Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

kabinets-formatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

kabinets-formatie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verdere verloop van de

Nadat de voorzitters van de Kamerfracties Vrijdag 15 Juni een onderhoud met Hare Majesteit de Koningin hadden gehad, heeft Deze aan Dr. Drees, gelijk te verwachten was, - het is toch ten onzent een vaststaande gewoonte geworden, dat de leider van de grootste partij door de Koningin tot kabinetsformateur benoemd wordt - de opdracht verleend om een ministerie te vormen, onder de enige voorwaarde, dat het gevormde kabinet het vertrouwen van de meerderheid van het Parlement zou hebben.

Deze opdracht werd Zaterdag 16 Juni aan Dr. Drees verleend, nadat hij een langdurig onderhoud met Hare Majesteit had gehad.

Dr. Drees heeft deze opdracht in beraad genomen.

Op de daarop volgende Maandag is hij in de vergadering van de raad van ministers, welke als naar gewoonte plaats had, met de ministers in overleg getreden.

Daarna heeft hij volgens berichten in de dagbladen Dinsdag 19 Juni een programma betreffende het te volgen regeringsbeleid van het nieuwe ministerie opgesteld.

Dit programma is ter behandeling aan de voorzitters van vijf Kamerfracties voorgelegd, te weten aan de heren Burger, Romme, Oud, Zijlstra en Tilanus, in een bijeenkomst, welke Woensdag 20 Juni heeft plaats gevonden.

Hierbij is de gang van zaken gevolgd, zoals die zich ook in 1952 had toegedragen, met dit onderscheid, dat de heer Oud thans ook voor de bijeenkomst uitgenodigd was en daaraan heeft deelgenomen, wat in 1952 niet het geval was.

In 1952 is Dr. I> rees er niet in geslaagd om een kabinet te vormen, gelijk dat ook niet aan professor Romme gelukt was en evenmin aan Mr. Donker, aan wie achtereenvolgens door de Koningin de opdrachten verleend waren om een ministerie te vormen, terwijl te langen laste Ir. Staf, na veel loven en bieden, nadat er een ware koehandel gedreven was, het thans demissionnaire kabinet heeft weten samen te stellen.

Het verdere verloop van de kabinets-formaiie

Düisdag 19 Juni heeft Ir. Staf, de demissionnaire minister van Oorlog en Marine, op verzoek van Dr. Drees een onderhoud met de kabinetsformateur gehad.

Daaruit moet edhter niet afgeleid worden, dat deze Ir. Staf gepolst heeft of hij ook in het nieuwe ministerie zitting zou willen nemen. Dr. Drees moet bij hem informatie ingewonnen hebben met welk een bedrag de begroting van Oorlog en Marine voor 1957 verhoogd zal moeten worden. Van bevoegde ajde wordt dit geschat op maar eventjes 300 millioen, waardoor dan het bedrag op deze begroting tot 1650 millioen zou stijgen, waarbij dan nog buiten beschouwing gelaten moeten worden de loon-en prijsstijgingen, welke afzonderlijk opgevangen zouden moeten worden.

Ook is door de Stichting van de Landbouw, evenals in 1952 deze stichting dit gedaan heeft, een uitvoerig schrijven aan Dr. Drees gezwnden, waarin tal van verlangens, welke de georganiseerde landbouw heeft, staan vermeld.

In de laatste tijd heeft minister Mansholt uit de kringen van de Stichting van de Landbouw en daaraan verwante kringen veel kritiek ondervonden wegens zijn aardappel-en zijn melkprijsbeleid.

Of het met deze kritiek in verband staat, valt niet aan te nemen en is ook niet uit te maken, maar een feit is het, dat de heer Mansholt reeds herhaaldelijk te kennen heeft gegeven, dat hij, na ruim tien jaar minister van Landbouw geweest te zijn, althans voor dit ministerschap niet meer in aanmerking wenst te komen. Volgens de dagbladen — dit is echter niet met enige zekerheid te zeggen — zou hij wel in het aanstaande kabinet als minister van buitenlandse zaken willen optreden, terwijl hij ook beschouwd wordt als de persoon, die zeer wel mogelijk tot directeur-generaal van de F.A.O. te Rome, de voedsel-en de landbouworganisatie van - de Organisatie der Verenigde Naties benoemd zal worden.

Brengt de benoeming van de nieuwe minister van Landbouw zeer wel mogelijk voor de formateur Dr. Drees enige moeilijkheid mede, dat kan ook wel het geval zijn ten aanzien van de benoeming van andere ministers. Naar verluidt moet de K.V.P. er op gesteld zijn, dat de ministerportefeuilles van Economische Zaken en die van Oorlog en Marine aan r.k. toegewezen zullen worden, en de P.v.d.A., dat één van haar mannen straks als minister van Onderwijs zal fungeren, terwijl Ir. Staf als toekomstig minister van Landbouw wordt gedoodverfd.

Ook wordt het geenszins uitgesloten geacht, dat Dr. Drees bij de formatie van het aanstaande kabinet moeilijkheden zal ondervinden van zijn eigen partijgenoten, evenals bij de huurwetcrisis in 1955.

In parlementaire kringen todh zegt men te weten, dat de kabinetsformateur niet e» sterk op de invoering van een huurbelasting staat, dat hij daarop de noodzakelijke samenwerking met andere parlementaire groepen zou willen laten afspringen. Het zou echter niet zo vreemd zijn, dat, indien hij ten believe van de bezwaren, die sommige parlementsleden tegen de invoering van de huurbelasting hebben, water in de wijn deed, hij dan sterke tegenstand van zijn eigen partijgenoten ondervond.

Het onderhoud van dr. Drees met de vijf fractie-leiders

Dit heeft op Woensdag 20 Juni plaats gevonden. Daarop heeft Dr. Drees, zij het dan mondeling, zijn regeringsprogramma in hoofdzaken aan de vijf fractievoorzitters medegedeeld.

Naar hetgeen over dit onderhoud bekend is geworden, moet het de bedoeling van Dr. Drees zijn, een kabinet te vormen, dat samengesteld zal zijn uit vertegenwoordigers van vijf partijen, de P.v.d.A., K.V.P., A.R.P., V.V.D. en C.H.U. Hij verklaarde, dat dit eigenlijk zijn bedoeling was, doch of hem dit zou gelukken, daarover verkeerde hij alsnog in het onzekere. Om hier enige zekerheid in te bekomen, had hij de vijf fractieleiders uitgenodigd, die natuurlijk daarover op dit ogenbhk ook niet konden beslissen, maar het door de formateur voorgestelde nader in hun fractievergaderingen hadden te bespreken. De besluiten, welke op de2e fractievergaderingen genomen werden, moesten hem vóór Maandag 25 Juni ter kennis gebracht worden. In die vergaderingen befhoefden de fracties zich er nog niet definitief over uit te spreken, of zij al of niet aan het door Dr. Drees begeerde kabinet wensten deel te nemen, maar moesten toch hun inzichten en wensen uitgesproken worden. Daarop, als de antwoorden bij Dr. Drees waren binnengekomen, zou er dan allicht in de week van 24 Juni een nieuw onderhoud van de kabinetsformatem: met de vijf fractievoorzitters kunnen plaats vinden. Dr. Drees heeft het onderhoud ingeleid het een uiteenzetting te geven van de financiële toestand van ons land, zoals deze valt af te leiden uit de voorlopige gegevens der nieuwe begrotingen.

Daarna heeft hij in het bijzonder twee belangrijke kwesties ter sprake gebracht, waarover het wel zeker is, dat de meningen het meest uiteen zullen kunnen lopen, namelijk de uitgaven voor de defensie, welke per jaar op 1700 millioen gulden geschat worden, en de kwestie van de huren, met de daaraan nauw verbonden vraagstukken.

Ook moeten nog andere kwesties het onderwerp van de besprekingen hdbben uitgemaakt, als Nieuw-Guinea en de woningnood en de daarmede samenhangende vraagstukken, onder meer die van de wederopbouw.

Het onderhoud duurde twee-en-een-half mu en daaraan werd deelgenomen door dezelfde fractievoorzitters, die een onderhoud met de Koningin hadden gehad.

Schijnbaar geen resultaat

Volgens de laatste berichten, welke ons bereikten, schijnt de poging van Dr. Drees, om een kabinet uit de vijf grootste partijen te vormen, geen resultaat op te leveren, zodat die formatie wel niet zal gelukken, naar men vrij algemeen aanneemt.

Dit moet onmogelijk gemaakt zijn door twee zaken, waarover de vijf partijen het niet eens zijn kunnen worden. De eerste is de aangelegenheid van de defensie. De grote meerderheid van zijn eigen fractie moet het met Dr. Drees niet eens zijn op het punt, dat de defensie-uitgaven van ƒ 1350 millioen niet behoeven verhoogd te worden, waarmede de A.R. en de C.H. het ook al niet eens zijn. Nu moet Dr. Drees volgens de courantenberichten zich in het onderhoud met de vijf voorzitters van de Kamerfracties zich uitgelaten hebben, dat hij niet het minister-presidentschap wil aanvaarden, als de defensie-uitgaven tot het peil, dat Ir. Staf voorstaat, verhoogd worden.

Vooral het huurprobleem moet het grote struikelblok zijn, waarop de vorming van een ministerie op de brede basis van de vijf partijen zal stranden. De P.v.d.A. staat er op, dat in elk geval een afroming van 50 procent van de hogere huuropbrengst bij een nieuwe huurverhoging zal plaats vinden, wat door de K.V.P., A.R., V.V.D. en C.H. onaanvaardbaar verklaard is.

Ook zijn er bezwaren gerezen van de zijde van de C.H.U. en de V.V.D. tegen de voorslag van Dr. Drees, om het ministerie te doen samenstellen uit 5 ministers van de K.V.P., eveneens 5 van de P.v.d.A., 2 van de A.R. en elk één uit de C.H.U. en de V.V.D. De C.H. en de V.V.D. gevoelen zich op dit punt verongelijkt, aanvoerende, dat de A.R. maar tien Kamerzetels bezitten, de V.V.D. negen en de C.H.U. 8.

Men kan uit dat alles wel opmaken, dat de kans van Dr. Drees, om een door hem gewenst kabinet te vormen, uiterst gering is bij de huidige stand van zaken, ofsöhoon er op dit punt geen volkomen zekerheid bestaat.

Men neemt aan, dat alle vijf de partijen in het antwoord, dat zij vóór Maandag 25 Juni aan Dr. Drees hebben te verzenden, zich in principe bereid zullen verklaren om deel te nemen aan de door Dr. Drees voorgestelde kabinetsformatie, maar daar zullen wel zo vele bezwaren aan toegevoegd worden, dat de kabinetsformateur aan deze bereidverklaringen practisch hoegenaamd niets heeft.

Ook is men van oordeel, dat Dr. Drees over de gang van zaken aan de Koningin rapport zal gaan uitbrengen. Of dan nog een nieuwe bijeenkomst van de vijf fractievoorzitters met Dr. Drees zal plaats vinden, daarover bestaat op het ogenblik, dat wij dit schrijven, geen zekerheid.

In de dagbladen is men het vrijwel gemeen er over eens, dat de poging K. Dr. Drees op een mislukking zal mi; pen. Reeds wordt daarin als de formateur Ir. Staf genoemd, ^aa vooral de K.V.P. het gemunt heeft, ecl zo, dat hij bij een door hem gevormd nisterie niet als minister-president 3 fungeren.

Wij zullen het hierbij laten en niet afd len in het geven van allerlei bijzondi heden, die op zichzelf ook niet van groot belang zijn; te meer niet, daar A plaatsruimte in „De Banier" dit niet laat en wij nog wel een keer over de la binetsformatie zullen moeten schrij waarbij dan deze bijzonderheden gel bhjken weggevallen en er andere voork de plaats getreden zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1956

De Banier | 8 Pagina's

kabinets-formatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1956

De Banier | 8 Pagina's