Het bedroeven van de Heilige geest

En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing. Efeze 4 : SO

IV.

In de derde plaats zullen wij nog wijzen op het droevig gevolg.

Het bedroeven van de Heilige Geest is een zonde, die alleen Gods kind bedrijven kan. Het is een zonde tegen God de Heilige Geest, Die in hem woont.

Nu laat God de zonde niet ongestraft. Dat geldt van elke zonde. De spotters, die nu zeggen of gaarne denken: „God ziet het niet en God merkt het niet", zullen straks bemerken, dat God de zonde wel zag en ze ook straft.

En al geldt dit niet voor Gods kind — immers de zonden zijn in Christus voor Zijn volk gestraft — toch zullen ze èn bemerken èn gevoelen, dat de Heere de zonden van Zijn kindereii niet door de vingers ziet.

Die hebben gevolgen! Bittere gevolgen! Soms wel zo, dat ze er hun gehele leven door gedrukt worden of in het duister gaan.

Eén van de eerste gevolgen is wel, dat de Heüige Geest Zijn liefde, de uitlatingen van Zijn liefde, gaat intrekken. Hoe worden dan de vertroostingen Gods gemist. Daarvoor in de plaats komt dan vaak een dor, duister en benauwd gemoed. Denk aan David! Ruim een jaar zweeg hij.

Meestal gaat dit gepaard met twijfel aan zijn eigen staat voor de eeuwigheid. „Zou het wel ooit waar geweest zijn? " zucht de ziel, zonder haar zuchten en gebeden kwijt te kunnen bij de Heere.

Volhardt men in de zonde, dan gaat de Heere Zijn krachtige, bijblijvende genade intrekken, zij het vaak verborgen.

Hoe wordt dan alles zonder ernst, lust en opgewektheid. Lx> odzwaar weegt dan alles. Als men moet bidden, het is het onmogelijkst werk. Wat voorheen een lust was, wordt een last. Daarbij, alles is ongevoelig. Men kan zijn hart niet meekrijgen.

De Heihge Geest toont in dit alles Zijn heilig ongenoegen. Hij trekt Zich terug van het kind van God. Wel geeft Hij verborgen waarschuwingen, maar antwoord op het gebed geeft Hij niet. De vertroostingen Gods worden in die tijd gemist. Het is als met de bruid: „Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet".

Hoe is alles anders geworden! Voorheen een aangename verbinding aan de troon der genade. Levendig verkeer met de hemel. En de oorzaak, dat dit weggenomen is: Het bedroeven van de Heihge Geest. De Heihge Geest is wel niet anders geworden, maar Hij doet anders.

Leg daar nu uw hart eens bij neer. Hebt gij de Heilige Geest bedroefd? Bedenk dan welke bittere gevolgen dit al heeft en verder hebben zal in uw zieleleven. Zie eens hoe ondankbaar het is. Heeft de Heere u niet verzegeld met de Heilige Geest des belofte? Welnu, is het dan geen snode ondankbaarheid, in deze weg door te gaan en in het kwade te volharden?

Bedenk eens hoe schadelijk het voor u en uw omgeving is. Uw ziel is dor geworden. Hoe geesteloos zijn uw gebeden. Welk een sleur is uw kerkgang geworden. Uw genegenheden branden niet meer om de voorhoven in te gaan.

Belijd Hem uw schuld. Breek met de zonde. Laat uw hoogmoed varen Zo.^k 3f nederigste plaats in te nemen. Ga uitzien naar de kracht des' Geestes, Die u vernederen en vertederen kan en wil. Speel niet met uw onmacht. Gebruik deze niet als een oorkussen van de zonde en de duivel om uw vrome of goddeloze vlees te strelen.

Doe verder niets wat de Heere mishaagt, maar laat uw begeerte en uw streven zijn de Heere te behagen in handel en wandel.

Bedenk het bovenal: Wel bedroeven, maar niet verlaten.

Dat kan, zal en wil de Heihge Geest niet. Dat zou strijden met de liefde des Vaders, Die Hem zond om bij Gods voDc te blijven in der eeuwigheid.

Dat zou strijden tegen de Hefde des Zoons, Die Hem en Zijn blijvende gemeenschap voor dat volk verwierf.

Dat zou strijden tegen de liefde van de Heilige Geest, Die juist omdat Hij hen zo hefheeft, bedroefd is en Zijn liefdesgemeenschap intrekt.

Wel bedroefd, maar niet verstoten! Want zodra gij wenende terugkeert, getrokken door Zijn Hefde, zult gij, bedroefde Sioniet, het gewaar worden, dat Hij u weer opneemt en vertroost als ooit tevoren.

Zo zalhet tot roem van vrije genade zijn:

„Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen".

Immers de dag der verlossing zal en moet komen. Daar is de Heilige Geest waarborg voor.

Daarom bewaart Hij Zijn volk. Maar ook: daartoe bewaart Hij hen. Dat wil zeggen: er is geen afval der heihgen.

Dat zou strijden met de Persoon en het werk van de Heilige Geest. Zijn Persoon is eeuwig, Zijn hefde is eeuwig, en daarom is Zijn liefdewerk ook eeuwig. En daarom ook onveranderlijk blijvend.

Daar ligt nu de zekerheid van de zalig­ heid en de troost van de zahgheid van Gods kind. Er komt een einde aan het bedroeven.

Dat wil natuurlijk niet zeggen: Het valt dus wel wat mee met het 'bedroeven van de Heilige Geest!

Wie zo redeneert en denkt, geeft het duidehjkste bewijs, dat Hij de inwoning en de verzegeling van de Heilige Geest mist. Wel de Heilige Geest bedroevende, maainooit van harte. Dat wil zeggen, diep in het hart verscholen leeft toch altijd, hetzij meer of minder verborgen, de bewustheid, dat men de Heihge Geest bedroeft. Ja meer! Het is niet met vermaak, met lust, dat men het deed. Er schuilt toch altijd het beginsel van het nieuwe leven, dat hieronder zucht, tobt, met meer of minder gevoel hierover aangedaan. Dat beginsel sterft niet en nooit! Daar staat de Heilige Geest voor in.

Vreest ge, dat ge dit beginsel mist? Ziet ge wel de heerlijkheid, en de heiligheid van dit beginsel? Acht ge hen boven allen gelukkig, die dit beginsel bezitten? Waarom? Zoekt ge daarnaar? En waarom ontvangt ge geen urst? Omdat ge meent dit te missen? Waarom zou het de vrolijkste dag van uw leven zijn, wan-; ..ii; r*g2 v/ist, dat het zegel vaii cle Heilige Geest het uwe zou zijn?

Geef de Heere eens het antwoord!

Door dat voortdurend ontkennen van het werk des Heeren in u, bedroeft gij de Heilige Geest. O, ik weet, ge vreest voor zelfbedrog. Nu, dat is goed. De mens toch heeft van nature een boos en arglistig hart, vol zelfbedrog, en velen zullen menen in te gaan, maar niet kunnen. Maar leer dan ook zó te vrezen voor het bedroeven van de Heilige Geest, dat gij nu veelszins onwetend doet.

Leer daarom twee dingen verstaan: Erkennen wat de Heere in beginsel deed, en staan naar meer licht en geloofso^eningen. Dat zal u èn voor een valse rust, èn voor een dor leven bewaren. Mist gij dat alles?

Bedenk, dat gij God nooit behaagt. Alles wat gij doet, hgt onder de vloek. Zoek geen rust in uw verrichtingen, godsdienst of wat dan ook.

Sta de kloppingen van de Heilige Geest niet tegen. Als Hij u er van overtuigt, dat het mis met u gaat, o, volg dan Zijn roepstem op. Ga er mede naar de Heere toe en ^.Taag Hem om uw hart te vernieuwen.

Sta dus naar wedergeboorte door de Heilige Geest. Hij kan het, want Hij werkt onwederstandelijk en krachtdadig. En waar Hij het anderen gaf, die niet beter waren dan gij, daar kan Hij het ook u geven.

Kind van God, bedroef de Geest niet langer, met en door Welke gij verzegeld zijt tot de dag der verlossing.

Let nauw op Zijn werkingen. Zoek steeds Zijn kracht en bediening. Diep afhankelijk zijt gij van Hem. Zonder die Geest is alles dood. Leef daarom dicht bij de Heere. Leef in liefde bij en met elkaar. Verdraag elkaars gebreken Draag elkaar in de liefde. Zoek elkaar in liefde, met behoud van ieders eigen persoonlijkheid, te waarderen.

Bedenk, dat wat de Heere in u verdragen moet, veel meer is dan wat gij in uw mede-Sioniet moet. verdragen, en ook, dat wat gij verdragen moet van een ander, misschien lang niet zo veel is als wat die ander van u verdragen moet. Bedroef de Heilige Geest daarom niet al meer, maar het woord van de apostel worde in uw leven vervuld: „En vooral, hebt vurige hefde tot elkander".

Barendrecht

Ds. J. KEUNING

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen