Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe koehandel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe koehandel

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is, om het kabinet-Drees te kunnen reconstrueren, weer een koehandel gedreven, even onverkwikkelijk als die was, welke er gedreven is om het kabinet-Drees tot stand te brengen. Het is ook ditmaal een zaak van loven en bieden, van passen en meten geweest, welke het aanzien van parlement en regering allerminst goed gedaan heeft. Zeventien dagen lang is er tussen de vier regeringspartijen en de regering gesjacherd. En nu deze sjacherpartij ten einde is, haasten de partijen zich, voornamelijk de K.V.P. en de P.v.d.A., om elkander wederzijds de schuld er van te geven, dat er zo gesjacherd is moeten worden, terwijl de K.V.P. de Partij van de Arbeid, en deze op haar beurt de K.V.P. de schuld er van geeft, dat het kabinet-Drees zijn ontslagaanvrage bij de Koningin heeft ingediend.

Van welke kant ook bezien, heeft heel de historie van wat er in de Tweede Kamer bij en met de wetsvoorstellen betreffende de huurverhoging en de belastingverlaging is voorgevallen, iets zeer onverkwikkelijks. Het begon hiermecK. dat het ministerie-Drees deze twee wetsvoorstellen aan elkander gekoppeld had en daarbij aangekondigd^had, dat, werd het wetsvoorstel inzake de huurverhoging door de Kamer verworpen, het kabinet af zou treden. Daarin was iets immoreels gelegen. De Kamerleden, inzonderheid die van de regeringspartijen, werd het mes op de keel gezet. Zo werd er een sterke pressie op hen uitgeoefend om hun stem voor een wetsontwerp uit te brengen, waartegen zij vierkant gekant waren. Zo zagen wij dan, dat drie van de regeringspartijen, met name de Kamerfracties van de K.V.P., van de A.R.P. en van de C.H.U., vóór een wetsvoorstel stemden, waar hun woordvoerders zich openlijk beslist tegen verklaard hadden en waarvan geen enkele van hun fractiegenoten eigenlijk iets moest hebben. Alleen de Kamerfractie van de P.v.d.A. stemde van de regeringspartijen tegen. Doch juist dit tegenstemmen bracht de brokken. Het veroorzaakte het aftreden van het kabinet-Drees. En zo zat dan de P.v.d.A. met de peren, die zij zelf gebakken had.

Professor Romme kwam in dit geval met een raad aandragen. Hij adviseerde, dat er moest geheeld en niet gelijmd en gekramd worden.

Maar eiheve, wat is er tenslotte anders gedaan dan lijmen en krammen. Zeven dagen lang is men daarmede bezig geweest. Eerst scheen het, dat het lijmen en krammen niet zou vvdllen lukken, maar tenslotte heeft men onder leiding van Mr. Burger in onderling overleg van de vier Kamerfracties en het kabinet-Drees de lijmpot toch zo weten te hanteren en de krammen zo weten te hechten, dat het kabinet-Drees geheel ongewijzigd, gelijmd en gekramd is teruggekomen.

Heel deze affaire is toch wel een zeer onverkwikkelijk zaakje, dat — nogmaals zij het gezegd — hel aanzien van parlement en regering omlaag heeft gehaald, en dat bij niet weinigen onder ons volk. En dit temeer omdat heel deze affaire had 'kunnen voorkomen worden, indien er van tevoren door het kabinet-Drees anders was opgetreden en de vier regeringspartijen er eerder en beter m_ee in overleg waren getreden. Ook dan had er een compromis tot stand kunnen komen, gelijk het nu tot stand gekomen is.

Wij schrijven dit niet omdat vwj het compromis bewonderen. Het is er zelfs ver vandaan. Doch ons eindoordeel willen wij opschorten totdat wij er uit de regeringsverklaring, welke Dr. Drees voornemens is in de Tweede Kamer af te leggen, volledig mede op de hoogte zijn gesteld.

Eén ding valt er thans wel met ziekerheid van te zeggen, namelijk dit, dat er geen enkel wezenlijk punt van verschil, wat de grote lijn betreft, is opgelost, en dat alle hierbij betrokken regeringspartijen in hun dagbladen nu reeds bezig zijn om zich als overwinnaars uit de strijd aan den volke voor te stellen, in die zin, dat zij het niet zijn, die het meest overstag zijn gegaan en de grootste concessies gedaan hebben, maar de andere partijen.

Welke wijzigingen heeft het compromis gebracht?

Wat de grote lijnen betreft, geen enkele. Doch er zijn er wel enkele, waarvan, voor zover zij thans bekend zijn, één der voornaamste is, dat de omzetbelasting op textiel, waardoor deze goederen ongeveer 9 % goedkoper zullen worden, geheel is afgeschaft, terwijl ook de suiker goedkoper zal worden. Ook is het niet zonder betekenis, dat de eigenaars van vooroorlogse woningen, wanneer de compromisvoorstellen worden aangenomen, een tegemoetkoming ontvangen, doordat de uit de bezettingstijd stammende opcenten op de grondbelasting worden afgeschaft, hetgeen overeenkomt met een huurverhoging van ongeveer 3 %. Voorts zal het afschrijvingspercentage van 10 procent tot 15 procent verhoogd worden, wat met een huurverhoging van IVz procent overeenkomt.

De verlaging van de inkomstenbelasting wordt beperkt. De lagere inkomens zullen van deze beperking van de verlichting weinig bemerken. Naarmate het inkomen hoger is, zal echter ook de beperking van de verlichting stijgen tot deze een kwart bedraagt.

Hierbij zullen wij het in dit artikel hebben te laten, in afwachting van wat te dezer zake nog nader door Dr. Drees zal worden medegedeeld.

De woningnood

Na de beëindiging van de oorlog is in de Tweede Kamer van stonde af aan door de Kamerleden der S.G.P. bij de regering bepleit, dat zij de woningbouw krachtig ter hand zou nemen. Helaas niet met het gewenste resultaat. Instede toch dat de door de achtereenvolgende ministeries de woningbouw krachtig ter hand genomen is, is door hen in deze al wel heel bijzonder slap opgetreden, zó slap zelfs, dat het gebrek aan woningen nog groter is dan het in 1945 was.

Daar is in dit opzicht wel een zeer ernstig verzuim gepleegd. Dit wreekt zich op allerlei wdjze. In het bedrijfsleven ook al. Welke klachten over de woningnood zijn er al niet bij voortduring aangeheven door de leiders van de bedrijven! Deze kunnen geen voldoende personeel bekomen, ook uit gebrek aan woningen. De leider van het Philipsconcem te Eindhoven legde nog kort geleden t© dezer zake een voor onze kabinetten zo bezwarend getuigenis af. En hij is voorwaar niet de enige bedrijfsleider, die zulks deed. Algemeen kan men deze klacht uit de mond van de bedrijfsleiders horen. Er verschijnt toch bijna geen jaarverslag van enig bedrijf, of er wordt daarin geklaagd over het tekort aan woningen. En uit deze kringen kan men niet alleen een zodanige klacht beluisteren. Op de algemene vergadering van de Nederlandse Christelijke Aannemers-en Bouwvakpatroons te Middelburg tiitte de voorzitter van deze organisatie al dezelfde klacht, zij het dan in enigszins andere bewoordingen, waar hij de vraag stelde, of de overheid doof blijft voor één der meest actuele en brandende vraagstukken, en opmerkte, dat de woningnood de volksvijand no. 1 is.

Aldus wordt de woningnood in zeer brede kringen van ons volk bezien. Inderdaad is het zo, dat, maatschappeHjk bezien, de woningnood een grote vijand is van de welvaart en van het voUcsgeluk.

Stelhg ook van het volksgeluk. Het wekt toch zeer begrijpelijk een ontevreden stemming bij duizenden en duizenden, die op een soms zeer onbehoorlijke wijze gehuisvest zijn, dat zij met alle moeite, welke zij daarvoor aanwenden, geen hun beter passende woning kunnen bekomen; gelijk het allerminst voor het volksgeluk bevorderlijk is, dat uit gebrek aan een eigen goede woning zo velen gedwongen zijn tot een samenleving in één en hetzelfde huis, wat maar al te vaak aanleiding geeft tot zeer onverkwikkelijke onenigheden, ja zelfs tot hooggaande ruzies, omdat de ene familie in het huis van samenwoning de andere niet kan zetten en vaak op de meest ergerlijke wijze met allerlei plagerijen het leven verzuurt.

Voeg daar nog bij de duizenden, die verloofd zijn, gaarne willen trouwen, daar zij al sinds jaar en dag verloofd zijn, maar niet kunnen trouwen, omdat zij, in weerwil van al hun lopen en draven en inspanningen om een eigen woning te bekomen, er geen hebben kunnen bekomen.

Voorts wordt door niemand tegengesproken, dat het gebrek aan een eigen woning uiterst schadelijk is voor de goede zeden onder ons volk.

Alle zeilen hadden door de regering al lang bijgezet moeten worden om in het zo nijpende, in alle opzichten zo schadehjke tekort aan woningen te voorzien. Dit is helaas niet geschied en geschiedt nog niet.

Nog altijd toch nemen onder meer bij dg woningbouw de bureaucratie en de ambtenarij een veel te grote plaats in. Het aantal instanties, dat een bouwondernemer moet aandoen, alvorens hij aan de bouw van woningen kan beginnen, is altijd nog zeer groot en veroorzaakt, dat er veel kostbare tijd verloren gaat. Het is wel hoog nodig, dat daarin verandering wordt aangebracht, en dat alle overheidsbemoeiingen, welke niet strikt nodig zijn, worden afgeschaft, opdat er een groter aantal woningen zal kuimen worden gebouwd.

En wat stellig niet minder bevorderlijk voor een grotere en snellere woningbouw zou zijn, is, dat in de zo ongehjke subsidies, welke de regering aan de overheidsbouw en de particuliere bouwondernemers toekent, een ingrijpende verandering ten goede van de particuliere bouwondernemers wordt aangebracht.

Doch integendeel dat dit geschied is, is door de laatste regeringsmaatregel nog al een grotere subsidie aan de overheidswoningbouw toegekend, waarbij wel de premieregeling voor de overheidshouw, doch niet die voor de particuhere bouwondernemers verhoogd is. Daarin is duidelijk waarneembaar het sociahstische karakter van het ministerie-Drees, dat ook in tal van andere door dit ministerie genomen maatregelen aan de dag treedt. Zo bevordert het namelijk de socialisatie van de woningbouw, maar werkt het door een onrechtmatige, ongelijke subsidiëring sterk in de hand, dat de woningbouw, welke in alle opzichten zo dringend nodig is, allerminst naar behoren plaats vindt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

Nieuwe koehandel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's