Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God geapenbaard in het vlees

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God geapenbaard in het vlees

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: od is geopenbaard in het vlees. 1 Timotheüs 3 : 16a

Weóet staan wij aan de laatste week des jaai3 saet haar zo gewichtvoEe betekenis. in die laatste week todh valt niet aUeen de tfirdenking van het onbevatteUjk Kerstwonder, maar wordt ook hij het heenvhegen van de tijd vernomen de sitem des engels, die zwoer bij Die, Die leeft ia alle eeuwigheid, dat daar geen tijd meer zal zijn. Zou er één week üi het jaar zijn, die de consciëntie meer aangrijpt dan deze laatste week des jaars? Och, of de Heere die krachtige roepstemmen hefligde aan onze harten, opdat de ontvangen indrukken niet weder haastig worden luitgewist.

Of heeft het Woord van Simeon geen betekenis ook voor ons: „Zie, deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël"? Tot een val is de gel> oren Sionskoning gezet aUen, die niet door het geloof voor Hem leren buigen en in Hem hun Zahgmaker mogen vinden. Het zal voor ons Kerstfeest moeten worden in onze harten. Het Kerstwonder moet in ons verheerhjkt worden en ikracht ter zaligheid verkrijgen.

Eenmaal is Christus geboren. Van dat wonder spreekt Paulus als van de grote verbargenheid der godzah^heid: God geepenbaard in het vlees. Wie zal dat wonder ooit vatten? Het is niet te begrijpen met ons mensehjk verstand; het is alleen door het geloof te verstaan, te bewonderen en te aanbidden, gelijk de herders uit de velden van Bethlehem, nadat zij met haast gekomen waren en Maria en Jozef vonden en het Kindeke, liggende in de krfbbe, wederkeerden, verheerhjkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was. Hoe menigeen viert echter Kerstfeest, zonder dat het Woord ooit zijn ziel raakte en zonder dat hij immer iets hoorde en zag van het grote wonder, dat geschied is in Bethlehems stal. En toch, in dat wonder is de zaligheid gewrocht voor gevallen Adamskinderen naar het getal van Gods uitverkorenen; van die schare, die niemand tellen kan.

„God is geopenbaard in het vlees". Hij, Die uit Maria ons vlees en bloed aannam; Die in de allerdiepste vernedering geboren werd in een stal en nedergelegd werd in de kribbe; Hij was en bleef de Zoon Gods. Van eeuwigheid tot eeuwigheid is Hij God, de tweede Persoon in het aanbiddelijk, volzalig Opperwezen, eenswezens met de Vader en de Heilige Geest; in waarheid, gehjk de geloofsbelijdenis van Nicéa schrijft: God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waaradhtig 'God. Hij is de 2k)on, Die gegevKi 19 van de Vader tot verlossing van al Zijn doemwaardig en gans verdorven voft. De eeuwige God alleen vermocht een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, de wet van haar vloek te ontwapenen, de zonde van haar heerschappij te beroven en satans kop te vertreden, opdat de machtige zijn vang zou ontnomen worden. AUeen door God kon de zondaar met God verzoend worden. Zo groot is de verlossing van gevallen Adamskinderen, dat hemel en aarde met alle söhepselen niet in staat waren deze teweeg te brengen. Die verlossing is gewrocht door de Zoon Gods. Hij nam onze menselijke natuur aan uit Maria, door de ontvangenis des Heihgen Geestes. Hij bleef God, onveranderd en onverminderd in eeuwige heerlijkheid; zonder krenking van één Zijner deugden. En Hij werd mens. Ja, Hij is waarachtig mens geworden; het eigen vlees en bloed van Maria, ontvangen van de HeiHge Geest, mens met ziel en lichaam, mens uit de mensen, ibehorend tot het geslacht Adams, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde. O, wie zal dit wonder vatten? Het is de grote verborgenheid der godzaligheid. Het wonder van des Vaders welbehagen, waarin de Zoon Gods verkoren is tot Zaligmaker, vóór de grondlegging der wereld. Hier is het wonder van de diepte des rijkdoms van de wijsheid Gods, die de weg bestelde, waardoor met ibehoud van Gods deugden de uitverkorenen zouden worden met God verzoend. Deze grote verborgenheid is het wonder van de eeuwige Hefde des Zoons, Die met Zijn hart is Borg geworden voor de Zijnen. Ja, het wonder is in Bethlehems stal geopenbaard van de werking des Heihgen Geestes, Die scheppend in Maria wrocht, opdat de profetie vervuld werde: „Zie, een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zijn Naam Immanuël heten". Hier is Immanuël: God met ons. O, hoe bhnd zijn wij van nature; hoe gans vervreemd van God en onbekend van Ohristus. Wij spreken van Hem; wij vieren Kerstfeest, wij horen van stal en kribbe, doch onze harten zijn gesloten voor Immanuël, en er is zo min plaats voor Hem bij ons als er plaats voor Hem was in de herberg. O onbekeerden van hart! de Heere breke de vijandschap, die u nog vervult tegen vrije genade, en Hij verwaardige u aan de voeten van de geboren Sionskoning neder te vallen om Hem te aanbidden. Wijzen kwamen uit het verre Oosten; sterrekijkers uit het heidendom. Zij brachten het slapend Jeruzalem, waar God Zijn woning had, in beroering, toen zij vroegen naar de geboren Koning der Joden! Zullen die wijzen ook tegen u getuigen? Zullen vreemden u voorgaan in het Koninikriik der hemelen? Hoe menigmaal vierdet gij reeds Kerstfeest, zonder ook maar één keer het Kerstwonder te leren kennen. En tooh »dt gij het moeten kennen, zal het wel met u zijn op reis naar de eeuwigheid. Uw hart moge naar het heü ia Christus leren dorsten. Niemand kan zonder Jezus - iahg worden. Heden, zo gij Zijn stem hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden. Er hgt een onuitsprekelijke bhjdschap in het rechte kennen van de igrote verborgenheid: God geopenbaard in het vlees. O overtuigde zielen, de Heer© verhchte uw ogen om Immanuël te zien, gekomen in Bethlehems stal. Alleen in Hem is God verzoend. In uw allerzoetste gestalten, waarin gij altijd wel zoudt wülen verkeren, ligt geen rust, en met al uw werkzaamheden en bevindingen kmit gij Gods recht niet voldoen. Daarom bhjft de schuld u zo drukken en wordt zaUg worden u steeds onmogelijker. Maar o, dat gij Hem eens door het geloof mocht Ieren kermen, Die zegt: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven". Hij nodigt aUe verwonden en beladenen; Hij predikt armen het Evangelie. De wereld viert Kerstfeest zonder Christus! O, smeekt de Heere, dat Hij u een Kerstfeest bereide in de openbaring van Zichzelf als de enige Zaligmaker. Welk een ommekeer zou toch in uw ziel plaats hebben. Zo onmo-VI.'lijk zaüg worden is aan onze zijde, zo roim wordt het dan in Christus. Hij boog in de diepste armoede om uwer zonden wil, volk. „Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Ohristus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden". Wie is dan arm; arm vanwege zijn schuld, arm voor Gods redht, dat voldoening eist tot de laatste penning toe? Wie is er arm vanwege het gemis van Christus, buiten Wie niet anders is dan een eeuwig zielsverderf? O komt en aanschouwt de arm geworden Zoon Gods, Die u rijk maken zal. Doet niet de geringste aanschouwing van Hem u in het stof buigen van verwondering voor Zijn grootheid? Hij draagt de banier boven tienduizend. Welaan dan, dat uw ziel niet ruste vóór gij Hem tot uw eigendom moogt aannemen, een gegeven Jezus van de Vader. O, hoe zult gij todh huppelen van zielevreugd en uitroepen: De verborgenheid der godzaligheid is groot: God geopenbaard in het vlees! Het moge Kerstfeest voor u worden, gebonden en vreesachtig volk, die wel niet ontkennen kunt, dat God u eenmaal trok uit de staat des doods en dat Christus u dierbaar is geworden, maar die de toeëigening nog mist en voor wie de schuld in Gods recht nog openstaat, zodat de gerechtigheid Gods uw ziel persen kan tot bezwijkens toe. Dat volk moge eens Kerstfeest houden in de geestelijke verheuging over het Kerstwonder en in de omhelzing des geloofs van uw Imananiuël: God met ons. In Hem is ai uw heil en eer; in Hem de voldoening van uw schuld, de reiniging van uw zonden, de verlossing uit uw ibanden. Maakt todh uw God en Koning groot, volle. Zingt van Hem en van Zijn onveranderlijke genade. Is Hij uw Zaligmaker, zoudt 'gij dan van Hem niet getuigen? Hoe langer hoe meer leert gij verstaan, dat gij buiten Hem niet één ogenblik bestaan kunt. Hoe armer gij wordt in uzelf, hoe rijker gij wordt in Hem. Is Hij u niet beter dan tien zonen? En zou dan Gods volk het Kerstfeest aan de wereld afstaan? Zou dat volk dan niet zingen van de onveranderlijke trouw des Heeren? Heft uw hoofden op, volk! Verheft u uit uw strijd en druk, uit uw armoede en ellende, en ziet Hem arm geworden, Die rijk was, opdat gij zoudt rijk worden in Hem. Vertroost het bedrukte volk en zingt de Naam des Heeren.

Vliegt de tijd heen, welhaast zal geen tijd meer voor u zijn, en gij zult, waar God alle tranen van uw ogen afwissen ea alle strijd en druk teniet doen zal, met uw Immanuël in eeuwige heerlijkheid zijn, om God te loven en te prijzen, zonder te scheiden meer. En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn. Zo dan vertroost elkander met deze woorden. Amen.

Wijlen Ds. G. H. KERSTEN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1955

De Banier | 9 Pagina's

God geapenbaard in het vlees

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1955

De Banier | 9 Pagina's