Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kamerTerkiezingen in de  kieskring Haarlem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kamerTerkiezingen in de kieskring Haarlem

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hierbij volgt de opgave van het aantal stemmen, dat de S.G.P. in de onderscheidene gemeenten, welke tot de kieskring Haarlem behoren, bij de Kamerverkiezingen in 1956 verkreeg, waarbij daarna wordt opgegeven het aantal stemmen, dat zij in 1952 bij de toen gehouden Kamerverkiezingen bekwam, met de vermelding, wat zij, in vergehjking met de Kamerverkiezing van 1952 in stemmenaantal vooruit of achteruit ging.

1956 1952 l| ".3 1 e II 0} 0) J3 n > .2 < S

Aalsmeer 90 95 Ankeveen 4 11 Bennebroek 8 10 Beverwijk 44 44 O Blaricum 18 18 O Bloemendaal 33 32 1 Bussum 270 257 23 Diemen 22 14 8 's-Graveland 64 63 1 Haarlem 426 328 98 Haarlemmerliede 5 7 2 O O en Spaamwoude 17 18 1 Haarlemmermeer 391 378 13 Heemskerk 7 6 1 Heemstede 50 47 3 Hilversum 898 982 84 Huizen 722 742 20 Kortenhoef 72 96 24 Laren 38 44 6 Muiden 31 38 7 Naarden 100 111 11 Nederhorst den Berg 8 8 0 0 Nieuwer-Amstel 79 97 18 Ouder-Amstel 39 27 12 Uithoorn 17 15 2 Velsen 233 179 54 Weesp 61 61 O O Weesperkarspel 66 57 9 Zandvoort 18 11 7 Totaal 3826 3789

De S.G.P. ging in deze kieskring dus 37 stemmen vooruit, doch in percentage achteruit van 1, 2 op 1, 1.

Wanneer men de uitslag van de Kamerverkiezingen in de kieskring Haarlem vergelijkt met die van Den Helder, welke wij in ihet vorige nummer van „De Banier" weergaven, dan kan het degene, die daaraan genoegzame aandacht schenkt, niet ontgaan, dat daarin nog al verschil bestaat, in dien zin, dat de uitslag van de kieskring Haarlem voor de S.G.P. veel gunstiger is dan die van Den Helder. Zijn in de laatstgenoemde kieskring tal van gemeenten, waarin de S.G.P. geen enkele stem bekwam, in de eerstgenoemde is er geen één; zijn er bovendien in de keiskring Den Helder nog niet weinig gemeenten, waarin het stemmenaantal van de S.G.P. beneden de 10 bleef, in die van Haarlem is het er slechts een viertal, met name Ankeveen, Bennebroek, Heemskerk en Nederhorst den Berg, terwdjl er ook in de kieskring Den Helder geen enkele gemeente is, die bij lange na het stemmenaantal voor de S.G.P. bereikte als in Hilversum en Huizen.

Dit is iets, dat zich niet alleen bij de laatste Kamerverkiezingen heeft voorgedaan, maar al tal van jaren het geval is geweest.

Dit wijst wel uit, dat het humanisme en de revolutionnaire gezindheid over het algemeen genomen bij de bevolking in de kieskring Haarlem niet zulk een sterke ingang gevonden heeft ais bij die van de kieskring Den Helder, al is ook daarin in menige gemeente, bij voorbeeld in Haarlem, het getal 'groot dergenen, die naar humanistische en revolutionnaire beginselen leven, bij wie zelfs het uitwendige beslag van Gods Woord geheel zoek is.

Stellig ook in de kieskring Haarlem valt de geestesgesteldheid, welke de provincie Noord-Holland zo kenmerkt, waarover wij in het vorig nummer van „De Banier" bij de bespreking van de uitslag van de Kamerverkiezingen in de kieskring Den Helder schreven, en waarop wij thans niet nader terug zullen komen, wel op te merken;

Bestaat er tussen de geestesgesteldheid van de bevolking in Noord-Holland èn die van Zuid-Holland een groot onderscheid, ook is deze er tassen die van de kieskring Den Helder en die van Haarlem, zij het dan volstrekt niet in zulk een belangrijke mate, wel.

Dit 'hoewel er toch in de kieskring Den Helder gemeenten zijn, waarin in vroegere eeuwen predikanten van naam, wier godvruchtige geschriften ons zijn overgebleven en nog wel gelezen worden, gestaan en gearbeid hebben. Wij denken hierbij bij voorbeeld, om er maar één van hen te noemen, aan Herm. Wits, die het boekwerk „Practijke des Christendoms, ofte eenvoudige verklaringe van de voornaamste gronden der GodzaHgheid" schreef en uitgaf. Dit boekwerk verkreeg de approbatie op 8 October 1664 van niemand minder dan van de professoren der theologie in de Academie te Utrecht en wel van de professoren Gijsbertus Voetius, Andreas Elsnerus en Franciscus Burmannus. Deze professoren verklaarden in him approbatie, dat het werk geschreven door de eerwaarde en welgeleerde 'Ds. Hermannus Witzius, dienaar des Goddelijken Woords te Wormer, in alles conform de Heilige Schriftuur, grondig en duidelijk ingesteld is; volgens dien met stichting van de liefhebbers der heilige leer, die naar de godzaligheid is, zal kunnen gelezen worden.

Dit werk was opgedragen aan de vader van de schrijver, Claes Jacobz. Wits, Raad en Vroedschap en Ontvanger van 's Lands middelen te Enkhuizen, en voorzien van een „Aanspraak aan de vrome en leerzuchtige ledematen der gemeente Jezu Christi te Wormer".

TiO zouden er nog wel meer godzalige predikanten te noemen zijn, welke in gemeenten, die tot de kieskring Den Helder behoren, in vroegere euwen gestaan en gearbeid hebben, doch dit zou te veel plaatsruimte in , jDe Banier" vorderen.

Helaas zijn hun geschriften bij de overgrote massa van ons volk totaal onbekend en worden zij slechts door weinigen gelezen, en dan somtijds door hen nog meer geprezen dan gelezen, hetgeen in de middellijke weg bijgedragen heeft tot het grote verval, dat zich niet alleen in de provincie Noord-Holland, maar in heel ons land openbaart. Hoe velen lezen in onze dagen veel liever een roman, bij welker lezing zij zelfs diep in de nacht kunnen opzitten en zij zelfs menigwerf een stroom van tranen schreien over personen, die nooit geleefd hebben, en over daarin beschreven gebeurtenissen, welke nimmer plaats gehad hebben, dan dat zij een boek lezen, welks inhoud geheel op waarheid berust en welks lezing hun tot tijdelijk en eeuwig welzijn zou kunnen strekken!

In onze bespreking terugkerende tot de uitslag der laatste Kamerverkiezingen in de kieskring Haarlem, constateren wij, dat daarin gemeenten zijn, waarin de tijdgeest heel de bevolking nog niet beheerst, ook al zijn daarin achteruitgang en verval waar te nemen. Dit is onder meer het geval met de gemeente Huizen, ofschoon de vestiging van inwoners van buitenaf en ook andere oorzaken daarin geen goed doen. Huizen is van ouds een gemeente geweest, waarin bij velen de leer der vaderen in ere was en de Heere ook van zijn volk had.

Ook de gemeente Hilversum maakt bij het grote verval onzer dagen nog in sommig opzicht bij vele andere gemeenten een gunstige uitzondering. Ook van haar kan gezegd worden wat van de gemeente Huizen gesclireven is, ook al zijn daarin factoren aanwezig, welke schadelijk zijn.

Overgaande bepaaldelijk tot de bespreking van de uitslag der laatste Kamerverkiezingen, merken wij op, dat zowel in Huizen als in Hilversum het aantal stemmen van de S.G.P. achteruit gegaan is, in Hilversum zelfs vrij sterk, veel meer dan wij verwacht hadden, en ook Huizen stelde in deze teleur, al was de achteruitgang daar bij lange niet zo groot als in Hilversum, waarin nu zelfs 84 stemmen minder voor de S.G.P. werden uitgebracht dan in 1952. Het werd daarin 898 tegen 982. In Huizen daalde het aantal stemmen, dat de S.G.P. er verkreeg, met 20 stemmen, tegenover 742 werd ihet nu 722. Al is dit stemmenaantal op zichzelf genomen niet gering, nochtans moge deze achteruitgang de besturen, leden en vrienden van de S.G.P. aldaar een spoorslag zijn om met alle geoorloofde middelen van nu af aan werkzaam te zijn om het verlies in te halen en zo mogelijk in winst om te zetten.

Tegenover Huizen en Hilversum be25orgde Haarlem ons een zeer aangename verrassing. Daar steeg het stemmenaantal van de S.G.P. met niet piinder dan 98 stemmen. Het bedroeg nu 426 tegen 328 in 1952. Het staat thans als nummer drie in de rij van gemeenten, welke in de kieskring Haarlem 'de meeste stemmen voor de S.G.P. uitbrachten. Van deze plaats verdrong het de gemeente Haarlemmermeer, welke nu de vierde plaats inneemt en dit met 391 stemmen tegenover 378 in 1952, zodat ook daarin een verblijdende vooruitgang te constateren is, al is het er dan één van veel geringer aard dan die in Haarlem.

Voorts geeft ook Bussum een voor de S.G.P. verheugende uitslag te zien; daarin steeg het aantal stemmen met 23 en werd nu 270 tegen 257 in 1952 en ook de gemeente Velsen, waarin de S.G.P. met niet minder dan 54 stemmen in vergelijking met 1952 vooruitging en dit aantal thans 233 tegen 179 in 1952 bedroeg. Hetzelfde kan gezegd worden van de gemeente Ouder-Amstel waar het stemmenaantal met 12 stemmen meer thans 39 tegen 27 in 1952 werd; van Weesperkarspel, waar dit met 9 stemmen meer thans 66 tegen 57 in 1952 bedroeg; van Diemen, dat met 8 stemmen meer tot 22 klom, en ook van de gemeente Zandvoort, waarin de S.G.P. nu 18, tegen 11 stemmen in 1952 verkreeg.

Daarentegen zijn er ook gemeenten, behalve de reeds genoemde, waarin de uitslag der laatste Kamerverkiezingen voor de S.G.P. teleurstellend was. Het meest wel in de gemeente Kortenhoef, waarin, vergeleken met 1952, de achteruitgang maar eens eventjes 24 stemmen bedroeg, en ook Nieuwer-Amstel met een aohteruitgang van 18, Naarden met die van 11 stemmen, terwijl in de gemeenten Aalsmeer, Ankeveen, Bennebroek, Haarlemerüede en Spaamwoude, Laren en Muiden deze tot minder dan 10 stemmen beperkt bleef; waar tegenover staat, dat in de gemeenten Bloemendaal, 's-Graveland, Heemskerk, Heemstede en Uithoorn 'n vooruitgang is te constateren waarin de S.G.P. met een stemmenaantal beneden de 10 vooruitging, terwijl er een viertal gemeenten is, n.l. Beverwijk, Blaricum, Nederhorst den Berg en Weesp, waarin de S.G.P. evenveel stemmen behaalde als in 1952.

Hadden wij gaarne ook in de kieskring Haarlem een veel gunstiger uitslag voor de S.G.P. gezien, toch is deze allerminst moedbenemend. Ook hierin is geen sprake van een debacle zoals in 1937. Ook hierin bestaat de mogelijkheid, dat er in de toekomst op de candidatenlijst der S.G.P. meer stemmen zullen kunnen worden uitgebracht.

De kieskring Amsterdam

Deze kieskring omvat alleen de stad Amsterdam. Wat de uitslag van de in deze kieskring thans gehouden Kamerverkiezingen betreft, deze overtreft verre onze verwachtingen. Wij zouden al blij geweest zijn, indien daarin nu hetzelfde aantal stemmen op de lijst van de S.G.P. was uitgebracht, dat er in 1952 op uitgebracht is. Op vermeerdering van het aantal stemmen durfden vn\ in het geheel niet te hopen.

Lange jaren aaneen immers bleef het stemmenaantal van de S.G.P. ver beneden de duizend, zodat de uitslag van de Kamerverkiezingen van 1952 met 1224 stemmen van de S.G.P. voor ons reeds een grote, aangename verrassing opleverde, hetgeen ook nu weder het geval was, toen wij vernamen, dat de S.G.P. in Amsterdam van 1224 tot 1375 stemmen gestegen was.

Wij geven ormiiddellijk toe, dat dit in vergelijking met het stemmenaantal van de P.v.d.A. (197.568) en dat van de communistische partij (92914) maar een uiterst klein getal is, maar er valt in Amsterdam althans vooruitgang voor de S.G.P. te constateren, wat hoop geeft op een toenemende en steeds voortgaande verbetering.

De posiite van de S.G.P. is vooral in de grote steden van ons land uiterst moeilijk. Niet alleen zijn die steden moeilijk te bewerken, maar ook is de bevolkingsaanwas er van die aard, dat zelfs al gaat zij in stemmenaantal vooruit, dit nog dikwerf gepaard gaat met verhes in percentage, hetgeen in Amsterdam zelfs deze keer niet zo is. Bedroeg de stijging in stemmenaantal 175 stemmen, het percentage bleef er gehjk, het was 0, 3 en het bleef 0, 3, wat bij een toeneming van het aantal in totaal uitgebrachte stemmen met 38.655 stemmen toch heel wat te betekenen heeft.

De bevolkingsaanwas noemende, willen wij er eens met nadruk op wijzen, dat daardoor de positie van de S.G.P. in de toekomst ongunstiger, soms zeer veel ongimstiger zal worden.

Bedroeg in 1925 het stemmenaantal, dat de S.G.P. behaalde, ruim 62.000, en was de kiesdeler toen nog omstreeks 30.000, zodat Ds. Kersten en Ds. Zandt toen met de volle kiesdeler on nog een overschot gekozen werden, nu zou met hetzelfde aantal stemmen de S.G.P., waar de kiesdeler al aanmerkelijk de 57.000 te boven ging, maar één candidaat op de ruim 62.000 stemmen gekozen hebben gezien. Het zal dan ook een hele toer zijn om bij de zo snelle bevolkingsaanwas, zelfs als de S.G.P. in stemmenaantal vooruit gaat, in percentage niet achteruit te gaan, hetgeen wij bij deze Kamerverkiezingen hebben kunnen waarnemen, waarbij de S.G.P. nog 431 stemmen vooruitging, maar in percentage van 2, 42 op 2, 26 daalde.

Nu is het wel waar, dat, als de Kamer straks uit 150 leden zal bestaan, de kiesdeler aanm.erkelijk zal dalen, nu van ruim 57.000 tot omstreeks 38.000, doch bij de zo snelle en 2X) grote bevolkingsaanwas zal de kiesdeler stellig weder de hoogte ingaan; dit is onder de gegeven omstandigheden maar een kwestie van jaren, en dit zal voor de S.G.P. de positie uiterst moeilijk maken, want zij zal in de toekomst zelfs bij toeneming van het aantal stemmen grote moeite hebben om niet in percentage te dalen, wat tenslotte de beshssende factor is bij de' verkiezingen van het aantal van haar candidaten. Blijft toch in de toekomst het percentage van haar stemmenaantal niet boven de 2 percent, dan staat verhes van haar derde zetel te wachten. Daarmede mag de S.G.P. wel terdege rekening houden en daaraan haar volle aandacht schenken en met alle geoorloofde middelen dit zoeken te voorkomen.

Hierbij maakt vooral de snelle en grote bevolkingsaanwas in de steden, waarnaar nog steeds velen uit het platteland trekken, de positie van de S.G.P. ongunstiger en zal zij die steeds ongunstiger maken wat betreft het gekozen krijgen van haar candidaten, en dit vooral ten opzichte van de Tweede Kamer en ook ten aanzien van de Provinciale Staten en de gemeenteraden.

Aangaande de verkiezingen voor de Tweede Kamer is het nu al jaren achtereen aldus gesteld, dat, zo lang de uitslagen van de grote steden niet bekend zijn, het percentage van de S.G.P. boven de 3 procent ligt — ook nog bij deze laatste Kamerverkiezing soms nog ver boven de 3 jwocent — doch als de uitslag der grote steden bekend geworden isi ian zakt dit tot ver benedendës nm, cent, want in geen enkele grote stad zélfs in Rotterdam niet, waarin het per centage ten aanzien van de grote ste. den nog verreweg het grootste is, \^ draagt het 3 procent, terwijl het stem. menaantal in de twee andere van de drie grootste steden, Amsterdam en Den Haag, ver "beneden de 3 procent ligt Wordt de uitslag van deze drie grote w, meenten bekend gemaakt, dan zakt met een daardoor het percentage van ^ S.G.P. aanmerkelijk, zelfs tot beneden de 3 procent. Daaraan werken ook steden van minder grote omvang en tal van gemeenten boven de 20.000 inwoners mede, al zijn er in de laatstgenoen. de wel aan te wijzen, waarin het percej. tage van de S.G.P. 3 procent bedraagt en een enkele, waar het de 3 procent te boven gaat, nochtans over het geheel genomen zijn het ook deze gemeenten, er aan medewerken, dat het percentage der S.G.P. tot beneden de 3 procent daalt. Verreweg is over het algemeen ge. nomen dte positie van de S.G.P. het sterltt op het platteland, en dat bepaaldelijk ia sommige provincies, terwijl er ook provincies zijn, waarin haar positie op iet platteland ongtmstig is en waar het vanwege de heersende geestelijke gezindheid uiterst moeilijk zal zijn om daarin enige verbetering aan te brengen. De tijdgeest heeft zij in sterke mate teg( zich.

Bezien wij de uitslag van de provincie Noord-Holland in haar geheel, dan zijn daarin op de candidatenHjst van S.G.P. thans 6543 stemmen uitgebracht, hetgeen 202 stemmen meer is dan 1952, op zichzelf geniomen geen grote vermeerdering, maar op het verleden acht slaande, toch niet zonder betekenis, want daar zijn vele jaren geweest, waarin het stemmenaantal nog geen 5O00 voor de S.G.P. in deze provincie bedroeg; maar gelet op 't percentage is de positie van de S.G.P., vergeleken met die Zuid-Holland, toch wel zwak, zelfs heel zwak.

Doch daarom mag ook ten opzichte van Noord-Holland de moed niet worden opgegeven en dient ook daar gedaan te worden wat de hand vindt om te doen. Is er in enige gemeente voor de S.G.P. terrein verloren gegaan, dan dient van n« af aan gezcnnen te worden op geoorloofde middelen om dit te herwinnen, en dienen deze middelen ook terdege ter hand te worden genomen; hetzelfde geldt ten opzichte van die gemeenten, waai een stilstand te constateren is, en ook van die gemeenten, waarin een veibKjdende vooruitgang valt waar te nemen. Dat aJlen, die de S.G.P. welgezir.d zijn, daaraan terdege mogen medewerken en zij van nu af aan de hand aan de ploeg mogen slaan. Het is nu van groot belang, dat zij niet alleen in de dag van de verkiezingen voor de S.G.P. werkzaam aju. maar dit te allen tijde zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 1956

De Banier | 8 Pagina's

De kamerTerkiezingen in de  kieskring Haarlem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 1956

De Banier | 8 Pagina's