Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie van zwenkingen, veranderingen en verrassingen houdt, die kan zijn hart ophalen aan de Geneefse conferentie tussen de Nederlandse en de Indonesische delegaties. Deze toch zijn tijdens het verloop van deze conferentie niet van de lucht geweest. Nu eens heette het in de pers, dat de conferentie een gunstig verloop had en dat men er een resultaat van verwachten kon, en dan weer kon men er in lezen, menig keer zelfs heel kort daarna, dat de conferentie in een impasse geraakt was en dat zij als volkomen mislukt kon wordsn beschouwd.

Zo verhield zich de toedracht op Zaterdag 4 Februari. De leden van de Indonesische delegatie hadden toen hun koffers voor vertrek naar Indonesië gepakt, reeds reisbiljetten voor de terugreis bij een luchtvaartmaatschappij besteld, en zouden, daartoe gemachtigd door de Indonesische regering, de terugreis op de volgende dag aanvaarden.

Doch ziet welk een ommedraai er inmiddels weer heeft plaats gevonden! De Nederlandse minister Luns zond een telegram aan de Indonesische delegatie te Geneve, om nogmaals eens nader over het zogenaamde gerezen misverstand besprekingen te voeren. Dit werd door deze delegatie goedgekeurd. De besprekingen werden alzo in Geneve hervat.

Maar dit zegt op zichzelf nog heel weinig betreffende het resultaat. Want nauwelijks zijn de besprekingen hervat of daar doen zich weder moeilijkheden voor.

Op Dinsdag 7 Februari kwam men dan in vergadering bijeen. De besprekingen hadden een allesbehalve vlot verloop. Reeds op de volgende dag, waarop de werkelijke onderhandelingen plaats vonden, bleken er ernstige geschillen tussen de beide delegaties te bestaan.

Het werd teen de Indonesische delegatie door de Nederlandse duidelijk gemaakt, dat zij zich niet neer kon leggen bij de opvatting van de Indonesische, dat er maar één zitting nodig zou zijn om de resultaten van 7 Januari 1956 goed te keuren en te ondertekenen. En dit zeer terecht. Want daar was toen op die dag in de bijeenkomst der delegaties vastgesteld, dat er slechts een voorwaardelijke overeenkomst gesloten was, omdat de delegaties daarover eerst in nader overleg met hun regeringen wilden treden, zodat er niets met positieve zekerheid was besloten.

Een oud geschilpunt bij de Nederlands-Indonesische onderhandelingen kwam in de vergadering van Woensdag weder aan de dag. Het betrof de regeling van geschillen tussen beide landen na de opheffing van de Unie. Daarover hadden langdurige discussies plaats, welke de gehele dag geduurd hebben. Eerst werd een vergadering van de voltallige delegaties gehouden, daarna een vergadering van de Nederlandse delegatie apart, vervolgens een bijeenkomst van de financieeleconomische experts van beide delegaties, en tenslotte een bespreking onder vier ogen tussen de ministers Luns en Anak Agoeng.

Het geschil tussen de delegaties vindt zijn oorsprong in de opheffing van het Uniehof, dat bij de Haagse Ronde Tafelconferentie was opgericht, maar dat nooit in functie is getreden. Bij de opheffing van de Unie zal ook dit Hof tot het verleden behoren.

Het is zeer wel te verstaan, dat Nederland bij die stand van zaken een nieuwe regeling voor geschillen, en speciaal voor geschillen over de oude Nederlandse belangen in Indonesië wenste. Het wenste daarbij vooral niet met Indonesië een uitgebreider geschillenregeling aan te gaan dan het met andere landen heeft.

Hierbij bleek de Nederlandse delegatie genegen te zijn de geschillenregeling alleen tot de financieel-economische sector te willen uitstrekken, en dat voor zover het de oude Nederlandse belangen in Indonesië betreft. Zij stond er op, dat ter wille van de ondernemersbelangen een beroep gedaan zal kunnen worden op het Internationale Gerechtshof in Den Haag. Indonesië had daar in 1954 bij de toen gehouden besprekingen geen bezwaar tegen, maar de Indonesische delegatie te Geneve wil er tot op dit ogenblik niets van weten. Deze had in cleze een tegenvoorste! gedaan, waarbij zij er in toestemde, dat geschillen voor het Internationale Gerechtshof te Den Haag worden gebracht, waaraan de Indonesische regering haar goedkeuring hecht, en dat alle aangelegenheden, welke Indonesië tot het gebied van haar binnenlandse souvereiniteit rekent, buiten de bevoegdheid van het Hof zullen worden geplaatst. Voorts heeft de Indonesische delegatie tegen het Nederlandse veilangen aangevoerd, dat men van Nederlandse kant te veel waarde hecht aan het papier. (Dat is ongetwijfeld het geval geweest in de Indonesische kwestie. Welk een overdreven waarde hebben de Nederlandse regering en de voorstanders van de souvereiniteitsoverdracht ten onzent toen toegekend aan verdragen en overeenkomsten op het papier, die in het verloop der jaren niet dan een vodje papier gebleken zijn. Opmerking van de redactie).

Het staat wel vast, dat er aan de avond van 8 Februari een belangrijk geschilpunt tussen de Nederlandse en de Indonesische delegaties bestond; een geschilpunt zelfs van die aard, dat het wel eens één der voornaamste oorzaken zou kunnen zijn, waardoor er geen volledig accoord tussen beide landen tot stand kon komen. Bovendien zijn er nog meer geschilpunten, welke om oplossing vragen. Er zullen stellig nog meer geschilpunten uit de weg geiuimd moeten worden, alvorens een overeenkomst gesloten kan worden.

In het Indonesische kamp te Geneve betoonde men zich toch teleurgesteld over het feit, dat verschillende financieel-economische zaken, waarover destijds een voorlopige overeenstemming was bereikt, thans opnieuw in de besprekingen aan de orde zijn gesteld. Deze teleurstelling is begrijpelijk, maar toch niet gerechtvaardigd, want beide delegaties hadden op 7 Januari afgesproken, dat zij betreffende de overeenkomsten met hun respectievelijke regeringen oveileg zouden plegen, hetgeen nadrukkelijk inhield, dat er teruggekomen kon worden op hetgeen men aanvankelijk op de conferentie besloten had.

Ook op de volgende dag zijn de besprekingen voortgezet, en dit op een vriendschappelijke toon, zonder dat men echter een stap nader tot de oplossing van de geschillen gekomen was, zodat men aan de avond van 9 Februari nog even ver gevorderd was als de avond tevoren.

De Nederlandse delegatie heeft op Donderdag 9 Februari het denkbeeld geopperd, de regehng betreffende de geschillen in de laatste instantie te doen berusten op artikel 36 van het statuut van het Internationale Hof van Justitie te Den Haag. Daarin wordt bepaald, dat staten te allen tijde kunnen verklaren, dat zij tegenover iedere andere staat, die dezelfde verplichting op zich neemt, de rechtsmacht van het Hof als verplicht aanvaarden aangaande alle rechtsgeschillen, welke op de uitlegging van verdragen en schendingen van verdragen en schendingen van internationale verbintenissen betrekking hebljen.

Tal van staten met grote internationale belangen en verplichtingen he!)ben zicli daartoe bereid verklaard, waaronder 40 landen, waarvan er zowel in Europa als buiten Europa zijn gelegen.

Hierbij is het wel merkwaardig, dat de staten achter het ijzeren gordijn zich niet aan de rechtsmacht van het Hof hebben willen onderwerpen.

Wanneer nu de Indonesische delegatie met de Nederlandse overeenkwam om een overeenkomst te sluiten, waarbij niet de Indonesische rechtspraak, maar de rechtsmacht van het Hof zou gelden, dan is het heel duidelijk, dat daarin niets gelegen is, dat aanstoot kan geven aan nationale gevoelens, of afbreuk zou kunnen doen aan de Indonesische souvereiniteit. Dewijl de Indonesische delegatie het denkbeeld van de Nederlandse delegatie aan de avond van 9 Februari niet wilde aanvaarden, zijn de besprekingen op Vrijdag 10 Februari over de aibitrageregeling voortgezet. En dit wel vrij onafge­ broken van 's morgens 11 uur tot des nachts 12 uur.

De Nederlandse delegatie toonde zich bij deze besprekingen bereid voor een overgangstijdperk, dus alvorens een definitieve arbitrageregeling tot stand is gekomen, in te stemmen met de vorming van een vaste commissie voor de regeling van geschillen. Deze commissie zou ongeveer moeten werken volgens de regels van het huidige Uniehof, welke regels dan echter geheel aan de situatie van na de ontbinding der Unie zouden moeten worden aangepast.

De Indonesische delegatie heeft dit aanbod niet aanvaard. Zij wenste in de overgangsperiode, dus vóór er een definitieve arbitrageregeling is opgesteld, geen permanente commissie, maar voor de oplossing van alle geschillen en confhcten afzonderlijk een commissie te dezer zake te vormen.

Het schijnt, dat de Nederlandse delegatie bereid was hiermede accoord te gaan, on-1 der voorwaarde, dat er garanties kwamen, dat in geval van een conflict over specifiek Nederlandse belangen ook JQ ieder geval een commissie te dezer zak» gevormd zou worden. De Indonesische delegatie toonde zich aan de avond van Vrijdag 10 Februari nog niet bereid daarin toe te stemmen, ook niet toen de Nederlandse delegatia voorstelde de benoeming van de leden dezer ad hoe-commissie aan de president van het Internationale Hof van Justitis te Den Haag over te laten.

N.B. De Geneefse conferentie is op een mislukking uitgelopen. In de laatste vergadei-ing, welke Zaterdagavond 11 Februari plaats vond, werd dit geconstateerd. Wij zijn voornemens in een volgend nummer van „De Banier" daar nader op terug te komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1956

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1956

De Banier | 8 Pagina's