Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De financieel-economische overeenkomsten door Indonesië opgezegd

Wat door de Indonesische regering was aangezegd, heeft zij volvoerd. Zij heeft in het minst niet geaarzeld om, nadat zij de Unie met ons land verbroken had, ook de aan het Unie-statuut gehechte overeenkomsten van de Haagse Ronde Tafelconferentie op financieel, economisch en cultureel gebied eenzijdig op te zeggen. Ons verwondert dit allerminst. Het was te verwachten. Ook de regering en de voorstanders van de souvereiniteitsoverdracht hadden dit stellig kunnen verwachten. Zij hadden het o zo gemakkelijk kunnen voorzien. Daar was allerminst een profetische blik voor nodig om dat te zien. De Indonesiërs hebben bij het sluiten van de souvereiniteitsoverdracht deze overeenkomsten, die hun van stonde af aan niet welgevallig waren, op de koop toe gsiiomen. Als zij toch maar eenmaal scuverein waren, d^n konden zij, wanneer hun dat lustte, zowel de Unie als de daaraan verbonden overeenkomsten verbreken. Wie kon hun dit dan nog beletten? Stellig niet het feit, dat zij in 1949 onder auspiciën van de desbetreffsnde commissie van de Verenigde Naties waren gesloten. De Verenigde Naties hebben er toch hard aan medegewerkt, dat Indonesië de souvereiniteit bekwam. Er zijn dan ook tot dusver niet de minste tekenen, dat de Organisatie der Verenigde Naties zioh over het verbreken van de Unie en het opzeggen van de daaraan verbonden overeenkomsten druk zal maken.

De Organisatie van de Verenigde Naties heeft toch gedurende heel ds Indische kwestie met de Indonesiërs onder één hoedje gespeeld. Ook dit hebben de regering en de voorstanders van de souvereiniteitsoverdracht ten onzent met hun eigen ogen kunnen waarnemen, wel geweten en ook erkend. Daarenboven hebben Soekarno en de zijnen het nimmer onder stoelen of banken gestoken, dat zij Nederland allesbehalve welgezind wa-Tsn. Zij hebben er telkens weer opnieuw blijk van gegeven, dat zij maling hadden aan Nederland en aan de met Nederland gemaakte afspraken of overeenkomsten. Het verbreken van de Unie en het opzeggen van de overeenkomsten is dan ook zo maar niet uit de lucht gevallen. Stellig is dit wel ver van aangenaam voor de regering en al degenen, die, de één door dik en dun, en de ander schoorvoetend, met haar zijn meegelopen. Maar zij hebben het geheel aan zichzelf te danken, dat het dan zo ver gekomen is.

Een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het zich eenzijdig onttrekken aan plechtig aangegane overeenkomsten, welke in 1949 onder auspiciën van de desbetreffende commissie der Verenigde Naties werden gesloten, gekwalificeerd als een hoogst ernstige zaak, die zonder precedent is in het internationale verkeer in vredestijd, en een slecht voorbeeld aan de wereld oplevert. Deze rechtsschennis door Indonesië — aldus de woordvoerder — treft de Nederlandse regering in het bijzonder, omdat haar vertegenwoordigers laatstelijk nog tijdens de conferentie te Geneve de nadruk plachten te leggen op de noodzaak voor beide landen elkander vertrouwen te schenken. Ds unilaterale verbreking van de Unieband is ook daarom niet gerechtvaardigd, omdat Nedeiland steeds is bereid geweest en nog steeds gsnegen is, in gemeenschappelijk overleg met Indonesië een overeenkomst te sluiten, waarin een andere basis aan de onderlinge betrekkingen wordt gegeven. Er bestaat volstrekt geen reden om te verwachten, dat de Indonesische regering zich iets zal aantrekken van de verklaring, of wil men liever gesproken hebben, van het protest van het departement van Buitenlandse Zaken. Zij zal zich daardoor stellig niet laten afschrikken van de door haar te nemen maatregelen. Ook wordt er tot dusver in de wereldpers weinig aandacht geschonken aan het verbreken van de Unie, noch aan het opzeggen van de overeenkomsten, noch aan de mededeling van hst Nederlandse departement van Buitenlandse Zaken. Wei is er vanuit Amerikaanse kringen de vraag gesteld aan de Indonesische regering, of de door haar ten aanzien van Nederland genomen maatregelen ook enige invloed zouden hebben ten opzichte van de met Amerikansn getroffen accoorden, waarop van. de zijde der Indonesische regering prompt geantwoord is, dat daarin generlei verandering zou worden aangebracht, of op welke wijze dan ook hoegenaamd niet aan getornd zou worden. De maatregelen hebben derhalve alleen betrekking op Nederland en Nederlandse belangen. En dat is voor Nederland al heel kw-aad. Ofschoon men de mond vol heeft, niet het minst in de kringen van de Organisatie der Verenigde Naties, over redht en gerechtigheid, waarvan men hoog opgeeft, dat zij zelfs tegenover de kleinste volkeren betracht moeten worden, staat te verwachten, dat men de Indonesische rechtsschennis voor kennisgeving zal aannemen en de protesten daartegen in de prullemand terecht zal laten komen. Nederland zal in deze zelf. en dit alleen, zijn boontjes te doppen krijgen. Stellig zal het daarin niet terzijde gestaan worden door de Aziatisoh-Arabische volken, en ook niet door de communistische landen, terwijl Amerika ook wel niet in zijn houding zal veranderen, maar zich in deze kwestie geheel afzijdig zal houden, voorgevende, dat het de neutraliteit wil bewaren, zodat wat Nederland boven het hoofd hangt wel geheel alleen door Nederland gedragen zal moeten worden.

Wat het boven het hoofd hangt, daarover valt op het ogenbhk niets met enige zekerheid te zeggen. Wel heeft de regering Harahap aangekondigd, dat zij bij het Indonesische parlement een wet zal indienen, waarin de toekomstige verhouding met Nederland geregeld zal worden. Of zij daartoe de gelegenheid zal krijgen, is ook nog niet eens geheel zeker, want daar zijn in het parlement enige moties van wantrouwen tegen haar ingediend. Doch hoe het verdere verloop ook zal zijn, dit valt wel met vrij giote zekerheid te zeggen, dat te eniger tijd de Unie verbroken en de overeenkomsten opgezegd zullen worden; want op dit punt zijn de regeringspartijen en die der oppositie het wel roerend eens, alleen schijnen zij elkander hel politieke succes daarvan tegenover het Indonesische volk niet te gunnen. Dit wijst er op, dat er nog immer bij talloze Indonesiërs een sterke afkeer tegen Nederland bestaat, wat ook wel blijkt uit de eis, welke de officier van justitie in het zo befaamde proces tegen Jungschlaeger in de 61ste zitting van het landgereoht te Djakarta eiste, namelijk de doodstraf.

Doodstraf geëist tegen Jungschlaeger

De officier van justitie stelde in zijn requisitoir, dat hij Jungschlaeger schuldig acht aan opstand in tijd van ooilog, steun aan de vijand in tijd van oorlog, het be­ zitten van wapens zonder de vereiste vergunning, en het lid zijn van illegale organisaties. Hij noemde de verklaringen van de uit Nederland overgekomen getuigen a decharge hoogst onbetrouwbaar. Hij baseerde zijn bewijsvoering op de verklaringen van getuigen a dhargo. Hij achtte bewezen, dat er esn complot bestond om via de Daroel Islam de regering omver te werpen ten behoeve van reactionnairen en kapitalisten.

Deze eis zal ongetwijfeld tal van Indonesiërs bevredigen, die sedert geruime tijd op allerlei wijze er stemming voor gemaakt hebben, dat Jungschlaeger ter dood — schuld of geen schuld — zou veroordeeld worden. Daarvoor is door de jongerenorganisaties een massabijeenkomst belegd te Djakarta, met name door het Anti-van-Empel-comité, waarin de doodstraf voor Jungschlaeger en Schmidt en het onmiddellijke vertrek van Mr. van Empel uit Indonesië werden geëist. De bijeenkomst werd onder meer toegesproken door de kroongetuige in het proces-Schmidt. Op een bijeenkomst van een jongerenorganisatie te Semarang trad men nog al partijdiger op. Daarop werd benevens wat in de jongerenbijeenkomst te Djakarta geëist werd, ook nog geëist, dat de verdedigster van Jungschlaeger en Schmidt, mevrouw Bouman, tegen wie ook al een manifestatie heeft plaats gevonden, waarbij zij onder meer in het gezicht werd gespuwd, zal worden gearresteerd als gijzelaarster voor haar echtgenoot, die naar Nederland is uitgeweken, waarbij tevens geëist werd, dat de Nederlandse hoge commissaris, graaf van Bylandt, tot persona non grata zal worden verklaard.

De jongerenorganisatie, het Anti-van-Empel-comité, welke de betoging te Djakarta op touw gezet had en hield, werd door president Soekarno ontvangen, opdat zij hem de resolutie, welke op de bij. eenkomst aangenomen werd, zou overhandigen. Hierbij sprak Soekarno onder meer als zijn mening uit, dat het optreden van de jongeren bewijst, dat de revoluticnnaire geest, welke na de revolutie was ingezakt, weder begint te leven. De revolutie, zo zeide Soekarno tevens, was een massaverscjiijnsel en thans zal de massa haar ook moeten voltooien. De rechterlijke macht zal intussen moeten uitmaken of de beklaagden al dan niet schuldig zijn. De plannen a en b, waarover Soekarno vroeger heeft gesproken, bestaan, zoals hij ook deze keer weder beweerde. Het is logisch — zo vervolgde de president — dat de imperialisten oirdergronds blijven ageren, daar zij tenslotte op de omverwerping van de republiek blijven aansturen.

Voorts merkte Soekarno nog op, dat hij verheugd was over de overwinning van de progressieve krachten bij de verkiezingen. Hij zou de nieuwe kabinetsformateur instrueren de wensen van het vol steeds in het oog te houden.

Inmiddels hebben in Djakarta van de of. ficiële gebouwen en van vele particuliere huizen de vlaggen gewapperd over het verbreken van de Uniebanden. Echter niet zonder protest van de oppositiepartijen. De P.N.I. en de communisten hebben geprotesteerd tegen de instructie van de regering, dat gedurende drie dagen gevlagd moest worden, daar, aldus deze partijen, de opheffing van de Unie nog geen wet was.

Met dat alles blijkt uit de berichten uit Indonesië hoe zeer de hetze tegen Nederland thans in Indonesië woedt. Welk een verantwoordelijkheid dragen zij toch, die de souvereiniteitsoverdracht hebben mogelijk gemaakt!

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1956

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1956

De Banier | 8 Pagina's