Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huurverhoging en belastingverlaging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huurverhoging en belastingverlaging

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van Ir van Dis

Gelijk bekend, kwam de Kabinetscrisis, welke 17 Mei 1.1. ontstond doordat het voorstel der regering in zake de humrverhoging door de meerderheid der Tweede Kamer verworpen werd, tot een oplossing, nadat de regering tot een compromis gekomen was met de Kamerfracties, waarop zij steunt.

Dit compromis hield onder meer in, dat in plaats van een huurverhoging alleen voor de woningen boven een bepaalde huurprijs, een huurverhoging voor alle woningen met ingang van 1 September a.s. werd aanvaard. Alleen het percentage der verhoging werd verminderd en van 10 op 5 procent gebracht. Om de nodige compensatie voor deze huurverhoging te verkrijgen, werd voorts overeengekomen, dat de omzetbelasting op textiel en suiker geheel zal worden afgeschaft. Een compensatie, die speciaal bedoeld is voor de huurders van huizen in de lagere huurklasse, doch die, gelijk door de afgevaardigde der S.G.P. werd opgemerkt, zonder tvwjfel voor alle bewoners van huizen niet lage huren ontoereikend zal blijken te zijn.

Vervolgens hield het compromis een verslechtering in voor de belastingbetalers. Zou er bij het oude voorstel tot verlaging der loon-en inkomstenbelasting een verlaging gekomen zijn van 8 %, volgens het compromis zal ze slechts 6% bedragen.

Geheel nieuw is de afschaffing van de opcenten — uit de bezettingstijd stammende — op de grondbelasting voor bebouwde en onbebouwde eigendommen. Deze maatregel is dus bestemd voor verlichting van de huiseigenaren. Hetzelfde geldt van de verhoging van het afschrijvingspercentage voor de inkomstenbelasting van alle huizen van 10 tot 15%. Ook deze maatregel komt de huiseigenaren ten goede, zodat deze op die maniet tot een verlichting komen gelijk- staande met een huurverhoging van circa 10%. Tevens vi'erd bij het compromis bedcQgen, dat de Regering in haar nieuw in te dienen voorstellen een bepaling zou opnemen betreffende de onderhoudsplicht.

In de wetsontwerpen, die de Regering korte tijd na de totstandkoming van het compromis bij de Tweede Kamer indiende, waren alle bovengenoemde maatregelen opgenomen. Nadat de ontwerpen in de afdelingen waren onderzocht en het verslag der Kamer met het antwoord daarop van de Regering, verschenen waren, kon de openbare behandeling een aanvang nemen. Er was vanzelfsprekend nu lang niet zulk een grote belangstelling op de tribunes in de vergaderzaal der Tweede Kamer als dit het geval was toen de oude voorstellen der Regering behandeld werden. Vergeleken met toen waren de tribunes nu maar matig bezet, hetgeen wel in het bijzonder geldt van de gereserveerde tribune, waartoe men slechts met een kaart toegang verkrijgt. De publieke tribune die voor ieder zonder kaart toegankelijk is, voorzover er plaats is, was iets beter bezet, wat in de zomertijd gewoonlijk het geval is doordat dan voortdurend vacantiegangers van oud tot jong een kijkje komen nemen. Een levendige belangstelling voor de huur-en belastingontwerpen was er echter niet. Zo was het ook gesteld met de gevoerde debatten. Alle spanning ontbrak daaraan, omdat van tevoren al vaststond, dat de nieuwe voorstellen der Regering door de meerderheid der Kamer aangenomen zou worden.

Amendementen, die voorheen bij de oude voorstellen reeds ingediend waren, werden door de voorstellers ingetrokken, de meeste zelfs zonder ze eerst in behandeling te hebben laten komen. Een amendement, dat tot strekking had voor de ongehuwden enige belastingverlichting aan te brengen, werd eveneens ingetrokken, nadat de Regering het afgewezen had en de sprekers van de grootste fracties verklaard hadden er tegen te zullen sternmen, aangezien vóór stemmen het compromis in gevaar zou brengen. Alleen de communisten handhaafden al hun amendementen en daar elk amendement door één hunner, de heer Gortzak, werd toegelicht, waarop de Staatssecretaris dan weer antwoorden moest, duurde de behandeling der ontwerpen nog vrij lang. Alle communistische amendementen werden echter verworpen.

De uitslag van de behandeling was dan ook precies zoals te verwachten was. Alle voorstellen der Regering werden door een grote meerderheid aanvaard. Zoals reeds opgemerkt, werd bij de behandeling dezer wetsontwerpen namens de fractie der S.G.P. het woord gevoerd door Ir. van Dis, die daarbij de volgende rede uitsprak.

Mijnheer de Voorzitter!

Na al hetgeen onzerzijds over de huurverhoging en de belastingverlaging onlangs reeds is gezegd, bestaat er voor ons geen reden om deze onderwerpen andermaal uitvoerig te gaan behandelen. Wij wensen ons daarom te bepalen tot het maken van enkele opmerkingen ten aanzien van de

onderhavige wetsontwerpen,

die een vrucht zijn van de vele en langdurige besprekingen, na het ontstaan van de Kabinetscrisis, tussen de Regering en de fracties van de K.V.P., de P.v.d.A., de A.R.P. en de C.H.U.

Daarbij stellen wij */oorop, dat deze wetsontwerpen ons een grote teleurstelling hebben gebracht, doordat zij geen ingrijpende voorstellen tot verlaging van de

zwaar druUsende

belastingen inhouden, maar integendeel, zelfs een vermindering van de aanvankehjk voorgestelde verlaging der loonen inkomstenbelasting van 8 tot 6 pet. Wanneer bedacht wordt, dat de opbrengsten der belastingen jarenlang de ramingen

zeer ver

hebben overtroffen, voorts, dat achteraf is gebleken, dat in 1951 een belastingverhoging, door de toenmalige Minister van Financiën voorgesteld en door een grote meerderheid der Kamer, met uitzondering van de fracties des S.G.P. en K.N.P., aanvaard is, die circa 245 millioen te hoog was, en vervolgens, om maar niet meer te noemen, dat het

nationale inkomen

belangrijk is gestegen, dan wü het er bij ons niet in, dat de belastingen niet sterker zouden kunnen worden verlaagd dan door de Regering wordt voorgesteld. Wij achten het derhalve helemaal niet nodig om de verlaging der loon-en inkomstenbelasting van 8 op 6 pet. te brengen. Aan deze maatregel kunnen wij dan ook onze instemming niet geven. Evenmin kan het onze instemming hebben, dat er ook thans ten aanzien van de

ongehuwden

geen verlichting van belastingdruk door de Regering wordt voorgesteld. De Regering beperkt zich ten deze in haar Nota naar aanleiding van het Verslag der Kamer tot de toezegging, dat zij bij nieuwe mogelijkheden voor

belastingverlaging

haar aandacht zal schenken aan een herziening van het tarief voor de ongehuwden. Wij zullen op deze voor de ongehuwden zo belangrijke aangelegenheid thans niet verder ingaan, enerzijds, om* dat wij dit kortgeleden bij de behandeling der vorige wetsontwerpen betreffende belastingverlaging gedaan hebben en anderzijds, omdat de omstandigheden thans zo zijn, dat van de Regering ten deze niet de h

minste tegemoetkomendheid

kan worden verwacht. Wij volstaan daarom met er bij de Regering ten sterkste op aan te dringen voor de ongehuwden zo spoedig mogelijk een billijke regeling in zake de belastingheffing te ontwerpen en dit ontwerp bij de Kamer in te dienen. b w o v p h r

Vervolgens, Mijnheer de Voorzitter, ontmoet het bij ons ernstig bezwaar, dat er voor de t

vergeten groepen, R

waaronder wij verstaan de ouden van dagen, de weduwen en wezen, de laag gepensionneerden en voorts nog zovele anderen, die in benarde financiële omstandigheden verkeren, in de voorstellen der Regering v l o z t

niet voldoende compensatie b

wordt geboden. De afschaffing van de omzetbelasting op textiel en suiker zal voor deze groepen beslist ontoereikend zijn. Wij zouden dan ook ten sterkste bij de Regering willen bepleiten om ten deze nadere compensatiemaatregelen te treffen, daar voor de hier betreffende personen elk dubbeltje, ja elke cent, er één is. M i k l d b l

In zake de belastingvoorstellen wensen wij vervolgens de aandacht van de Regering te vragen voor een kwestie, die voor tal van personen van uitermate groot gewicht is. Wij hebben hierbij het oog op hen, die hun zaak, die zij e h v v z d d

met noeste vBjt 27

onder Gods zegen hebben mogen opbouwen, willen overdoen. In dergelijke gevallen wordt er namehjk van hen een belasting geëist, die niet gering is. Dit gaat onzes inziens toch veel te ver. Wij waarderen het. Mijnheer de Voorzitter, dat de Regering het bedrag, waarmede het belastbare bedrag verminderd mag worden, verhoogd heeft van ƒ 5000 op ƒ 7500, maar daarmede kunnen wij toch

onmogelijk

voldaan zijn. Wij achten het niet bilHjk, dat personen, die door vele jaren lang hard te werken, hun zaak tot bloei hebben kunnen brengen en deze, als zij op hun oude dag gekomen zijn, van de hand moeten of willen doen, van de verkoopsom, waarvan zij toch hun verdere leven moeten bestaan, een

groot deel

aan belasting moeten afstaan. Wij bepleiten daarom ten sterkste bij de Minister en de Staatssecretaris ten deze zodanige maatregelen te willen nemen, dat er aan dit soort belastingheffing, die door de betrokkenen — gelijk mij nog maar heel kort geleden uit een tweetal te mijner kennis gebrachte gevallen gebleken is — als een onrechtvaardige heffing aangemerkt wordt, zo zelfs, dat men er over spreekt als

„roverij",

een einde kan gemaakt worden. Vervolgens, Mijnheer de Voorzitter, wensen wij ook bij de Minister te bepleiten, dat ook koelkasten voor huishoudeHjk gebruik van omzetbelasting zullen worden vrijgesteld. Doordat vele woningen thans niet meer over een kelder beschikken, is een

koelkast van klein formaat

tegenwoordig haast onontbeerlijk voor het bewaren van spoedig bedelvende levensmiddelen. Het komt ons uit dit oogpunt alleszins billijk voor, te voldoen aan het verzoek van de hierbij betrokken andel om koelkasten voor huishoudelijk gebruik buiten het weeldetarief te brengen. Wat de

lederen kleding,

etreft. Mijnheer de Voorzitter, zouden ij het alleszins billijk vinden, wanneer ok dit soort kleding van omzetbelasting rijgesteld zou worden. Nu de textielroducten van deze belasting zullen onteven worden, komt de handel in ledeen kleding daardoor in een wel zeer

ongunstige positie

e verkeren. Wij betreuren het, dat de egering in haar Nota naar aanleiding an het Verslag, op het verzoek om de ederen kleding, evenals de textiel, van mzetbelasting vrij te stellen, een afwijend antwoord gegeven heeft. En dat emeer, waar het hier toch om een

betrekkelijk klein

bedrag gaat. Wij zouden dan ook de Minister en de Staatssecretaris nog eens in ernstige overweging willen geven de kwestie van de vrijstelling van omzetbe- lasting op lederen kleding, nog eens na- der onder het oog te willen zien. Wat de

vennootschapsbelasting d

betreft, ontmoet de verhoging dezer be- lasting tot 43 pet. bij ons wel zeer ernstige bezwaren. De Regering toch heeft in haar Millioenermota van het vorige jaar aangekondigd, dat zij die verhoging, ten bedrage van 60 millioen, zou aanwenden voor de verlaging van de inkomstenbelasting, zodat zij voor deze verlaging niet 210 millioen, maar 270 millioen beschikbaar zou hebben.

De Regering heeft echter in haar voorstel betreffende de

inkomstenbelasting

niet 270 millioen, maar 215 mülioen uitgetrokken, terwijl toch het tarief ven. nootschapsbelasting op 43 pet. wordt gebracht. Dit heeft in brede kringen grote teleurstelling verwekt. Daar de Regering aan haar voorstel ten deze vasthoudt, ontmoet de verhoging der vennootschapsbelasting bij ons thans ernstig bezwaar. In 1951 werd deze belasting ten behoeve van de versterkte

defensie-inspanning

verhoogd. Die verhoging zou voor 4 jaar gelden. Feitelijk was die verhoging destijds al niet nodig geweest, daar het jaar 1951 een verschü tussen de belastingopbrengsten en de ramingen van niet minder dan 1349 mülioen te zien gaf; wij achten ze thans, nu zij toch niet gebruikt wordt voor sterkere verlaging der loon-en inkomstenbelasting, ook niet nodig. Te meer zijn wij er tegen om het tarief dezer belasting van 40 op 43 pet. te brengen, daar de naamloze vennootschappen reeds zwaar belast zijn, doordat de inkomsten uit deze ondernemingen

viermaal

door de fiscus aangesproken worden. Thans, Mijnheer de Voorzitter, wil ik nog enkele opmerkingen maken over de voorgestelde bepaling in zake de

onderhoudsplicht,

inhoudend, dat woningen, die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, van de thans voorgestelde huurverhoging kunnen worden uitgesloten. Wij zijn van oordeel, dat een deugdelijk onderhoud der huizen een

groot volksbelang

is en zowel de huurder als de verhuurder ten goede komt, ja, ook de verhuurder, daar verwaarlozing der huizen de waarde er van in mindere of meerdere mate vermindert. De weg echter, die de Regering thans wenst te volgen, ontmoet bij ons toch wel zeer

ernstige bedenkingen,

daar het vrij zeker vaststaat, dat hetgeen thans wordt voorgesteld zal uitlopen op een zware belasting der gemeentelijke diensten en alzo, in het kort gezegd, op een

bureaucratische rompslomp,

terwijl ook de kosten niet gering zullen zijn, daar de leden, die van de voorgestelde huurcommissies deel uitmaken, toch wel betaald zullen moeten worden. Bovendien wil het ons voorkomen, dat het voorstel der Regering niet

het gewenste effect

zal hebben. Meer zullen wij hiervan thans niet zeggen, daar in het wetsontwerp slechts een algemene formule aangegeven is en er over de uitwerking daarvan nog nader overleg tussen de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting en de betreffende commissie uit de Kamer moet plaats hebben voordat de

uitvoeringsbeschikking

te dezer zake zal worden vastgesteiu en van kracht wordt. Dit neemt echter niet weg, dat vrfj ten aanzien van de door de Regering voorgestelde methode met enige huivering vervuld worden, wanneer wij denken aan de stroom van verzoekschriften met daaraan verbonden ambtelijke rompslomp, die er het gevolg an kan zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1955

De Banier | 8 Pagina's

Huurverhoging en belastingverlaging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1955

De Banier | 8 Pagina's