Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sedert wij ons laatste overzicht schreven, is er niet veel belangrijks in het buitenland voorgevallen. Wat daarin nog wel de grootste belangstelling getrokken heeft, is het onderhoud, dat er tussen Maarschalk Tito en Kroetsjef en premier Boelganin in Yoego-Slavië heeft plaats gevonden.

Voor zo ver vwj thans op de berichten aangaande dat onderhoud kunnen afgaan, heeft er een geduchte ommezwaai in de Russische politiek plaats gegrepen. Stalin is er gedurende zijn bestuur altijd op uit geweest om het gezag van Rusland overal, waar hij maar kon, te versterken. Hij legde de vazalstaten de wet op, waaraan de regeerders in die staten zich onvoorwaardeUjk hadden te onderwerpen. Deden zij dat niet, dan werden zij niet alleen uit hun ambten ontslagen, maar werden zij ook nog menigmaal als verraders gefusilleerd.

Maarschalk Tito heeft zich aan het autoritaire optreden van Stalin niet wollen onderwerpen, met gevolg, dat er eerst uit het kamp van Stalin krasse dreigementen tegen hem werden uitgesproken, en, waar dat niet hielp, werd maarschalk Tito later uit de Kominform gestoten.

Het bezoek, dat de Russische legeringspersonen Kroetsjef en de premier Boelganin aan maarschalk Tito brachten, wees er al op, dat er enige verandering in de Russische politiek ingetreden was. Stalin zou zulk een bezoek - dit kan wel met stellige zekerheid gezegd worden - niet gebracht hebben.

Doch dat dit bezoek gebracht werd, heeft een reden. De Russische regering zoekt nog steeds de herbewapening van West-Duitsland — welke haar zo zwaar op de maag ligt — te verhinderen. Zij zoekt nog altijd een groep van staten, welke tussen Rusland en de Westelijke staten van Europa zijn gelegen, in een neutrale positie te kurmen brengen.

West-Duitsland en ook de Westelijke mogendheden moeten daar niets van hebben, en ook maarschalk Tito heeft daar niet aan gevsdld. Dit is wel zeer begrijpelijk, want bleven die staten, waaronder West-Duitsland een voorname plaats irmeemt, als neutrale mogendheden ongewapend — de bezettingstroepen van de Westelijke geallieerden zouden er dan ook uit teruggetrokken moeten worden — dan kwam heel West-Europa feitelijk in de machtssfeer van Rusland te hggen. Rusland kon West-Europa dan - naar de mens gesproken — o zo gemakkelijk met wapengeweld overweldigen.

Ook aan maarschalk Tito is dat zeer begrijpelijk niet ontgaan. Hij heeft er dan ook niet in bewalligd, dat West-Duitsland een neutral© staat zou worden.

Mede daardoor is de Russische politiek thans een andere richting ingeslagen, wat echter volstrekt niet zeggen wil, dat zij daarmede afstand gedaan heeft van haar uiteindehjke doeleinde, namelijk om een wereldrevolutie tot stand te brengen.

Kroetsjef en Boelganin hebben niet alleen bij hun bezoek aan maarschalk Tito htm spijt er over betuigd, dat er eeö breuk tussen Rusland en Yoego-Slavie was ontstaan, maar hebben zelfs openlijk verklaard, dat de schuld van de ontstane breuk niet aan maarschalk Tito, maar aan Russische autoriteiten, met name aan Beria en hem steunende politici te wijten was. En daarbij is het nog niet eens gebleven; de Russische autoriteiten hebben hun volledige goedkeuring er aan gehecht, dat maarschalk Tito zijn onafhankelijke positie behield en ook in de toekomst zou kunnen blijven innemen. En dit niet alleen. Zij hebben het zogenaamde Titoïsme erkend en daaraan ook wat andere landen betreft hun fiat gegeven.

Tot zeer grote verwondering van vrijwel heel de wereld is het Titoïsme ook in Hongarije door Kroetsjef en Boelganin toegestaan. En wel reeds direct. Zo zal volgens gedane verklaringen van Yoego-Slavische regeringspersonen de onlangs afgezette Hongaarse premier Nagy — een Titoïst — weldra weder de teugels van het bewind in Hongarije in handen nemen, en de grote tegenstander van Nagy, met name Matthias Rakosi, de leider van de Hongaarse communistische partij, tot dusver de grote favoriet der Russische regering, tegelijkertijd van het toneel verdwijnen.

Dit nu houdt in, dat er een geduchte ommekeer in de Russische politiek —stellig mede door de 2» gewijzigde omstandigheden daartoe gedwongen — heeft plaats gevonden. Wat onder Stalin altijd scherp veroordeeld en bestreden werd, namelijk het zogenaamde Titoïsme — een onafhankelijk van Rusland in het eigen communistische land te voeren pohtiek — is nu door de Russische regering aanvaard. Zeer wel mogelijk ook om als wapen te dienen op de aanstaande viermogsndhedenconferentie tegen de Westelijke mogendheden, inzonderheid tegen Amerika, welker regeringspersonen er sterk op aangedrongen hebben, dat de positie van de Oost-Europese vazalstaten van Rusland ook op die conferentie besproken zou worden.

Voorts behaalde maarschalk Tito bij het bezoek van de Russische autoriteiten nog dit succes, dat in een slotcommuniqué een veroordeling van de militaire blokken werd uitgesproken, en dit zegt nog zo veel te meer als men bedenkt, dat Rusland nog maar een maand geleden de Oost-Europese militaire alliantie heeft opgericht.

Tevens wist maarschalk Tito te bereiken, dat het slotcommuniqué niet door Kroetsjef, maar door Boelganin werd ondertekend. Van stonde af aan had Maarschalk Tito er op gestaan, dat het onderhoud geen bijeenkomst van partijleiders der communistische partijen, maar van regeringspersonen zou zijn. Ook daarin verkreeg maarschalk Tito tegen de begeerten van de Russische autoriteiten in zijn zin.

Van zijn kant bewilligde maarschalk Tito er in de aanspraken van het communistische China op Formosa te zuUen ondersteunen, en dat er contacten gelegd zouden worden tussen de Russische en Yoego-Slavische organisaties.

Dit over het bezoek van de Russische autoriteiten, die inmiddels naar Bulgarije zijn vertrokken, aan Yoego-Slavië; een bezoek, dat sterk de aandacht getrokken heeft. Hetgeen ook gezegd kan worden van de

Engelse spoorwegstaking

Deze staking ging 29 Mei jongstleden in. Zij teistert Engeland zwaar. Zelfs zó 2waar, dat de koningin de noodtoestand in Engeland geproclameerd heeft, welke er echter nog niet ten uitvoer kon worden gebracht, omdat hij eerst door het Engelse Lagerhuis, dat op 9 Juni bijeengeroepen is, bekrachtigd dient te worden. Deze staking drukt in het bijzonder op heel het Engelse bedrijfsleven. Fabrieken hebben al moeten sluiten omdat de nodige grondstoffen en kolen niet aangevoerd konden worden, tenvijl nog al meer daartoe wel gedwongen zullen worden. Ook voor de bevolking betekent deze staking een geweldige last, dewijl het vervoer op onderscheidene spoorlijnen, zo niet geheel, dan toch nagenoeg stil ligt. Hierbij komt nog, dat honderden arbeiders de aanzegging kregen, dat zij in de week van 5 Juni niet op hun werk kunnen terugkomen, tervidjl duizenden anderen het bericht ontvingen, dat het overwerk zal worden stopgezet, hetgeen voor hen inhoudt, dat zij minder loon zullen beuren.

De grote ColviUe-staalgroep in Schotland kondigde aan, dat zij vermoedehjk binnenkort haar bedrijven zal moeten sluiten, maar toch zo lang mogelijk de zaken draaiende zal houden. In Wales hebben zes staalfabrieken hun bedrijven reeds stop moeten zetten.

Wat de toestand nog zo veel donkerder doet aanzien, is, dat er volgens de stakingsleiders geen enkel vooruitzicht bestaat, dat de staking spoedig beëindigd zal worden. De onderhandelingen, welke ter beëindiging van de staking zijn gevoerd, hebben tot dusver geen enkel resultaat opgeleverd.

De Engelse minister van arbeid heeft inmiddels aan industriële experts opdracht gegeven een plan te ontwerpen — de staking gaat hoofdzakelijk over lonen — om de oorzaken, die het voeren van nieuwe besprekingen ter beëindiging van de stakingen verhinderen, uit de weg te ruimen.

Tenslotte nog iets over wat ons land raakt, namelijk

Het p!an van minister Beyen

In Messina hebben in de vorige week de ministers van buitenlandse zaken van West-Duitsland, Frankrijk, ItaHë, Nederland, België en Luxemburg vergaderd. Minister Beyen heeft in deze bijeenkomst een voorstel gedaan om tot een economische eenheid in deze landen te komen. Dit plan werd echter afgewezen, in het bijzonder door de Franse minister, die verklaarde, dat dit plan geen meerderheid in het Franse parlement zou kunnen bekomen. Het werd ook al eveneens — wat niet verwacht was — door de West-Duitse minister van de hand gewezen.

Nochtans werd op de vergadering verklaard, dat het plan niet opnieuw in de ijskast gestopt zou worden, waarin het negen maanden had gelegen.

In de laatste bijeenkomst hebben de zes ministers tot drie uur in de nacht vergaderd, om een resolutie van zes pagina's met algemene doelstellingen te vervaardigen. Deze bevatten — voor zo ver men er kennis van heeft kimnen nemen — een ingewikkelde procedure.

Het vrij algemene oordeel aangaande deze resolutie is, dat het wel een zeer lange tijd zal duren, voordat deze resolutie concrete resultaten zal opgeleverd hebben. Daarbij is men tevens vrij algemeen van oordeel, dat, al is het plan Beyen dan niet naar de ijskast verwezen, er toch nog wel heel wat water door de Rijn zal moeten lopen, voordat daarvan iets terecht komt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's