Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De storm nog niet geluwd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De storm nog niet geluwd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze regering heeft bij haar protest aan die van Indonesië inzake de schuldopzegging aan Nederland door haar tevens bet verzoek aan haar gericht om op haar besluit terug te komen en daarin een wijaging aan te brengen. Kringen van het Indonesische ministerie van buitenlandse zaken hebben verklaard, dat de Nederlandse nota, waarin geprotesteerd werd tegen het niet langer erkennen door Indonesië van zijn schulden aan Nederland nog steeds bestudeerd wordt. Zij konden ook geen aanwijzing geven, wanneer de regering op de protestnota zou antwoorden.

Nochtans is feitelijk reeds een antwoord gegeven. President Soekarno heeft eigenlijk reeds op de protestnota en het verzoek geantwoord, ' toen hij in zijn rede op 17 Augustus jongstleden, welke hij ter gelegenheid van de herdenking van de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië hield, zeide, dat de schuld aan Nederland de knuppel was, waarmede Nederland Indonesië geslagen had. Zieven jaar lang had Indonesië zich met deze knuppel laten slaan door de schuld te betalen. Maar nu was het daarmede uit. Uit deze verklaring valt wel af te leiden, dat het met de betaling finaal uit zal zijn en dat er geen cent van de schuld meer betaald zal worden. Basta, deze zaak was daarmede afgedaan. Dat bet een wettige, door Indonesië vrijwillig aangegane schuld was, daarover repte Soekarno met geen woord.

Dit toont aan, dat de storm in Indonesië tegen Nederland bij lange na nog niet geluYifd is. Dit blijkt daarenboven ook wel uit het feit, dat bij de feestelijke herdenking, welke in de tuin van het paleis van Soekarno plaats vond, de ambassadeurs van alle landen, die in Djakarta verblijven, behalve die van Nederland, ter bijwoning uitgenodigd waren.

Neen, de storm is nog lang niet geluwd, maar steekt daarentegen in Indonesië tegen ons land weer hevig op. Door haar regering is toch aangekondigd, dat de kwestie Nieuw-Guinea weder door haar in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ter sprake gebracht zal worden. Het zal er dan weer geducht tegen Nederland waaien. Er kan zelfs een hele storm tegen ons land opsteken.

En dan zijn er in het verleden nog geweest, met onze regering vooraan, die geprofeteerd hebben, dat als de souvereiniteitsoverdracht maar eenmaal had plaats gehad, Nederland en Indonesië weinig minder dan gezworen kameraden zouden worden.

Van je vrienden

Van je vrienden moet je het maar heb-Dcn, is een gezegde, dat men vaak te horen krijgt als dezen iemand kwalijk behandelen. En dit gebeurt nogal eens. Dat 'S ons land ook al meermalen ten deel gevallen. Ook in de laatste tijd weer. En niet alleen daarin, maar ook vroeger heb-"en onze bondgenoten in voor ons land uiterst gewichtige aangelegenheden ons deerlijk in de steek gelaten. En dit niet alleen, maar zelfs de zijde van onze tegenstanders gekozen. Daarover heeft onze regering zich terecht bij hen beklaagd. Maar de uitkomst heeft ons te zien gegeven, dat zij daarbij aan dovemansoren geklopt heeft.

Ook nu weer heeft minister Luns ter gelegenheid van zijn bezoek aan de Suezkanaalconferentie in Londen zich in het gebouw van de Amerikaanse ambassade over de bejegening, welke ons van Amerika ten deel gevallen was, in een onderhoud, dat bijna een half uur duurde, tegenover de Amerikaanse minister Dulles beklaagd. Bij dat onderhoud heeft Mr. Luns, zoals hij na afloop van het onderhoud verklaard heeft, een hartig woordje gesproken over enkele zaken, die Nederlanud onaangenaam hebben getroffen door de onachtzaamheid, waarmede de Amerikaanse regering ons land tegemoet is getreden.

•Deze zaken betroffen de behandeling, welke Nederland in dit jaar van de Indonesische regering heeft ondervonden. Ministers Luns heeft in dat onderhoud gezegd, dat als Amerika en andere landen, welke onze bondgenoten zijn, Nederland gesteund hadden, toen Indonesië de Unie eenzijdig verbrak, er thans wellicht geen Suezkanaalkwestie zou geweest zijn. De Nederlandse regering heeft bij de verbreking van de Unie de Amerikaanse gewaarschuwd, dat als Indonesië toegestaan werd internationale overeenkomsten te schenden, andere onafhankelijk geworden naties dit voorheeld zouden volgen.

In een interview heeft minister Luns aangaande het onderhoud met minister Dulles tegenover de pers nog verklaard: Wij zijn in Nederland van mening, dat de Amerikaanse regering ons met minder dan onverschilligheid behandelt. Zuiver juridisch bezien achtte minister Luns Egyptes naasting van de Suezkanaalmaatsdhappij minder ersntig dan de opzegging van de schuldenovereenkomst door Indonesië. Het was — aldus verklaarde minister Luns — niet zeker of Egypte enige internationale overeenkomst heeft geschonden, maar in het geval van Indonesië was daaraan geen twijfel.

Minister Luns heeft in zijn onderhoud minister Dulles tevens verzocht Nederland bij zijn protest tegen de jongste verdragsschending door Indonesië, waar deze wettig, vrijwillig aangegane schulden weigert te betalen.

Ook moet hij bij de Engelse minister aangeklopt hebben om in deze te steunen. Hij moet daanbij veel sympathie ondervonden hebben, waarvoor Nederland echter niets kan kopen en die het tenslotte ook niets zal baten.

Telkens en telkens toch treedt het aan de dag, dat Nederland er goed genoeg voor geacht wordt om zijn bondgenoten te steunen, maar daarbij stank voor dank ondervindt als 't op_ zijn beurt steun van zijn bondgenoten vraagt. Dan blijft het bij woorden, maar daden ho maar.

Maar nochtans zijn er in ons land personen en partijen te over, die zo zeer met het internationalisme dwepen en daarvan het heil voor ons land verwachten, dat zij het lijdelijk zouden aanzien, als ons land ziöh daarvoor tot op het laatste kledingstuk toe ging uitkleden. Wat al ellende en schade heeft die dweperij met het internationahsme ons al berokkend en dreigt zij ons in de toekomst nog te berokkenen!

Ons Koninklijk Huis

Weer is ons Koninklijk Huis door een buitenlands blad in opspraak gebracht. Ditmaal door een Engels blad.

De „Daily Maü" heeft dezer dagen op haar frontpagina een groot opgemaakt bericht gepubliceerd, waarin ons Koninklijk Huis weer in vals licht geplaatst en dus feitelijk beklad wordt. In dit bericht wordt onder meer beweerd, dat Koningin Juliana geen afstand van de troon zal doen, tenminste niet voordat Prinses Beatrix haar driejarige studie heeft voltooid, waarmede zij in de volgende maand te Leiden een aanvang zal maken.

Van welingelichte zijde is verklaard, dat van heel dit bericht geen woord waar is. Dat de Koningin het voornemen zou hebben — zo werd van deze zijde nadrukkelijk gezegd — nu of wanneer ook in de toekomst afstand van de troon te doen, kan met alle zekerheid naar het rijk der fabelen worden verwezen.

Hierbij kan tevens medegedeeld worden, dat de Commissie van Drie, welke op 30 Juni werd gevormd om Hare Majesteit de Koningin en Prins Bernhard van advies te dienen naar aanleiding van de onjuiste en onaangename publicaties in de buitenlandse pers, nog in de week van 19 Augustus iets van zich zal laten horen. Wordt de mededeling van deze commissie zó tijdig gedaan, dat wij daarover nog in het nummer van 30 Augustus iets kunnen schrijven, dan hopen wij dit allicht te doen, of anders in een daarop volgend nummer van „De Banier". Doch vóór alles hopen wij, dat deze mededeling van de Commissie van dien aard zal zijn, dat er nu voorgoed een einde zal komen aan de weerzinwekkende, tot in het walgelijke toe, berichten over ons Koninklijk Huis. Het gaat toch alle perken van fatsoen en wellevendheid te buiten, dat er telkens weer zulke berichten, blijkbaar uit de duimen van de redactie gezogen, vaak van schandaleuze en lasterlijke aard nog bovendien, in buitenlandse bladen verschijnen, welke dan ook soms nog zonder een woord van tegenspraak of afkeuring door het één of andere in ons eigen land verschijnend blad worden overgenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1956

De Banier | 8 Pagina's

De storm nog niet geluwd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1956

De Banier | 8 Pagina's