Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

wat nog altijd een open vraag is — zal zich niet alleen tegenover deze moeilijkheden geplaatst zien, maar tegenover nog zo vele andere, want ook op het onderwijsgebied zullen er nog verhoogde uitgaven gedaan moeten worden, alsook op andere gebieden, bijvooi^beeld, om er maar één te noemen, op dat van de landen tuinbouw.

Daarbij komt dan nog, dat ook ten opzichte van het buitenland er allerlei problemen zijn, die niet zo gemakkelijk op te lossen zijn. Men denke maar aan de Suezkanaalkwestie, waarvan de verdere loop en ontwikkeling nog allerlei zeer onaangename gevolgen ook voor ons land kan hebben, waarbij onze regering nauw betrokken zal zijn, hetgeen even zeer geldt ten aanzien van Indonesië, welker regering voornemens is de aangelegenheid van Nieuw^uinea weder in de Algemene Vergadering van de Organisatie van de Verenigde Naties ter sprake te brengen.

Stellig zal, indien professor de Gaay Fortman er in slaagt een extra-parlementair kabinet te vormen, dit kabinet heel wat lastige problemen hebben op te lossen. Er zijn er dan ook, die van oordeel zijn, dat dit ministerie geen lang bestaan beschoren zal zijn, doch daarover valt ook al niets met zekerheid te zeggen, want krakende wagens rijden soms lang. Tot dusver is professor de Gaay Fortmnn er echter niet in geslaagd een kabinet tot stand te brengen.

Het verloop van de kabinets-formatie

Het is daar tot op heden mee verlopen als met de pogingen van de aan professor de Gaay Fortman voorafgaande formateurs en informateur.

De ene dag kan men in de dagbladen lezen, dat binnen heel korte tijd door hem een kabinet tot stand gebracht zal zijn, en de volgende dag, dat daarop nog niet de minste kans bestaat. Ook bij deze kabinetsformatie wisselen de kansen met de dag, waarbij de informateur al de ene teleurstelling na de andere heeft moeten incasseren.

De heer Korthals, het liberale Kamerlid, werd door hem voor het ministerschap aangezocht. Het verzoek werd echter van de hand gewezen. Als reden werd door de heer Korthals opgegeven, dat hij in het parlementaire leven een te grote plaats had ingenomen om als minist =r in een extra-parlementair kabinet te kunnen fungeren.

De heer Andriessen, een Kamerlid van de K.V.P. ontving van professor de Gaay Fortman ook een uitnodiging om als minister in zijn kabinet een departement te beheren. Ook bij deze ving de informateur bot. Ook hij berichtte, dat hij als parlementariër in een extra-parlementair kabinet niet als minister thuis hoorde. De heer Dr. Ebels, gewezen commissaris der Koningin van de provincie Groningen, werd eveneens door professor de Gaay Fortman voor een ministerzetel aangezocht. Ook bij deze Hep het op een bedankje uit. Ditmaal werd de informateur medegedeeld, dat hij deze zetel om gezondheidsredenen niet kon aanvaarden.

Dr. Tilanus, de oudste zoon van het Kamerlid de heer Tilanus, ontving van de informateur ook een uitnodiging om als minister in zijn te vormen kabinet zitting te nemen. Ook hier werd de uitnodiging met een weigering beantwoord. Door Dr. Tilanus werd de informateur medegedeeld, dat hij om persoonlijke redenen niet aan zijn uitnodiging kon voldoen. Ir. Staf, de minister van Oorlog en Marine in het demissionaire kabinet Dr. Drees, was op de nominatie geplaatst door de huidige informateur als toekomstige minister van Oorlog en M'arine in het extra-parlementaire kabinet, doch in deze trof hij een bepaald onwillige aan. Het werd deze keer een beslist uitgesproken bedankje. Ir. Staf blijkt nog altijd zijn hart verpand te hebben aan een kabinet op de brede basis van vijf partijen, waarin de socialisten met ministers vertegenwoordigd zullen zijn. Afgaande op de vrij eenparige berichten in de pers, heeft hij daarvoor ook nu nog steeds gewerkt om zulk een kabinet te krijgen, hetgeen hem door de vooraanstaande leden van de K.V.P. en de A.R.P., en mogelijk ook wel door sommige Christelijk-Historischen — want dezen zijn weer verdeeld — kwahjk wordt genomen. Als reden voor de deelneming van de socialisten aan de regering geeft Ir. Staf op, dat hij hun medewerking voor de defensie nodig acht.

Bovendien moeten er ook nog personen telefonisch door professor de Gaay Fortman voor een ministerzetel zijn aangezocht, wier namen niet bekend zijn geworden, die direct het aanbod hebben afgewezen.

Ook is er medegedeeld in één der dagbladen, dat de heer C. J. van Mastrigt te Utrecht, de tweede voorzitter van het Ghristelijk Nationaal Vakverbond, door de informateur aangezocht voor minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, deze uitnodiging van de hand gewezen moet hebben. Deze mededeling is echter niet bevestigd. Voor zover ons daarvan iets bekend is, moet de heer van Mastrigt het aanbod nog in beraad gehouden hebben, ook al omdat er van de zijde van het genoemde vakverbond bij hem ernstig op wordt aangedrongen om het aanbod aan te nemen.

Tevens moeten de vier door de informateur aangezochte K.V.P.-candidaten het verzoek nog in beraad hebben. Eerst was in de pers vermeld, dat deze personen het aanbod aanvaard hadden; later is dit weder officieel tegengesproken met de verklaring, dat deze personen het aanbod noch aanvaard, noch van de hand gewezen hebben. Deze vier personen zijn: Professor Mr. van der Grinten, die vice-minister-president en minister van Justitie zou worden; Mr. Luns, die als minister van Buitenlandse Zaken zou fungeren; Ir. Witte, die wederom het departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting zou gaan beheren; en de heer Mr. van Campen, de gewezen chef van de afdehng economische en sociale zaken aan het departement van Financiën, thans directeur der Coöperatieve Centrale Boerenleenhank te Eindhoven, als minister van Financiën.

Voorts is door de informateur het aanbod gedaan aan professor Haring in Den Haag, directeur van het landbouw-economisch instituut, voor de portefeuille van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Van professor Honing is tot dusver niet bekend of hij dit aanbod al dan niet zal aanvaarden.

Niemand zal met enig recht kunnen beweren, dat het pad van professor de Gaay Fortman als informateur op rozen gaat. De ene tegenslag na de andere is hem niet bespaard gebleven. De heer van Tilburg, die hij als minister-president van een door hem geformeerd kabinet bestemd had, die nog wel telefonisch door hem verzocht was om zich zo spoedig mogelijk uit Suriname naar ons land te begeven, is onverrichterzake naar Suriname teruggekeerd. Een vergeefse reis, vergeefs gemaakte onkosten, vergeefs verrichte arbeid, vergeefs gekoesterde hoop, is alles, wat er van de pogingen van professor de Gaay Fortman is overgebleven.

Zioals de zaken thans staan, staat alles nog op heel losse schroeven. Met enige zekerheid kan van de kabinetsformatie gezegd worden, dat de A.R. professor Zijlstra, die door de informateur is aangezocht als minister van Economische Zaken in zijn kabinet te fungeren, en professor Dormer, eveneens een A.R. en collega van hem als professor aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, door hem aangezocht als toekomstig minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, hem wel niet zullen teleurstellen inzake zijn aanbod; alsook dat, naar algemeen wordt aangenomen, indien het professor de Gaay Fortman gelukt 'n kabinet te formeren, hij daarin zelf als minister-president zal optreden.

Vrij algemeen wordt aangenomen, dat het de informateur niet zal gelukken vóór de Prinsjesdag, vóór 18 September, waarop de zitting van de twee Kamers der Staten-Generaal door de Koningin geopend zal worden, een ministerie samen te steUen. Het demissionaire kabinet Dr. Drees zal dan ook op die dag nog fungeren.

Inmiddels gaan er weder stemmen op, dat het demissionaire kabinet Dr. Drees aan het bewind zal blijven. Het verluidt, dat er ten aanzien van het vraagstuk der bezitsvorming een zekere overeenstemming tot stand gebracht kan worden. Dit doet wel heel vreemd aan. Drie maanden lang heeft men op dit punt niet tot overeenstemming kunnen komen. Hoe vaak is door de formateurs en informateurs al geprobeerd om op dit punt een overeenkomst te sluiten, en telkens is het op een mislukking uitgelopen. En nu na drie maanden zou er dan wel een overeenstemming bereikt kuimen worden. Hoe het in deze ook zij, de kabinetsformatie vertoont ons een jammerlijk drama. Zou het hier eindelijk op uiüopen, dat het demissionaire kabinet weder in functie treedt, dan zal dit kabinet het zeer hard in het parlement te verantwoorden krijgen, want nu gaan er in de pers reeds verschillende stemmen tegen op, zeHs heftig tegen op.

Professor de Gaay Fortman gaat dan ook zijn pogingen voortzetten om een extraparlementair kabinet samen te stellen. Of hij daarin zal slagen, staat nog zeer te bezien. Hij heeft echter mee, dat hij niet meer in tijdnood verkeert. Hij behoeft daarom zijn pogingen niet op te geven. Ook heeft hij mede, dat er geen enkele partij is, althans voor zover ons bekend, die haar leden bepaald verbiedt om in het extra-parlementaire kabinet zitting te nemen al blijkt het, gezien de houding, welke Ir. Staf in deze heeft aangenomen, dat er onder de Christelijk-Historischen zijn, die ver en ver de voorkeur geven aan een parlementair kabinet op brede basis van de vijf partijen, en deswege het door professor de Gaay Fortman gewenste extra-parlementaire kabinet geen goed hart toedragen.

Het einde

Nog vrij onverwacht heeft professor de Gaay Fortman zijn pogingen moeten opgeven. De heer van Mastrigt toch deed hem weten, dat hij om persoonlijke redenen het hem aangeboden ministerschap niet kon aanvaarden, terwijl eveneens professor Honing hem ter kermis bracht, dat hij voor de hem aangeboden portefeuille bedankte. Daarop heeft professor de Gaay Fortman de vice-president van de Raad van State, Dr. Rutgers, eveneens als hij een Anti-Revolutioimair, geraadpleegd. Mede door diens advies zal hij wel besloten hebben om de Koningin mede te delen, dat hij zijn hem door Hare Majesteit verleende opdracht niet heeft kunnen vervullen.

De Koningin heeft daarna voor advies ontvangen de 'voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer en de fractievoorzitters van de P.v.d.A., de K.V.P., de A.R.P., de C.H.U. en de V.V.D. De formatie van een ministerie is zo van lieverlede een hoogst netelige kwestie geworden. Was dit van het begin al reeds alzo, het is er thans nog moeiüjker op geworden. De ruzie tussen de K.V.P. en de P.v.d.A. is er nog heviger op geworden, zelfs tussen de A.R. en de C.H. is de verstandhouding er slechter op geworden. In A.R. kringen en ook daar buiten wijt, men de mislukking van professor de Gaay Fortman grotendeels aan Ir. Staf en de C.H., die aan zijn zijde stonden. De vraag rijst nu als vanzelf: Wat nu? Op het ogenblik worden Ir. Staf, Dr. Drees en Mr. Burger als de toekomstige formateurs of informateurs gedoodverfd.

Wij zullen ons met deze aangelegenheid niet verder kunnen inlaten, wil „De Banier" op tijd verschijnen. Afwachten blijft ook-thans weer de boodschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1956

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1956

De Banier | 8 Pagina's