Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week schreven vn] onder dit opschrift over een zaak, welke begrijpelijkerwijs in brede kringen veel ontstemming heeft verwekt, namelijk over de verhoging van de melkprijs.

Ditmaal gaan wij iets schrijven over een aangelegenheid, welke ook zeer veel stof heeft doen opwaaien, veel wrevel, onge-HOeg3n en verontwaardiging onder een zeer groot deel van ons volk heeft teweeg gebracht.

Wij gaan schrijven over het liftverbod. Dit verbod kwam uit de koker van de chef van de generale staf. De minister van Oorlog en Marine, Ir. Staf, nam de verantwoordelijkheid er voor op zich en vaardigde het uit.

Zijne Excellentie had kunnen en behoren te voorzien, dat dit verbod in brede kringen, zowel onder de militairen als onder de burgerij, allerminst gewaardeerd zou worden. Het verbod was toch onnodig en uitermate onverstandig.

Het had tengevolge, dat er in de Tweede Kamer een interpellatie over werd gehouden en er in onze pers zowel vóór als na de interpellatie tal van artikelen en ingezonden stukken zijn verschenen, zodat het liftverbod bij zeer velen in het centrum van belangstelling kwam te staan.

Daaraan heeft de verdediging van hel verbod door minister Staf bij de interpellatie van de heer Vermeer in de Tweede Kamer zeer veel bijgedragen. Deze was verre van gelukkig, zelfs zeer zwak en was allerminst bij machte om een groot deel van de Kamer van de wenselijkheid en noodzakelijkheid het verbod te overtuigen. van

Vele Kamerleden werden zelfs niet van de wenselijkheid en noodzakelijkheid van het liftverbod overtuigd, nadat minister Staf had toegezegd, dat de regering 17 maal per jaar vrij vervoer op rijks kosten zou geven en éénmaal extra, wat altijd bestemd is voor het naar huis reizen met Kerstmis of Nieuwjaar. Deze toezegging, dat er voortaan in plaats van 13 maal 17 maal per jaar vrij vervoer zal worden verstrekt, heeft vele Kamerleden niet kunnen verzoenen met het standpunt, dat de minister had ingenomen.

De heer Vermeer diende, onvoldaan als hij was over de aangenomen houding van de minister, de navolgende motie van orde in:

De Kamer,

van oordeel, dat 'het gewenst is, dat de dienstplichtige militairen hun vrije tijd gedurende het weekeinde zo veel mogelijk in gezinsverband doorbrengen,

verzoekt de minister die maatregelen te nemen, die aan dit verlangen tegemoet komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie hield niet in, dat de minister per sé het liftverbod diende in te trekken, hetgeen de minister pertinent geweigerd had, en liet hem geheel vrij om maatregelen te treffen, welke er toe dienden, dat de dienstplichtige militairen het weekeinde in hun geziimen konden doorbrengen.

Voordat de stemming over deze motie plaats vond, legde Ds. Zandt namens de fractie der S.G.P. een korte verklaring af, welke luidt:

Mijnheer de VoorzitterI

Van óórdeel, dat het zeer gewenst is, dat de dienstplichtige militairen des Heeren dag in hun gezinnen kunnen doorbrengen, bij de minister aanbevelend, dat de militairen des Maandagsmorgens naar hun garnizoenen kunnen terugkeren, en dat zij zo dicht mogelijk bij hun woonplaatsen in garnizoen gebracht zullen worden, zullen wij, ons losmakende van de toelichting, die de geachte afgevaardigde de heer Vermeer gegeven heeft, onze stem aan de motie van de heer Vermeer CS. niet kunnen onthouden, dewijl de motie de weg opent, dat zulks mogelijk wordt.

De motie van de heer Vermeer c.s. werd met 45 tegen 28 stemmen aangenomen. Onder degenen, die vóór gestemd hadden, behoorden van de A.R. fractie de heer Stapelkamp en Ds. van der Zaal, en van de C.H.-fractie de heren Reernink en Krol en Jonkvrouwe W'ttewaal van Stoetwegen, en van de fractie der S.G.P. Ds. Zandt en Ir. van Dis, terwijl de overige leden van de A.R. en C.H. fractie, benevens alle aanwezige leden van de K.V.P. hadden tegengestemd.

Ook had de minister in het Kamerdebat nog verklaard, dat hij onder zekere voorwaarden aan de dienstplichtige militairen het liften zou toestaan. Het is echter tot dusver met het liften onder de door de minister bepaalde voorwaarden op een mislukking uitgelopen, zó zeer zelfs, dat de heer Vermeer opnieuw een interpellatie aangaande het liftverbod had aangevraagd, welke hem ook allicht door de Kamer zou zijn toegestaan en welke alsdan in de week van 31 Januari zou plaats gevonden hebben.

Deze interpellatie zal echter naar alle waarschijnlijkheid wel niet plaats vinden, dewijl in deze kwestie een geheel onverwachte wending is gekomen.

De minister van Oorlog en Marine, Ir. Staf, toch heeft in een brief aan de Voor­ zitter van de Tweede Kamer verklaard, dat hij besloten heeft eenmaal in de veertien dagen vrij vervoer te geven aan de ongehuwde dienstplichtige militairen.

Dit besluit is onder de gegeven omstandigheden mogelijk wel het beste en verstandigste, dat genomen kon worden. Naast de gehuwde militairen, die reeds driemaal in de vier weken vrij vervoer hebben, is door het laatste besluit nu dan ook aan de ongehuwde dienstplichtige militairen eenmaal in de veertien dagen vrij vervoer op rijkskosten toegekend.

Het is zeer te hopen, dat de minister, waarop in de korte verklaring van Ds. Zandt voor de zoveelste maal nog eens aangedrongen is geworden, ook zijn standpunt inzake de terugkeer van de militairen op de Maandagmorgen zal wijzigen. Hoe vaak is van de zijde van de S.G.P. daar al niet tevergeefs op aangedrongen! Wijzigde de minister zijn standpunt in deze, het zou strekken tot mindere ontheiliging van de dag des Heeren, alsook zou het bevorderlijk zijn voor de goede geest in ons leger, gelijk het ook bevorderlijk zou zijn voor de goede geest in ons leger, indien de militairen zo dicht mogelijk bij hun woonplaatsen in garnizoen werden gebracht, hetgeen Ds. Zandt ook reeds zo vele keren bij de minister bepleit heeft.

Terugkomend op de brief van de minister aan de voorzitter van de Tweede Kamer, is daaruit nog te lezen, dat de minister het liftverbod handhaaft, maar dat hij het liften onder door het legerbestuur vastgestelde bepalingen wil toestaan, ja zelfs er zijn medewerking aan wil verlenen, dat er een betere organisatie tot stand zal komen, waaraan bij de genomen proef veel ontbroken heeft.

Dienaangaande heeft de minister in zijn 'brief geschreven, dat er in het weekeinde van 14 tot 16 Januari een teleurstellende ervaring is opgedaan. Er zijn 156 auto's geteld en 94 lifts tot stand gekomen. „Inmiddels —zo wordt in de brief geschreven — wordt het overleg met de initiatiefnemers (degenen, die verklaard hebben hun auto's voor het liften beschikbaar te willen stellen) voortgezet. Mij hebben van dezen reeds suggesties bereikt tot het verleggen van de opnameplaatsen naar punten, meer nabij belangrijke verkeerswegen, en een vereenvoudiging van geleide en toezicht, aan welke zeker gevolg kan worden gegeven." Ter toelichting schrijft de minister tenslotte, dat door de uitbreiding van het vrij-vervoer sinds het liftverbod aan de ongehuwde dienstplichtigen een tegemoetkoming is verstrekt, waarvan de kosten voor het rijk gelijk zijn aan een verhoging der soldij met 20 %.

Wij kunnen ons niet aan de indruk ontworstelen, dat het liftverbod op een ondoordachte wijze door de minister is uitgevaardigd, en dat hij in velerlei opzicht de toestand veel beter had kunnen laten bestaan zoals die was vóór de uitvaardiging van het liftverbod. De argumenten, welke de minister voor de uitvaardiging van het verbod in het Kamerdebat aanvoerde, hebben ons niet kunnen overtuigen, noch van de wenselijkheid, noch van de noodzakelijkheid er van.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1955

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1955

De Banier | 8 Pagina's