken dwars te zetten. Zij dienden een motie in, dat er een debat over de buitenlandse politiek zou worden gehouden. Deze motie werd echter met grote meerderheid van stemmen verworpen, waarop de Franse Kamer tot 3 November is uiteengegaan.

Het laat zich verstaan, dat de verwerping van het E.D.G.-verdrag niet alleen in Frankrijk, maar ook daar buiten veel rumoer verwekt heeft. Het heeft aan bittere woorden daarover niet ontbroken. De voorstanders van de Europese eenheid gevoelden zich erg teleurgesteld, nu zij het weer moesten waarnemen, dat één van hun luchtkastelen in puin was neergestort. Zij hadden zich in geschrift en in redevoeringen voor die eenheid zo ijverig te weer gesteld, koesterden er zulke geweldige verwachtingen van, en ziet, het is hiermede op niets uitgelopen. Van hun kant zijn de achs en de wee's dan ook niet van de lucht. In tal van regeringskringen is men over de uitslao van de stemming van de Franse Nationale Vergadering niet alleen teleurgesteld, maar zelfs verstoord. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dulles, heeft verklaard, dat het, gelet op genoemde uitslag, overweging verdient, of zijn regering haar politiek betreffende Europa niet zal wijzigen.

Bij heel deze gang van zaken is ons we] een treffend beeld geboden van de armoede van alle menselijke wijsheid. Xa al het rumoer, dat er nu al enige jaren achter elkander gemaakt is over het E.D.G.-verdrag, en bij al de ijver, welke de voorstanders voor de totstandkoming er van aan de dag hebben gelegd, is het tenslotte op een vrij eerloze begrafenis van het verdrag uitgelopen. Dit kan tenslotte wel niemand ontkennen.

Met dit alles, en dat is nog wel het droevigste van heel deze historie, schijnt men er niets uit geleerd te hebben, versmaadt men nog steeds bij het hoogste kantoor aan te kloppen en blijft men zijn vertrouwen stellen in menselijke wijsheid en krachten, terwijl het toch de Heere alleen is. Die het bruisen der zeeën, het bruisen harer golven en het rumoer der volken kan stillen.

De verwerping van het E.D.G.-verdrag heeft de regeringen wel diep geschokt. De Britse regering is zelfs kort na het bekend worden van de verwerping van het E.D.G.-verdrag door de Franse Nationale Vergadering in een speciale zitting bijeengekomen. Zij besloot daarin, dat beperkte herbewapening van West-Duitsland in het Noord-Atlantische Pact de beste oplossing is van het probleem, waarvoor het Westen zich thans geplaatst ziet: hoe West-Duitsland aan de Westelijke wereld te binden. Overeenkomstig dat besluit zou West-Duitsland lid of geassocieerd lid van genoemd pact moeten worden, maar zou er een maximum voor het aantal Duitse militairen moeten worden vastgesteld, zou voorts controle uitgeoefend moeten worden op de wapenproductie in West-Duitsland en zou er een verbod moeten worden uitgevaardigd op de productie van atoom-en waterstofbommen in West-Duitsland. Daarbij heeft deze regering als haar overtuiging kenbaar gemaakt, dat naar een Frans-Duitse toenadering gestreefd moet worden. Zij is zich bewust, dat het nog lang niet zeker is, of de Britse oplossing — welke de instemming van de Amerikaanse regering heeft; in een officiële verklaring van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken verklaarde Dulles: „de Westduitse bondsrepubliek moet haar plaats als vrij en gelijkgerechtigd lid in de gemeenschap der volken innemen" — een meerderheid in het Franse parlement zal weten te behalen.

Intussen zijn berichten tegengesproken, dat de regering van Amerika en die van Engeland een geheime overeenkomst hebben aangegaan, die een tijdsbepaling inhield, binnen welke de Duitse herbewapening zou moeten zijn aangepakt. De Engelse regering heeft verklaard, dat dit een louter verzinsel is. Zij wil daarenegen de Franse regering de gelegenheid even om met nieuwe voorstellen te koen. Zij wenst daarbij nog vóór de verachte bijeenkomst van de leden van hei . oord-Atlantisch pact, welke omstreek; 1 October vastgesteld is, een achtmo" endhedenconferentie bijeengeroepen U ien. Deze zal binne.i drie weken in Lor» en gehouden moeten worden en daarc^j ullen Amerika, Engeland, Frankrijk est-Duitsland, Italië, Nederland, Bel ië en Luxemburg vertegenwoordigi oeten zijn.

Het Engelse voorstel is in Frankrijk aS oldoening ontvangen.

De Westduitse regering heeft inmicbJ? ook een verklaring afgelegd. Daarin worjgn vijf eisen gesteld. Namelijk:

1 Voortzetting van de eenmakingspolitiek in Europa met alle landen, welke er Tiee instemmen, en op alle gebieden, welke geschikt zijn, en raadpleging van de landen, die het E.D.G.-verdrag hebben goedgekeurd of op het punt stonden (üt te doen.

•) Herstel van de soiivereiniteit van West-Duitsland. 3 Deelneming van West-Duitsland aan (Ie Westerse verdediging zonder enige discriminatie. 4. Een juridische regeling van het probleem van de regeling van buitenlandse strijdkrachten op Duits gebied door verdragen. 5. Onmiddellijke besprekingen met de Amerikaanse en de Engelse regering over deze punten.

Het laat zich verstaan, dat deze eisen in Frankrijk maar heel slecht ontvangen zijn. De Fransen gevoelden zich gekrenkt, omdat zij zich in het overleg geheel uitgesloten zagen. De regeringen van andere Westelijke landen gaven bovendien te kennen, dat zij Frankrijk bij het overleg niet uitgesloten wensten te hebben.

De Westduitse regering heeft daarop haar eisen verzacht, daarbij tevens verklarende, dat het niet in haar bedoeling had gelegen Frankrijk van het overleg uit te sluiten.

Tenslotte zij nog vermeld, dat Mendès-France zich genoodzaakt gezien heeft ingrijpende veranderingen in zijn ministerie aan te brengen. De twee ministers, die tegen het verdrag van de E.D.G. waren, en de drie mmisters, die er voor waren en uit het ministerie zijn getreden, zijn door vijf andere personen vervangen. Tevens deelde hij mede, dat hij voornemens was om zich naar Amerika te begeven, mede om de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bij te wonen. Of het reeds zo tijdig zou zijn, dat hij de opening dier vergadering, welke deze maand plaats staat te vinden, zou kunnen bijwonen, kon hij nog niet zeggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1954

De Banier | 8 Pagina's