Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een gezegde, dat men nogal eens kan beluisteren, namelijk: „Van je vrienden moet je het maar hebben", wanneer iemands vrienden, in plaats te helpen, waarop msn rechtmatig aanspraak kan laten gelden, " juist het tegendeel doen. Dit veroorzaakt bij degene, die het wedervaart, niet alleen een o zo begrijpelijke bittere teleurstelKng, maar verwekt ook tevens bij hem een zeer wel te verstane ergernis. Wanneer een vreemde iemand onrecht aandoet of kwalijk bejegent, doet dit pijnlijk aan, maar dit treft hem nog zo veel te pijnlijker, als eigen familie of eigen vrienden zulks doen; gelijk het voor Jozef wel een bijzonder pijnlijk ding moet geweest zijn, dat 'Zijn eigen broeders hem in de kuil wierpen en daarna als slaaf verkochten. Een soortgelijke ergerlijke bejegening is Nederland aangedaan, en dat door zijn bondgenoot Amerika; reeds aangedaan in de Indische kwestie, en kort geleden weder aangedaan door de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dulles.

Deze is op reis gegaan en is nog op reis. Dit is op zichzelf in onze dagen niets bijzonders. De ministers van buitenlandse zaken en ook andere regeringspersonen lijken thans wel handelsreizigers geworden te zijn. Men treft hen evenals de handelsreizigers, hun klanten bezoekende, gedurig op reis aan.

De Russische regeringsautoriteiten zijn op leis geweest. Zij hebben kort geleden tal van Aziatische landen en ook Joegoslavië bezocht, en nu zijn er weer twee van hen op reis; de één naar Pakistan en de ander naar Engeland. Een Engelse minister is op reis geweest, een Franse dito, zodat msn er thans iets heel gewoons in heeft te zien, als ook de Amerikaanse minister Dulles er weer op uit getrokken is, blijkbaar ook om klanten te bezoeken of om nieuwe klanten voor zijn zaak te werven.

Die indruk wordt wel heel sterk gewekt door het bezoek, dat hij in Indonesië aan president Soekarno bracht. O, hoe lief is hij daar toch tegen de president voor de dag gekomen! Een handelsreiziger kon al niet liever tegen zijn klant zijn opgetreden. Hij nodigde Soekarno hartelijk uit om hem in Amerika ook een tegenbezoek te brengen. Hij streelde het oor van president Soekarno met te zeggen, dat Amerika ook eenmaal, nadat het vrij geworden was, zich onder gelijke om> standigheden bevond als Indonesië nu. Geen woord kwam er over zijn lippen, dat Indonesië het accoord van de Haagse Ronde Tafelconferentie, vrijwel direct nadat het gesloten was, geschonden heeft door de Indonesfsche volken het zelfbeschikkingsrecht, hetwelk in dat accoord gewaarborgd was, te ontnemen; geen woord evenzeer, hoewel Dulles, en met hem zo vele andere Amerikanen, er anders de mond vol over heeft, over het recht van de mens en dat der kleine volken; geen woord ook al over Ambon en de repubhek der Molukken; geen woord zelfs daarover, dat Indonesië de internationale rechtsorde geschonden heeft door eigenmachtig de gesloten Unie met Nederland te verbreken, en zich al evenzeer misdragen heeft door de aangegane economische en financiële overeenkomsten zonder meer maar op te zeggen; zelfs geen woord over het p'roces Jungschlaeger, waarbij voor een onschuldige de doodstraf geëist werd. Neen, neen, door Dulles werd daarover zorgvuldig gezwegen. Geen handelsreiziger kon tegenover zijn klant liever uit de hoek gekomen zijn dan Dulles tegenover president Soekarno deed. Dat de bondgenoot Nederland daarbij door hem indirect een trap gegeven werd, dat heeft hem blijkbaar helemaal niet gedeerd. Deze schijnt onze regering, die overigens helemaal niet aan fijngevoeligheid lijdt, wanneer het Indonesië en Indonesische aangelegenheden betreft, toch wel geraakt te heibben. Wij kunnen tenminste niet zo maar aannemen, dat minister Luns het geheel op eigen houtje gedaan heeft, wanneer hij de Amerikaanse ambassadeur om een onderhoud met hem verzocht heeft; en evenmin aannemen, dat dit onderhoud, dat inmiddels plaats gevonden heeft, zo kort na Dulles' bezoek aan In­ donesië, daarover in het geheel niet heeft gelopen. Algemeen wordt in de pers dan ook aangenomen, dat 't onderhoud aangevraagd was naar aanleiding van minister Dulles' bezoek aan Indonesië, en dat bij dit onderhoud minister Dulles' gedragswijze bij dit bezoek een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt. Dat over deze bespreking geen nadere bijzonderheden ter kennis van het publiek gebracht zijn, laat zich uiteraard gemakkelijk verstaan.

Heeft minister Dulles niet over het proces Jungschlaeger gesproken, de internationale organisatie van juristen heeft dit wel gedaan. En dit, zonder zich verder met het proces in te laten, door daarover haar afkeuring uit te spreken, dat Indonesië niet gedoogd heeft, dat Jungschlaeger in zijn proces door een jurist, advocaat, verdedigd werd. Dit protest is in Indonesië in bepaalde kringen niet onopgemerkt en onbesproken gebleven. Men heeft daarin gepoogd het protest van Indonesië af te wentelen, en de schuld, dat er geen advocaat bij het proces Jungschlaeger heeft mogen optreden, op Nederland af te schuiven. Men is daarin aan komen dragen met de vondst, dat de Nederlandse regering hierin aan Indonesië een voorbeeld heeft gegeven, door te beweren, dat bij de rechtsbehandeling van de op Nieuw^uinea gearresteerde Indonesiërs, deze veroordeeld zijn zonder behoorlijke rechtspleging, omdat daarbij door de Nederlandse regering geweigerd zou zijn een Indonesische advocaat als verdediger toe te laten. Deze bewering is echter met alle nadruk en beslistheid door het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken tegengesproken. Door dit ministerie wordt verklaard, dat Nederland vroeger wel een Indonesische advocaat heeft willen toelaten, en dat de Nederlandse regering voor de thans in hoger beroep in Nieuw-Guinea terecht staande Indonesiërs bij herhaling de Indonesische regering heeft aangeboden een advocaat te zenden, maar dat de Indonesische regering op dat herhaalde aanbod zelfs niet gereageerd heeft.

Hieruit kunnen wij zien, dat het proces Jungschlaeger zowel in Indonesië als in Nederland nog steeds de aandacht trekt. In Nederland is dit wel in bijzondere mate het geval. En dit op allerlei wijze.

De gemoederen zijn daarin nog steeds ij I volle 'beweging. En dit niet zonder oot-1 zaak. Want het zou ook wel een grotjl gruwel zijn, indien een geheel onschuldige de doodstraf onderging. Inmiddelj is de hoge commissaris Mr. van Bylandt I op verzoek van de regering in Nederland 1 ter commentatie aangekomen. Bij zijn aankomst op Schiphol verklaarde hij tegenover de journalisten: „Ieder welden-i kend mens moet na vergelijking van requisitoir en pleidooi tot de conclusie komen, dat vrijspraak bij gebrek aan be-1 wijs in het proces Jungschlaeger het enige redelijke resultaat kan zijn. Ec hoop, dat de rechter tot dezelfde conclusie ml 1 komen". Of dit zo zou zijn, dienaangaande kon Mr. van Bylandt niets met zekerheid zeggen, daar de (vooral linkse) pers in Indonesië zidh nog altijd op het stellige standpunt stelt, dat de aanklacht tegen Jungschlaeger op waarheid be-1 rust. Dit zal echter moeilijk volgehouden kunnen worden, daar er bewijzen te 1 over zijn — de Amsterdamse Incassobank heeft ze dezer dagen ook nog eens geleverd — dat Jungschlaeger in Nederland ten tijde van de misdrijven, welke hij volgens de tenlastelegging in die tijd in Indonesië gepleegd zou hebben, zodat hij deze onmogelijk heeft kunnen begaan. Niet weinig verstoord betoonde Mr. van I Bylandt zich over zijn behandeling door ] de Indonesische regering tijdens het bezoek van minister Dulles. Op de ontvangst van de Indonesische regering waren alleen de diplomatieke vertegenwoordigers van de landen, die Dulles in Azië bezocht, uitgenodigd. De Indonesische vertegenwoordiger had 'hem niet uitgenodigd, noch in zijn kwaliteit als Nederlands diplomatiek vertegenwoordiger, noch als deken van de in Djakarta geaccrediteerde missiehoofden. Dit was volgens Mr. van Bylandt met opzet gedaan.

Men kan daarin een bewijs te meer zien van de zo anti-Nederlandse gezindheid, welke er bij zo velen nog altijd in Indonesië heerst. Dat dit aldus zou zijn, viel gemakkelijk te voorzien, doch als het destijds voorzegd werd, sloegen de voorstanders van de souvereiniteitsoverdracht er totaal geen acht op. Zij hielden zich blind voor de feiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1956

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1956

De Banier | 8 Pagina's