Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het navolgende artikel nemen wij op verzoek in dit nummer van „De Banier" op. Het luidt als volgt:

In het laatst van 1954 verscheen van de Nat. Chr. Onderoff. Vereniging een Memorandum, waarin op principiële gronden zeer positief stelling werd genomen tegen:

a. het kwaad van het reizen door militairen op Zondag;

b. het deelnemen aan internationale oefeningen op Zondag;

c. het cafetaria-systeem in gebruik bij de maaltijden.

Aan dit Memorandum werd door vele kerken bij Z.E. de Minister van Oorlog en Marine adhaesie betuigd.

Bij de debatten in de Tweede Kamer Over de oorlogsbegroting voor 1956 werd dit kloeke geschrift ter sprake gebracht, doch de Minister kon, door omstandigheden gedwongen, niet geheel aan de bezwaren tegemoetkomen.

Dat deze zaken nog vooi'tdurend leven bij de kerken blijkt wel hieruit, dat verschillende kerkformaties met elkaar hier. over contact hebben opgenomen, en men heeft hierover op 24 Maart 1956 rn Rotterdam vergaderd onder leiding van Prof. J. J. v. d. Schuit (Chr. Geref.) te Apeldoorn.

In deze vergadering, waarin vertegenwoordigers van deze kerkformaties bijeen waren, en de voorzitter van de Ned. Ver. tot Bevordering der Zondagsrust en Zondagsheiliging te Ede, alsmede vertegenwoordigers der N.C.O.O.V. bleek, dat dezelfde bezwaren bij hen leefden, en stelde men zich geheel achter bedoeld Memorandum.

Besloten werd audiëntie bij Z.E. de Minister van Oorlog en Marine aan te vragen en daartoe een deputatie samen te stellen welke bestaat uit:

1. Ds. D. Henstra te Oud-Beijerland namens de Chr. Geref. Kerken;

2. De heer D. Kodde te Zoutelande namens de Geref. Gem. in Nederland (synodaal);

3. De heer J. Vermeulen Hzn. te Alblasserdam namens de Geref. Gem. in Nederland;

4. De heer J. Vogel te Alblasserdam namens de Oud Geref. Gem. in Nederland;

5. De heer J. van Prooyen te Ede namens de Ned. Ver. tot Bevordering der Zondagsrust en Zondagsheiliging;

6. Adj. O.O. J. Zegers te Rijswijk namens de N.C.O.O.V.

Deze audiëntie werd door Z.E. welwillend toegestaan, en heeft Vrijdag 6 Aprü 1.1. plaats gehad, waarbij deze deputatie, mede namens de Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk, er bij de Minister sterk op heeft aangedrongen, aan de bezwaren, die over de in de aanhef genoemde drie punten bij hen bestaan, tegemoet te komen, temeer waar deze bezwaren ook sterk leven in het leger zelf, hetgeen aanleiding was tot het uitgeven van dit Memorandum.

Het Goddelijk gebod, zo werd door hen breedvoerig betoogd, eist Zondagsheiliging en Zondagsrust, welk gebod ook geldt voor de overheid, die als dienaresse Gods dit heeft voor te staan en te bevorderen. Zij dient daarin voorbeeld te zijn.

Ook ten aanzien van het cafetaria-systeem werden de bezvtaren duidelijk uitgesproken, die zich voornamelijk culmineren in het feit, dat het door dft systeem onmogelijk is, met gepaste eerbied en stilte vóór en na de maaltijd te bidden en te danken.

Eveneens werd de aandacht gevestigd op de bezwaren verbonden aan de oefeningen op Zondag in internationaal verband.

Z.E. toonde een groot begrip te hebben voor de bezwaren, die door deze deputatie naar voren werden gebracht, en zegde hierbij toe, maatregelen te overwegen, die tot verdere verbetering kunnen leiden.

De deputatie, die door Z.E. zeer welwillend werd ontvangen, is zeer erkentelijk, dat de Minister ruim 1% uur van zijn toch al kostbare tijd beschikbaar stelde, om haar te on'tvangen.

De Minister toonde zich bereid, zo mogelijk maatregelen te nemen ter verbete­ ring van de verlofregeling van de reen, . ten in de opleidingstijd.

Tot zover het ingezonden stuk.

Naschrift van de Redactie.

Ook al door overvloed van copy in y^ band met de verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer, wordt dit stul eerst heden geplaatst.

Wij juichen elke poging toe, welke er aangewend wordt om de heüiging van en de rust op des Heeren dag te bevoideren. De Kamerleden van de S.G.P hebben dan ook voor de betrokken deputatie de audiëntie bij de Minister van Oorlog en Marine aangevraagd en ver. B kregen. Zij hebben dit aan de deputatie tijdig kunnen mededelen.

Tot dusverre is het blijkbaar bij de Minister van Oorlog en Marine bij overwegingen gebleven en het staat te vrezen dat het daarbij blijven zal, want na de verkiezingen treedt het ministerie af en zal moeten worden afgewacht, wat er in de toekomst te dezer zake gebeuren zal. Het is toch al meer dan eens voorgekomen, dat een deputatie door de één of andere Minister zeer vriendelijk ontvangen werd en een langdurig onderhoud werd verleend, waardoor de leden van deze deputatie met hoopvolle verwachtingen naar huis gingen, terwijl er ten slotte in het beleid van de Ministei niets veranderde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1956

De Banier | 8 Pagina's

Ingezonden Stukken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1956

De Banier | 8 Pagina's